STUIFMAIL

Isidoor zag niet de gevreesde eikenprocessierups, Frans vertelt wat wel

Vandaag om 08:30 • Aangepast vandaag om 12:01
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur. Iedereen kan vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt Frans onder meer aandacht aan een wit weeskind, een beverrat en de rups van de witvlakvlinder. Deel een van deze Stuifmail is zaterdagochtend gepubliceerd.

Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:

Wachten op privacy instellingen...

Bijzondere rups aangetroffen op een tafel in de tuin

De rups van de witvlakvlinder (foto: Isidoor Jacobs).
De rups van de witvlakvlinder (foto: Isidoor Jacobs).

Isidoor Jacobs zag een bijzondere rups op zijn tafel in de tuin. Hij wilde graag weten om welke soort het gaat. Op de foto zie je een harige rups met vier opvallende gele borstels. We hebben hier te maken met de rups van de witvlakvlinder. Dit is dus niet de gevreesde eikenprocessierups, die zie je amper alleen.

De rups van de witvlakvlinder behoort ook tot een andere familie. De eikenprocessierups behoort tot de familie van de tandvlinders en de witvlakvlinder tot de familie van de donsvlinders. Witvlakrupsen voeden zich met diverse soorten waardplanten. Voorbeelden hiervan zijn wilgen en struiken van de rozenfamilie, zoals meidoorns en bramenstruiken.

Een witvlakvlindermannetje en daarboven het vrouwtje (foto: Saxifraga/Frits Bink).
Een witvlakvlindermannetje en daarboven het vrouwtje (foto: Saxifraga/Frits Bink).

Na het popstadium worden mannetjes van de witvlakvlinder mooie bruine nachtvlinders, die niet meer eten en vrij kort leven. Vrouwtjes van de witvlakvlinder hebben geen vleugels en kunnen zich dus bijna niet verplaatsen. Ze blijven dan ook meestal op of naast hun cocon zitten.

Ze leggen hun eitjes in grote hoeveelheden op de buitenzijde van de cocon. Overigens dankt deze nachtvlinder de naam aan de twee opvallende witte vlakjes op de vleugels van de mannetjes, zie de foto hierboven. Op diezelfde foto zie je ook het vleugelloze vrouwtje.

Wat heb ik gefotografeerd, een bever of een beverrat?

Een beverrat (foto: Leo Verkoelen).
Een beverrat (foto: Leo Verkoelen).

Leo Verkoelen heeft op 1 mei in de Hamert bij het Limburgse Arcen een foto gemaakt van een dier waarvan hij vermoedt dat het een jonge bever is of een beverrat. Dat laatste is het geval, want de staart van dit dier is niet plat (zoals je ziet op de foto hieronder). Op de foto boven dit verhaal zie je een echte rattenstaart.

Een bever (foto: Saxifraga/Mark Zekhuis).
Een bever (foto: Saxifraga/Mark Zekhuis).

Oorspronkelijk kwamen beverratten hier niet voor, maar leefden ze in Zuid-Amerika. Vermoedelijk is de beverrat in de jaren twintig van de twintigste eeuw vanuit Argentinië naar Europa gehaald. Dit omdat de beverrat gefokt werd vanwege de pels van deze dieren. Die werd in kleding verwerkt. Helaas zijn er uit die pelsfokkerijen veel beverratten ontsnapt. En nog erger, ze hebben zich goed kunnen handhaven.

Gelukkig staat dit dier sinds 2016 in de Europese Unie op de Unielijst. Lees in deze link wat dat betekent. Vooral in poldergebieden, maar ook langs rivieren, leveren beverratten heel veel problemen op. Dijken worden verzwakt door hun gegraaf. Daarom hebben organisaties die daar eigenaar zijn graag dat mensen bij het zien van beverratten dit melden.

