Laura Nunnink verliet afgelopen zaterdag met tranen in haar ogen het hockeyveld in Bilthoven. De hockeyster, die 205 interlands achter haar naam heeft staan, maakte rond de twintigste minuut een sprong om de bal te ontwijken. Op het eerste gezicht leek er niets aan de hand, maar het was foute boel voor de geboren Eindhovense. Haar kruisband en meniscus zijn kapot.

"Ik had heel veel pijn. Maar je hebt ergens nog hoop. Het deed zoveel zeer, dat ik me niet voor kon stellen dat er niks aan de hand was. De adrenaline doet ook veel met je. Toen ik zondag thuis was, voelde ik het pas echt. Ik kon niet meer lopen’, vertelt Nunnink dinsdag in een interview met Hockey.nl.

Uitslag van haar MRI
Uit een MRI-scan bleek de ernst van haar blessure. "Er was schade aan mijn meniscus en kruisband te zien. Het is gewoon kapot. Dit is echt pure ellende. Ik kan er niks anders van maken, maar het is echt zwaar klote. Ik vind het verschrikkelijk dat ik voorlopig niet meer op een hockeyveld sta."

Landskampioenwedstrijd
Tijdens de ontknoping van het landskampioenschap, die gepland staat voor donderdag in Den Bosch, kijkt Nunnink vanaf de tribune toe. "Ik ga er alles aan doen om mijn ploeg aan te moedigen."

Het belooft spannend te worden aan de Oosterplas. Den Bosch speelde in het eerste finaleduel gelijk tegen SCHC. De winnaar van de wedstrijd komende donderdag mag zichzelf de nieuwe kampioen noemen. Als de speelsters van Den Bosch winnen, worden ze voor de 23ste keer landskampioen.

Lange revalidatie
Laura Nunnink is verdrietig dat ze donderdag niet op het veld kan staan om te strijden voor het kampioenschap. Ze wist door de pijn in haar knie eigenlijk meteen al dat ze dat niet zou gaan redden. Ze baalt meer van het EK dat in augustus op de planning staat, ook dat moet ze door haar blessure missen.

Nunnink heeft haar blik nu gericht op één nieuw doel: het WK in eigen land in de zomer van 2026. "Bij dat toernooi hoop ik er weer te staan."