Tommy (29) runt als vijfde generatie familiebedrijf: ‘Er is veel veranderd'
“Ik zei altijd dat ik geen fietsenmaker wilde worden. Maar als je boven de winkel woont, rol je er vanzelf in. Soms hielp ik mijn vader, en dat vond ik eigenlijk zo leuk dat ik uiteindelijk de zaak heb overgenomen,” vertelt Rick Kemps.
De geschiedenis van de familie Kemps gaat terug tot 1911, toen Ricks overgrootvader begon met een fietsenzaak. Zijn zoons openden verspreid over Brabant hun eigen winkels. In 1960 begon Ricks vader Jan zijn eigen vestiging in Den Bosch, die winkel is er nu nog steeds.
Ook zoon Tommy Kemps (29), de vijfde generatie, werkt inmiddels in het familiebedrijf. “Als kind dacht ik: mijn toekomst ligt hier, lekker makkelijk.” Maar na zijn studie vond hij het werk te eentonig en ging twijfelen. “Ik heb drie jaar ander werk gedaan, maar miste uiteindelijk de winkel. Mijn vader accepteerde mijn keuze, maar hij was wel blij dat ik terugkwam.”
Rick vult aan: “Ik kon daar alleen maar van dromen. Anders was er een eind gekomen aan het familiebedrijf.”
“Je bent tegenwoordig eerder technicus dan fietsenmaker.”
Tot drie jaar geleden werkten de drie generaties samen in de zaak. Jan (84) hielp tot vlak voor zijn overlijden nog volop mee. “Opa had zijn eigen plekje achterin de winkel, waar hij fietsen op zijn eigen ouderwetse manier repareerde,” vertelt Tommy. “Ik liep vaak naar hem toe voor een praatje. En we maakten veel grapjes. Dat was een heel bijzondere tijd.”
Maar er waren ook verschillen tussen de generaties. “Vroeger draaide de fietsenwinkel vooral om reparaties. Er werd af en toe een fiets verkocht, maar daarna gingen we weer snel terug naar de werkplaats”, vertelt Rick. “Op een gegeven moment werd de verkoop belangrijker. Daar had mijn vader wel moeite mee. Dat zorgde wel eens voor discussies.”
Ook het vak van fietsenmaker is in 65 jaar flink veranderd. “Vroeger zette mijn vader de fiets gewoon op z’n kop om te sleutelen,” zegt Rick als hij naar een oude foto wijst van zijn vader die een fiets repareert. “Maar dat kan allang niet meer. De fietsen zijn te zwaar en ingewikkeld.”
In de werkplaats staan voornamelijk elektrische fietsen. En er hangen computerschermen. “Het werk is veel moeilijker geworden. Je moet niet alleen goed om kunnen gaan met fietsen, maar ook met de techniek ervan. Je moet data uitlezen, software updaten en storingen vinden. Je bent eerder technicus dan fietsenmaker”, zegt de 58-jarige fietsenmaker.
“Mijn vader heeft die overstap naar elektrische fietsen niet meer kunnen maken. Hij liet dat aan mij over.”
“Mijn opa en vader hebben de winkel opgebouwd tot wat die nu is.”
Hoewel Tommy langzaam de winkel van zijn vader overneemt, is hij niet de klassieke fietsenmaker. “Ik weet veel van fietsen en kan wel een band plakken, maar de grote reparaties laat ik aan de jongens in de werkplaats over. Die kunnen dat veel beter dan ik.”
En fietsen zelf? “Doe ik eigenlijk ook niet graag”, lacht Tommy. “Ik pak liever de auto of ga lopend. Klanten vinden dat altijd een beetje gek als ik dat zeg.”
Toch is hij trots op zijn familieverhaal. Tommy kijkt naar een foto van zijn opa Jan die achter de toonbank staat. “Ik heb dit aan mijn opa te danken. Hij en mijn vader hebben de winkel opgebouwd tot wat die nu is. Aan mij de taak om dat voort te zetten.” Komend weekend vieren ze het 65-jarig bestaan van de Bossche zaak.