Beverratten zijn ongeveer 65 centimeter lang, jonge soorten zo’n 35 centimeter. Ze hebben glanzend bruine en geelbruine dekharen en een grijze ondervacht. Ze wegen zo’n negen kilo, wat behoorlijk zwaar is. Op de snuit staan voornamelijk witte snorharen. Ook de snuit en kin zijn wit. Hopelijk heeft Leo Verkoelen dit dier gemeld bij Waterschap Limburg. Anders kan hij dat bij dezen doen, zie deze link.

Welke vlinder liet zich zien in de woonkamer op de vitrage?

Een wit weeskind (foto: Arieanne Lepelaars-van Wijk).
Een wit weeskind (foto: Arieanne Lepelaars-van Wijk).

Arieanne Lepelaars-van Wijk zag plotseling een vlinder in haar woonkamer. Gelukkig kon ze goed zien hoe de vlinder eruit zag. Naast de foto die ze mij stuurde, beschreef ze de vlinder ook enigszins: “Het was een zwarte vlinder met een witte stip en behaarde poten."

Ze had deze vlinder nog nooit eerder gezien. Als je goed naar de vlinder kijkt, zie je twee bijzondere driehoekige witte stippen op zwarte vleugels, dus hebben we te doen met het enigszins zeldzame wit weeskind. Dit wit weeskind wordt, na een periode van afwezigheid in ons land, weer wat meer waargenomen.

Op de website van de Vlinderstichting kun je het volgende lezen hierover: “Sinds 2016 jaarlijks waarnemingen, waarbij in 2020 meer dan tien waargenomen exemplaren in de zuidelijke helft van het land en tegenwoordig in waarnemingen in heel het zuidoosten van Nederland.”

Een wit weeskind (foto: Saxifraga/Peter Gergely).
Een wit weeskind (foto: Saxifraga/Peter Gergely).

In onze provincie maak je dus kans deze zeldzame nachtvlinder tegen te komen. Het wit weeskind is een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen, zoals ook roodweeskind, zwartweeskind en huismoeder. De rupsen van het wit weeskind leven vooral van eikenbladeren, maar ook van iepenbladeren. De nachtvlinder wit weeskind kom je vooral tegen van eind april tot ongeveer half juli, de rupsen van juni tot augustus. Wit weeskinderen overwinteren als pop in een cocon op de grond.

Rubriek mooie foto’s

Een poelkikker (foto: Patricia Smulders).
Een poelkikker (foto: Patricia Smulders).

In de rubriek mooie foto's dit keer een foto die gemaakt is door Patricia Smulders. Zij legde een mooie groene kikker vast, in dit geval een poelkikker.

Het Venloon.
Het Venloon.

Natuurtip
Zaterdag 24 mei kun je van tien uur 's ochtends tot twaalf uur 's middags deelnemen aan een cultuurhistorische wandeling door de Loonse en Drunense Duinen.

Duik in de geschiedenis van de Loonse en Drunense Duinen. Daar ontstonden in de middeleeuwen de eerste nederzettingen. Een van de meest bekende gehuchten is ongetwijfeld De Efteling, maar de omgeving kende nog meer van zulke dorpen. Venloon en Westloon, gelegen ten noorden van het huidige Loon op Zand, behoorden tot de plekken waar de eerste pioniers gingen wonen. Hun aanwezigheid is nog altijd voelbaar in het landschap, een erfenis van de strijd tegen het ‘vliegende zand’.

Meer informatie:
• Aanmelden is verplicht en kan via deze link.

• Vertrekpunt is parkeerplaats Busstation in Loon op Zand, zie deze link.

• Kosten bedragen zeven euro, niet-leden van Natuurmonumenten betalen tien euro.

• De excursie is gericht op volwassenen, oudere kinderen zijn onder begeleiding van een volwassene welkom.

• Trek stevige wandelschoenen aan.

• Draag kleren die passen bij het weer.

• Controleer jezelf achteraf altijd op teken.

• Honden mogen niet mee.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!