Naomi verruilt kunstschaatsen voor snelheid en werkt zich in talententeam
Na meer dan tien jaar op topniveau te hebben kunstgeschaatst, verloor Naomi het plezier in de sport. "Ik had geen zin meer, het plezier was weg. Toch kon ze de topsport niet loslaten. "Ik ben wel echt een sporter en was altijd de snelste op kunstschaatsen. Ik dacht, waarom niet iets nieuws proberen?"
Dat werd langebaanschaatsen. Na een paar keer skeeleren stapte ze naar oud-topschaatsster Annamarie Thomas, die met Delta Talent jonge sporters begeleidt. "Binnen een half uur reed ik al met de wedstrijdrijders mee van Delta en de baanselectie", zegt Naomi.
Spannend
Toch was de overstap wel spannend. "Ik had altijd een doel voor ogen - de Olympische Spelen - waar ik vanaf mijn vierde aan werkte." Het loslaten van het kunstschaatsen zorgde voor onzekerheid. "Want je weet niet hoe de langebaan gaat lopen. Maar soms moet je risico's nemen. Tot nu toe heb ik er geen spijt van gehad." Ze hoorde vaak dat mensen dit beter bij haar vinden passen. "Omdat ik met 1.80 meter superlang ben, terwijl iedereen in het kunstschaatsen juist superklein is." Als kunstschaatsster had ze ook veel kracht nodig. "Ik moest door mijn lengte harder werken om rotaties te maken. Bij het langebaan komt het nu samen: power, lange benen en het harde werken."
"Soms moet je risico's nemen."
"Het ging meteen vanaf het begin zo goed. Als ik iets wil, lukt het. Maar ik had niet verwacht dat het zo snel zo goed zou gaan." Haar eerste 500 meter reed ze in 46 seconden, inmiddels is dat 42. Door haar sterke eerste jaar mocht ze zelfs de baanselectie overslaan en werd ze opgenomen in de regioselectie. "Ik wilde niet een te grote stap, maar dacht: we gaan het gewoon doen. En het gaat heel goed, de trainingen zijn goed te doen."
Hoewel langebaanschaatsen een compleet andere discipline is, profiteert Naomi van haar kunstschaatsverleden. "Ik heb veel voordeel in de bochten. Met het kunstschaatsen maakten we diepe kanten en kunnen we net als shorttrackers korte bochten maken." Wennen was het wel. "Klapnoren zijn langer en dunner." Ook kan ze door haar verleden misslagen goed corrigeren, vult haar moeder Ingrid aan. "Daaraan zie je dat ze veel controle over haar lichaam heeft."
"In het begin had ik zoiets van 'huh', maar nu zie ik hoe het ook kan."
Naomi voelt zich op de langebaan meer op haar plek. "Iedereen helpt elkaar en er is geen jaloezie. Kunstschaatsen is meer een jurysport, bij de langebaan presteer je echt voor jezelf." Het teamgevoel vindt ze belangrijk: "Je gaat samen naar wedstrijden, daar praat je ook met anderen. Iedereen kent elkaar." Ze vindt het leuk dat iedereen elkaar aanmoedigt. "In het begin had ik zoiets van 'huh', maar nu zie ik hoe het ook kan. Achteraf besef je dat het raar was dat het daar niet gebeurde."
Een ander groot voordeel is de balans met school. "Met kunstschaatsen trainde ik meer dan 25 uur per week. Nu veel minder." Dat betekent minder schoolverzuim. "Ik heb nu nog geen uren gemist." Ook de wedstrijdmogelijkheden bevallen haar beter. "Er waren maar vier of vijf wedstrijden per jaar in Nederland, verder moest ik altijd naar het buitenland. Hier kan ik nu elk weekend wel ergens een wedstrijd rijden." Bij een van die wedstrijden bij Thialf in Heerenveen kwam ze toppers Marrit Fledderus en Mats Siemons van Team Reggeborgh tegen. "Je hebt je doel letterlijk voor ogen."
"Enge keuzes leiden soms tot mooie dingen."
Voor nu richt Naomi zich op haar trainingen. Over het kunstschaatsen wil ze het liever niet meer hebben. "Het is afgesloten en mijn blik is vooruit." Haar boodschap aan jonge sporters die twijfelen of worstelen? "Laat je niet tegenhouden door anderen. Blijf aan je doelen werken en wees niet bang om deuren dicht te gooien, want dan gaan anderen weer open. Enge keuzes leiden soms tot mooie dingen."