Brabant houdt vast aan natuurherstel: ‘De minister heeft ons ook nodig’
Gedeputeerde Hagar Roijackers (Natuur en Milieu) is in Den Haag op deze Prinsjesdag. Hoe anders de boodschap ook is dan wellicht gehoopt, de Brabantse nuchterheid overheerst. “We moeten het doen met wat we hebben en daar gaan we gewoon mee door.”
De plannen van het vorige kabinet om de natuur te herstellen en het stikstofprobleem op te lossen zijn door de nieuwe coalitie van tafel geveegd. Onderdeel van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) was dat provincies zelf aan de slag gingen met plannen om doelen voor stikstof, biodiversiteit en waterkwaliteit te halen. De provincies waren daar al twee jaar mee bezig.
“We zijn de satéprikker kwijt die alles bij elkaar hield.”
“Toen duidelijk werd hoe de samenstelling van het nieuwe kabinet eruit ging zien, voelden we al dat er echt dingen gingen veranderen. Alle afzonderlijke opgaven probeerden we samen te pakken in dat NPLG, en nu zijn we de satéprikker, die alles bij elkaar hield, kwijt.”
Maar daar laat Brabant zich niet door uit het veld slaan, zegt Roijackers. In 2021 besloot Brabant al aan de slag te gaan met een eigen programma. Toen werd gekozen om flink te investeren in herstel en verbetering van de natuur rondom Natura2000-gebieden. Met een brede, gebiedsgerichte aanpak, GGA in het kort, wilde de provincie deze vraagstukken combineren en gezamenlijk aanpakken.
“We keren nu weer terug naar dat model,” zegt Roijackers. “We moeten de komende jaren ook aan de slag blijven met die integrale aanpak. Daar gaan we gewoon mee door. Niet omdat we koppig zijn, maar omdat ook de gebiedspartners dat willen. Die zeggen: blijf koers houden.”
Dat moet ook wel, want de doelen blijven gewoon overeind. Brabant moet, net als alle andere provincies, voldoen aan een bepaalde mate van stikstofreductie, de waterkwaliteit op orde krijgen en zorgen dat de natuur in Natura2000-gebieden niet verslechtert.
Het kabinet stelt wel jaarlijks 500 miljoen beschikbaar voor ‘agrarisch natuurbeheer’. Dit is vooral bedoeld voor gebieden waar de uitdagingen voor de agrarische sector het grootst zijn, zoals gebieden rond Natura2000, beekdalen en grondwaterbeschermingsgebieden.
“Partners die bezig zijn in gebieden die iets verder afliggen van Natura2000 hebben hier dan veel minder aan. Zij hadden echt gehoopt op de Brabantse uitvoering van dat NPLG.”
"Zolang er nog geen nieuw beleid ligt, moeten we ons hieraan houden."
Dat het nieuwe kabinet vooral nieuw beleid wil maken op het gebied van stikstofmetingen en hoopt op coulance in Brussel, kan Brabant nu nog niet veel mee. “Los van of de uitkomst van eventuele onderhandelingen goed of slecht zou zijn, zolang het nieuwe beleid er niet is, hebben we ons te committeren aan wat er wel ligt. Rechters willen geborgde maatregelen en pakketten.”
Het bestuursakkoord van Brabant is voor Roijackers meer dan een vertrekpunt. Brabant openhouden is meer dan een doel op zich. Er ligt nogal wat: een energietransitie, een woningbouwopgave, verduurzaming van bedrijventerreinen en een verstedelijkingsopgave.
“We hebben wel vier keer Brabant nodig om die puzzel te kunnen leggen. En daar heb je in beginsel twee dingen voor nodig: emissies naar beneden en geborgd natuurherstel. Daarom moeten we ons niet teveel laten afleiden door zaken die nog niet bij wet van kracht zijn.”
"Als we dit nu loslaten, wordt er niemand beter van."
Creatief zijn is dus het devies. Door de samenwerkingen die Brabant in de afgelopen jaren heeft opgebouwd goed in te zetten. Wat heb je met al je partners eigenlijk allemaal aan grond? Welk geld, ook Europees, kunnen we bij elkaar leggen? “Als we die samenwerking nu loslaten ‘omdat het niet meer hoeft’, dan wordt daar niemand beter van.”
Maar stoer roepen dat Brabant het wel alleen doet, wil Roijackers ook niet. “Dat klinkt wel leuk, maar dat gaat gewoon niet. Om die waterkwaliteit op orde te krijgen is gewoon geld nodig. Zo simpel is het.” Simpel en nuchter. Want “Wiersma heeft ons ook nodig hoor,” klinkt het. “De koers die is ingezet kun je echt niet in één keer van richting laten veranderen.”
"We zijn niet slap, niet arm. We kunnen echt stappen zetten."
Moedig voorwaarts lijkt het devies. En dat gaat heel vaak goed, maar soms ook niet. “Het zijn gewoon taaie vraagstukken. Dan komt het voor dat iemand wel eens zijn koppie laat hangen. We zijn ook al zo lang bezig. En dan zeggen we tegen elkaar: We zijn niet slap en we zijn niet arm als provincie. We zijn samen met onze partners zelfs behoorlijk krachtig op bijvoorbeeld grondposities. We kunnen echt wel betekenisvolle stappen zetten.”