Familie van de zwarte weduwe, giftig en toch: wees blij met deze spin
Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Spin in de schuur gevangen
Dave van den Putte heeft een spin gevangen, die in zijn schuur zat. Hij denkt dat het gaat om een kogelspin. Dit klopt helemaal. De kogelspin die hij gevangen heeft, heeft de naam grote steatoda. Maar de familienaam is inderdaad kogelspin. Grote steatoda’s zijn familie van de beroemde en beruchte zwarte weduwe, die in Nederland niet voorkomt. Laat dat 'grote' trouwens maar weg, want deze spin is niet groter dan een centimeter. Wel is de spin giftig, maar niet zo giftig als de zwarte weduwe. Ook deze spin hoort van oorsprong niet in onze contreien. Wanneer ze precies Europa binnenkwamen, is niet duidelijk. Grote steatoda’s blijven in principe bij hun web. In de winter gaan ze natuurlijk wel op zoek naar schuilplaatsen. Dit kan bij huizen zijn. Op zich zijn dit prima dieren, die veel voor de mens lastige dieren vangen. Daarnaast is de grote steatoda niet agressief van aard. Deze spin zal dus nooit actief een mens aanvallen. Kom je deze spin tegen, dan kun je deze het best voorzichtig buiten zetten.
Een plant in een berm bij Haren, wat is het?
Arno Lucas kwam kort geleden een vreemde plant tegen in de berm bij Haren. Hij vraagt zich af om welke soort het gaat. De naam is boshyacint, ook wel wilde hyacint genoemd. Dit is een plant uit de aspergefamilie. Van oorsprong groeide de boshyacint in West-Europa en dan vooral in het noorden van het Iberisch schiereiland, de Britse eilanden, West-Frankrijk en West-België. In ons land is de boshyacint binnengekomen als stinsenplant ( zie deze link voor meer uitleg, onder het kopje winterakoniet) en daarna verwilderd. Vermoedelijk zijn de in ons land voorkomende soorten voortgekomen uit twee verschillende boshyacint-types, namelijk de hyacinthoides non-scripta (wilde hyacint) en de hyacinthoides hispanica (Spaanse hyacint). Deze bastaardering is een eigen leven gaan leiden en is het niet meer de zuivere vorm van de boshyacint of wilde hyacint. Bijzonder is dat de boshyacint twee manieren kent van verspreiding: via bijbolletjes en via zaden. Heel bijzonder is dat de zaden erg groot en zwaar zijn voor zo’n kleine plant. Ook bijzonder is dat boshyacinten zich maar heel langzaam voortplanten, vandaar dat ze dan ook plotseling ergens verschijnen.
Op de tegels tientallen wormen, wat zijn het?
Yvonne Kimenai zag in haar tuin op de tegels een soort wormen. Het bijzondere is dat ze er elke dag wel tientallen zag. Ze stuurde mij een foto. Volgens mij zijn dit geen wormen, maar larven van langpootmuggen, ook wel emelten genoemd. Deze emelten zijn donkergrijs tot zwart van kleur en hebben een leerachtige huid.
Na een paring (zie bovenstaande foto) zetten de vrouwtjes van de langpootmuggen hun eitjes af in niet te droge, vaste grond. Ze doen dat vooral op gazons, grasland of in vergraste percelen. Daarnaast kunnen ze hun eitjes kwijt in akkers met veel kruiden, maar ook in verstopte dakgoten. Vandaar dat diverse vogels, zoals merels en kauwen, graag in de dakgoten snuffelen. De hoeveelheid eitjes die een vrouwtje van de langpootmug kan afzetten, varieert tussen de 350 en 1300. De uit de eitjes gekropen emelten zitten in de bovenste laag van de bodem en eten eerst vooral afvalstoffen. Later - en dan ontstaat een probleem op de gazons en graslanden - vreten ze aan wortels en ondergrondse delen van planten. Daarna ontstaat in die gebieden een nog groter probleem, want vogels weten waar die emelten zitten en gaan op zoek naar die heerlijke lekkernijen, met als gevolg een doorzeefd gazon.
