A59-plan bijna twee keer zo duur, provincie wil extra steun van Den Haag
De Brabantse politiek stelde het plan voor de zogeheten Oostelijke Langstraat al in 2018 vast. Na rechtszaken van omwonenden en milieuorganisaties oordeelde de Raad van State in januari dit jaar dat de plannen nu wel in orde zijn. Die plannen houden in dat vier van de negen op- en afritten van de A59 verdwijnen. De provincie wil er natuur, water en plekken voor recreatie aanleggen en er moeten een snelfietsroute en twee ecologische verbindingszones komen.
Deze week werd bekend hoe de extra kosten worden verdeeld. Voor de provincie betekent het 40,3 miljoen en de gemeenten Heusen en Waalwijk moeten 26,2 miljoen en 25,3 miljoen euro bijleggen.
'Grote zorgen'
"Wij hebben grote zorgen over de gevolgen bij de gemeenten", zei indiener Hubert Koevoets van Lokaal Brabant. "Ze zien het nut van de plannen, maar lopen tegen de kosten aan." Hij vindt dat het Rijk een deel van de schuld draagt, omdat projecten in de ijskast zijn gezet.
Verantwoordelijk gedeputeerde Wilma Dirken (Ruimte) is bereid om bij de landelijke overheid aan te kloppen. "Het college vindt ook dat we naar mogelijkheden voor extra geld op zoek moeten. Aankloppen bij het Rijk is daarbij zeker een mogelijkheid."