Zo is het om op jonge leeftijd een ouder te verliezen: 'Meerdere rouwfases'
Allereerst natuurlijk de vraag: wat is rouw precies? Want het is een begrip dat in vele vormen en maten wordt ervaren. Zo kun je het volgens Dreezens niet alleen voelen als je een dierbare verliest, maar ook bij het verlies van bijvoorbeeld een huis, baan of relatie. "Je kunt ook rouwen om dingen die je nooit hebt gehad. Ik rouw bijvoorbeeld niet heel erg om mijn moeder, want ik heb geen herinneringen aan haar. Maar ik heb wel heel lang gerouwd omdat ik mijn moeder niet heb gekend", zegt de rouwcoach.
Na een verlies moet je je aanpassen aan de nieuwe situatie. Dat is wat we rouw noemen. Sommige mensen rouwen snel, anderen doen er lang over. Dreezens onderscheidt hierin drie soorten rouw.
"Het is niet zo dat mensen iets wegstoppen als ze niet huilen."
Bij de eerste groep heeft het verlies korte tijd een impact op het dagelijkse leven. Die groep pakt de draad na één of twee jaar weer op. De tweede groep mensen blijft juist hangen in het verlies en kan langere tijd niet goed functioneren.
Maar de grootste groep mensen rouwt volgens de psycholoog niet heel actief. Deze mensen kunnen door met hun dagelijkse leven en huilen bijvoorbeeld ook niet heel vaak. "Mensen denken soms dat deze mensen het wegstoppen, maar dat is niet zo. Ze hebben er gewoon minder last van", legt ze uit.
De rouwpsycholoog vertelt er meer over in de podcast 'Of ik je Mis', waarin Thijs den Ouden meer informatie zoekt over zijn vader, die overleed toen hij vijf jaar oud was:
Maar hoe zit het dan met kinderen die een dierbare verliezen? Volgens Dreezens geldt daar hetzelfde voor: iedereen verwerkt het op zijn eigen manier. Maar dat ligt bij kinderen wel heel erg aan de leeftijd.
Hele jonge kinderen snappen nog niet wat de dood betekent, maar voelen wel het verdriet van de mensen om hen heen. Vanaf een jaar of zes ziet Dreezens dat kinderen vooral praktische vragen gaan stellen over de dood. "Dat doen ze om te snappen dat de dood iets speciaals is. Ze beginnen dan te snappen dat iemand die dood is, niet meer terugkomt." Richting de puberteit gaan kinderen inzien dat iemand of iets zomaar weg kan vallen en gaan ze daar meer over nadenken.
"Voetballen en fietsen zijn ook vormen van rouwen."
Volgens Dreezens komen kinderen iedere levensfase opnieuw in een vorm van rouw terecht. Her-rouw noemt ze dat. Dat ervaart de psycholoog zelf ook. Toen haar moeder overleed was ze vier. Hoe ouder ze werd, hoe meer ze begreep wat de dood van haar moeder betekende. "Met iedere leeftijd begreep ik weer nieuwe dingen, waardoor ik steeds door nieuwe emoties heenging. Je bent dus best een lange periode af en aan met je rouw bezig."
Dreezens benadrukt dat rouwen niet alleen maar huilen en verdriet hoeft te zijn. "Als een kind door keihard te voetballen af en toe agressie kwijtraakt, dan is dat ook een vorm van verwerken. Toen mijn vader overleed, ging mijn oom iedere dag een rondje fietsen. Mijn broer maakte vooral grappen over het feit dat we wees waren. Dat zijn ook allemaal manieren van rouwen."
De rouwcoach denkt dat je eigenlijk de rest van je leven doorgaat met rouwen. Niet continu, maar bij iedere levensfase zal je wel iets nieuws merken. "Iedere keer gebeurt er weer iets in je leven waarbij je had gewild dat diegene erbij was geweest. Ik had dat bijvoorbeeld toen ik ging trouwen. Maar vader was al tien jaar dood, dus ik was erop voorbereid dat hij er niet zou zijn. Maar het kwam toch wel weer binnen toen ik besefte dat hij me niet op mijn bruiloft weg zou gaan geven. Je komt dan niet in een diep rouwproces, maar er komt weer een klein laagje rouw bij."