IJslandse hyperpop op songfestival heeft verdacht veel weg van nummer BZB
Gisteravond kon heel Nederland zich weer vergapen aan de meest bizarre acts tijdens de finale van het Eurovisie Songfestival in Basel. Van onze eigen Claude die de sterren van de hemel zong met zijn 'C'est La Vie', naar de in latex gehulde Erika Vikman uit Finland die een lied ten gehore bracht over klaarkomen. Er was voor ieder wat wils. Maar voor de selecte groep kijkers die naast songfestivalfan ook connaisseur zijn van de Brabantse muziekwereld viel iets op.
Als 10e aan de beurt op de bühne was het duo Væb voor IJsland met hun nummer Roá (ofwel Roeien in het IJslands.) Met hun zilverfolie-achtige outfits, hun opvallende zonnebrillen met glitters en dansend op een bootje knalden de broers Matthías en Hálfdán door de speakers de huiskamers in Europa binnen. Commentator Cornald Maas doopte het mierzoete IJslandse popnummer voorafgaand aan het optreden al om tot: "Snollebollekes op zijn IJslands."
Maar al snel merkte de oplettende Brabantse songfestival-liefhebbers op dat het nummer veel weg had van een lied van de Brabantse band BZB (Band Zonder Banaan) uit Volkel.
"Toen ik het nummer voor het eerst luisterde, hoorde ik inderdaad wel wat gelijkenissen."
"Van tevoren attendeerden veel mensen ons al op de inzending van IJsland", lacht voorman van BZB Fred van Dijk. "Toen ik het nummer voor het eerst luisterde, hoorde ik inderdaad wel wat gelijkenissen."
Van Dijk vindt het wel leuk dat mensen de link met zijn band gelijk leggen. "We hebben leuke reacties gehad, mensen die zeggen: Nu snap ik waarom ik het nummer van IJsland zo goed vond."
Zelf zat hij zaterdagavond ook klaar om de delegatie van het Scandinavische eiland te zien stralen op het podium. "Ik had een bbq met vrienden, we hadden de tv in de tuin staan om het songfestival te kijken. We hebben nog nét geen punten uitgedeeld." Toen het IJslandse duo aan de beurt was, zaten ze op het puntje van hun stoel. "We hebben wel even nauwlettend gekeken", lacht de frontman.
Maar van imitatie als hoogste vorm van vleierij is geen sprake, volgens Van Dijk. "Het klinkt wel enigszins hetzelfde", vertelt hij. "Maar er zijn heel veel nummers die op elkaar lijken. Ik denk dat het inherent is aan muziek. Als je een aantal dingen achter elkaar zet, lijkt iets al snel op elkaar."
De frontman vertelt dat het niet de eerste keer is dat de band iets van zichzelf terugziet op het podium van het songfestival. "Een aantal jaren geleden traden we op met hele kleurrijke, strakke pakken, dat zag je toen nog nergens. Maar toen we het jaar erop naar het songfestival keken, waren daar ineens die pakken te zien."
"We zeggen nooit, nooit."
De Volkelse band lijkt wederom als inspiratiebron te dienen voor een songfestivalact. Is het dan niet eens tijd dat we BZB zelf sturen naar de Europese Liedjeswedstrijd? "We hebben het er in het verleden wel eens over gehad", vertelt de zanger. "We zeggen nooit, nooit. Maar je moet het wel willen." Volgens Van Dijk gaat het bij het songfestival namelijk vaker om de act dan om het nummer."
Wie weet gaan in de toekomst dus de douze points naar Brabant. Maar dat het bij het songfestival niet altijd gaat om het liedje, blijkt ook in de finale. De gebroeders uit IJsland strandden met hun Roá-bootje op de één na laatste plek. Maar ja, C'est la vie.