Merel (20) woont al haar hele leven samen met 120 anderen
“Een jaar of vijf tot tien geleden was het een aanmelding per maand”, zegt Madelon (55) Didden. Ze is de moeder van Merel en de voorzitter van woongemeenschap vereniging Centraal Wonen Lismortel. Madelon denkt dat een deel van de populariteit te maken heeft met de woningnood. "Dus voor ons is het belangrijk om goed te screenen", zegt ze. "Het is de kunst om te bekijken, wat komt iemand halen? Maar ook wat komt iemand brengen? Want je wordt wel geacht wat bij te dragen aan de gemeenschap als je hier komt wonen.”
Zaterdag houdt de woongemeenschap open huis, tijdens de landelijke GemeenschappelijkWonenDag 2025. De gemeenschap van de Lismortel bestaat uit tachtig volwassenen en veertig kinderen. Ze wonen in gebouwen rondom een plein, met daarnaast nog een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte.
Dochter Merel woont er samen met haar ouders en broer. “Ik ben hier opgegroeid met heel veel verschillende jongeren van verschillende leeftijden. We hebben zo een vriendengroep van twaalf mensen opgebouwd. Die wonen allemaal niet meer hier, iedereen is uitgevlogen.” Wat Merel heel fijn vond, is dat ze altijd even bij een buurmeisje thuis kon binnenlopen: "Om samen buiten te spelen. Er was altijd wel iemand die dat wilde. Iedere ouder let wel op ieders kind. Dat is ook fijn.”
Merel past nu zelf op de kinderen van verschillende ouders. Ook zit ze in de activiteitencommissie. “We hebben een keer een Italiaanse eetavond georganiseerd. Ook zijn we een keer gaan kanoën met heel veel mensen uit de straat.”
Haar moeder woont nu 28 jaar in de woongemeenschap. “Ik ben hier komen wonen toen ik klaar was met studeren en alleen op een flatje terechtkwam. Ik vond het gewoon saai nadat ik vijf jaar in studentenhuizen had gewoond. Ik hoorde hierover en dacht dat het iets was wat bij mij zou passen. En dat blijkt ook, want 28 jaar later woon ik hier nog steeds.”
Ze leerde haar partner in de woongemeenschap kennen. Samen kregen ze twee kinderen. “De ruimte waar we woonden, werd een beetje klein. Binnen het project zijn we daarom verhuisd naar een ruimere plek.”
Over de woongemeenschap in Eindhoven
De eerste bewoners kwamen in 1983 in de woongemeenschap aan de Tourslaan in Eindhoven wonen. Het terrein is opgedeeld in tien huizenblokken waar gezinnen, stellen en alleenstaanden wonen. De jongste bewoner is drie maanden oud en de oudste is 83 jaar. Bewoners hebben hun eigen keuken, woonkamer en slaapkamers. Maar elk blok heeft ook een gezamenlijke woonkamer. Daarnaast is er nog een grote gemeenschappelijke ruimte om bijvoorbeeld met zijn allen op zondag koffie te drinken, een wekelijkse baravond te houden of voor yogalessen.
Wie zich bij de woongemeenschap wil aansluiten, moet eerst een toelatingsprocedure doorlopen. Het begint met een uitgebreide motivatiebrief waarin staat waarom iemand juist daar wil wonen. Daarna kun je op een belangstellendenlijst komen. Als er dan een ruimte vrijkomt, volgen er meerdere gesprekken om te kijken of er een klik is.
Het leven in een woongemeenschap is niet vrijblijvend. Je wordt geacht iets bij te dragen, stelt Madelon: “De gemeenschappelijke ruimte moet bijvoorbeeld onderhouden worden. Ook is er een bestuur voor de contacten met de woningbouwvereniging. Er is een groep die het veldje onderhoudt en er is een activiteitencommissie die allerlei leuke activiteiten voor de vereniging organiseert. Dus we verwachten wel van iemand dat hij ook echt deel wil nemen.”
Wie wat minder contact wil hebben met anderen, krijgt daar ook de ruimte voor. Dat geldt bijvoorbeeld voor de zoon van Madelon, die nu 22 is. Ook hij woont al heel zijn leven in de woongemeenschap. Madelon: “Hij vond het als kind heel erg leuk en had veel contact met vriendjes. Maar toen hij wat ouder werd, had het voor hem niet zo gehoeven. Juist omdat hij niet per se al die praatjes hoeft de hele dag. Ook prima, als je dat niet wil, dan hoeft het niet.”
Dochter Merel is bijna klaar met haar studie. Daarna wil ze haar vleugels uitslaan en uit de woongemeenschap vertrekken. Ze ziet zichzelf echter nog wel eens terugkomen, wanneer ze een gezin wil starten bijvoorbeeld. Ze vindt het nu eenmaal een 'superfijne plek', zegt ze.