Nachtvlinder in een garage
Martien van Helmond vond een nachtvlinder in zijn garage. Hij wil graag weten om welke nachtvlinder het gaat. Volgens mij heeft hij de nachtvlinder met de naam meriansborstel gefotografeerd. Deze nachtvlinder is een grijsachtige soort met wat donkere tinten. Deze vlinder is nauwelijks opvallend, maar de rups daarentegen des te meer, zie de foto hieronder.
Zoals je op deze foto kunt zien, zijn de rupsen prachtig van kleur. Het lichaam van deze rupsen kan groen, geel of licht oranjebruin zijn. Meestal overdekt met borsteltjes van fijne grijze haren, die op hun beurt weer op kleine wratjes staan. Op de segmenten een dichte geelachtig of zwartachtig grijze haarborstel op het midden van de rug. Dit weer gevolgd door een brede, fluweelzwarte dwarsband. Tenslotte staan op een paar segmenten een puntig uitlopende borstel van lange zwarte of rode haren. Kortom: een kleurenfestijn. Rupsen van de meriansborstel leven van meidoorn, sleedoorn, zomereik, berk en gecultiveerde fruitbomen. Je komt de rupsen vooral tegen van juli tot in oktober. De naam meriansborstel verwijst naar Maria Sibylla Merian, die leefde van het jaar 1647 tot 1717. Zij was naast entomoloog ook kunstenares. Met haar penselen - net zoals de borstels van de rups - legde ze de metamorfose van rups naar vlinder vast.
Op een volkstuinencomplex komen elk voorjaar vreemde stengels uit de grond
Ad Bink stuurde mij een foto van opkomende stengels in een volkstuin, die behoorlijk diep wortelen. Hij vroeg zich af wat dit zijn en of er een remedie tegen is. Op de foto die hij mij stuurde, zag ik fertiele stengels liggen van heermoes, ook wel akkerpaardenstaart genoemd, zie de bijgevoegde foto.
Deze fertiele stengels komen als eerste vroeg in het voorjaar uit de grond. Daarna komen pas de groene, niet fertiele en overbekende plantendelen (ook wel legoplantjes genoemd) uit. De gehele stengel is bruinachtig, maar op de top zit het hoedje ofwel de sporenaren met heel veel sporen. Deze sporen verspreiden zich door de wind en zijn dus de bron van nog meer groene heermoesplanten. Na ongeveer twee weken, als deze fertiele stengels hun sporen kwijt zijn en dus gaan verdorren, komen de bladgroene stengels van de heermoes tevoorschijn. Een tip voor Ad: haal die bleekgroene stengels zo vlug mogelijk weg, want dan kunnen ze geen nieuwe sporen verspreiden. Overigens betekent heermoes in de tuin dat de bodem niet vruchtbaar is. Bodemonderzoek is dan een uitkomst, dan weet je welke mineralen je tuin mist. Andere tips: zorg voor dichte schaduw en dichte beplanting, want daar kan heermoes niet tegen. Ook drainage van vochtige gronden is een middel om ze weg te houden. Daarnaast kan bemesting en het toevoegen van kalk ook helpen.
De rups van de Meriansborstel nachtvlinder – Jozef van der Heijden
Zoals zo vaak kom je onderweg weleens wat anders tegen dan waarnaar je op zoek bent. Tijdens de fietstocht van Jozef van der Heijden, die in het teken stond van paddenstoelen zoeken, zag hij een mooie rups: een rups van de nachtvlinder Meriansborstel. De Meriansborstel is een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen en de onderfamilie van de donsvlinders. De soort is vernoemd naar de bekende vlinder- en insectenschilderes Maria Sibylla Merian. De naam verwijst vermoedelijk naar de opvallende borstels op de rug van de rups. De rups gebruikt een groot aantal struiken en bomen als waardplant, waaronder eiken, wilgen, berken, prunussoorten en meidoorns. De rups komt voor in twee kleurvariaties: bruin en geel. De harige en kleurrijke rups is een bijzondere verschijning met de vier borstels en pluim op de rug.