Plukken, planten en ontmoeten: zo 'bouwen' ze hier aan een groene stad
Fruitbomen, struiken, bloemen: In de Bredase wijk Princenhage slingert een 3,5 kilometer lange Plukroute door plantsoenen en straten. Je kunt er peren, appels, bessen en bloemen plukken en de noten oprapen. Het is gratis.
“De Plukroute is een initiatief van bewoners. De gemeente maakt de grond klaar en regelt de landschapsarchitect en hovenier. Samen met zo’n zestig omwonenden doen we het onderhoud”, vertelt buurtbewoner Marie-Louise de Ponti trots. “Insecten en vogels vinden er voedsel en een plek om te wonen. Het is goed voor de biodiversiteit. En mensen ontmoeten elkaar.”
Handen uit de mouwen steken
Honderden mensen in en om Breda steken, net als Marie-Louise, de handen uit de mouwen voor een groene stad: van ondernemers tot tuinliefhebbers en van ecologen en kunstenaars tot de gemeente. Samen maken zij de omgeving mooier, groener en gezonder. Dat heeft de Baroniestad de titel ‘National Park City’ opgeleverd. “Samen brengen we alle bewoners dichter bij de natuur”, legt Marie-Louise uit. “Dat is belangrijk. Want je bent gelukkiger en gezonder als je leeft in een groene omgeving. Mensen ervaren dan minder stress en ademen schonere lucht in. Ik word er zelf blij van.”
Inwoner Joost Barendrecht beaamt dat. Hij zet zich als vrijwilliger in voor Stichting Breda Stad in een Park, als voorzitter. “Als stichting helpen we inwoners die dit soort ideeën hebben om Breda te vergroenen. We koppelen partijen aan elkaar en helpen bij het aanvragen van subsidies. We hebben als stad de titel ontvangen dankzij initiatieven zoals de Plukroute en de aanleg van geveltuinen”, vertelt hij trots.
De helft van de Bredase grond is in handen van inwoners en bedrijven. Het is belangrijk dat de gemeente en bewoners samen optrekken, volgens wethouder Peter Bakker van Natuurontwikkeling en Klimaat. “De gemeente zorgt bijvoorbeeld voor meer ruimte voor natuur rond de singels. Het brengt verkoeling en Breda is een belangrijk knooppunt voor dieren zoals otters, vleermuizen, bevers en allerlei soorten vis”, zegt hij. “We hebben inwoners nodig die in eigen tuin, straat, wijk of dorp de handen uit de mouwen steken. Bijvoorbeeld door meer bloemen en struiken te planten. Dat is goed voor de biodiversiteit en trekt bijen aan die planten bestuiven.”
Schoffelen
Marie-Louise staat intussen elke maand paraat voor het onderhoud van de Plukroute. De vrijwilligers snoeien en schoffelen. Maar alleen als het onkruid andere planten overwoekert. “Wat mensen vaak niet weten is dat het laten staan van onkruid eigenlijk beter is voor het bodemleven”, zegt ze. “De wortels maken tunneltjes in de grond. Regenwater kan hierdoor dieper de grond ingaan en het bodemleven krijgt weer zuurstof." Ze vindt het heerlijk om langs de Plukroute te lopen.
De vrijwilligers van de Plukroute tellen vlinders voor de Vlinderstichting en de gemeente en ze organiseren speurtochten. Ook hebben ze voor een tentoonstelling over biodiversiteit in het Princenhaags Museum een aantal informatieborden aangeleverd over de Plukroute en de toestand van de biodiversiteit in de wereld.
Volgens Marie-Louise is het klip en klaar: “We moeten harder aan de bak met groen. Zo moet de komende jaren zichtbaarder worden dat Breda een groene, Europese 'Stad in een Park' is.”
28 groene plekken
Wethouder Peter Bakker: “Breda is een ‘Stad in een Park’. Een plek waar het gezond en prettig werken, wonen en leven is voor zowel mensen, dieren als planten.” Wethouder Jeroen Bruijns van Openbare Ruimte vult aan: “De stad wordt steeds intensiever gebruikt. Breda wil een stad met dorpen en wijken zijn waarin mensen elkaar in de groene buitenruimte kunnen ontmoeten.” De gemeente investeert in het aanleggen van groen op 28 belangrijke plekken in de stad, zoals het Chassépark en Winkelcentrum De Burcht. Bruijns: “Ook initiatieven in buurten stimuleren we graag. Zo worden veel stukjes groen door inwoners zelf onderhouden met wijkdeals.”