Dit doek bevat bloed van Jezus en werd jarenlang ingemetseld tegen dieven
Het is 1400. De parochiekerk in Boxmeer zit tjokvol, net als tijdens iedere mis die wordt gehouden. Godsdienst beheerst ieder aspect van het dagelijkse leven, zeker in Brabant waar het katholieke geloof alom aanwezig is. De priester werkt de dienst routinematig af en komt aan bij het meest belangrijke en heilige deel van deze viering. Het breken van het brood en het schenken van de wijn.
De wijn staat voor het bloed van Jezus, het brood voor het lichaam van Christus. Om erbij stil te staan dat hij stierf zodat de zonden van de mensheid zouden worden vergeven. Heel mooi al dat (bij)geloof, maar wat sta ik hier nu eigenlijk allemaal te doen, maalt er door het hoofd van de geestelijke. Dit is toch gewoon brood en wijn? Omzetten in het lichaam en bloed van Jezus? Mwah, eerst zien, dan geloven.
Dan opeens ontstaan er bellen in de beker. Steeds meer en de wijn begint te bruisen. Zo hard dat op enig moment de kelk overstroomt en de 'wijn' een dikke druppel achterlaat op het linnen doek onder de beker. Maar het goedje op dit altaarlinnen, ook wel corporale genoemd, is geen wijn, maar bloed! Terwijl de rest van de inhoud van de beker gewoon weer in wijn is veranderd. Alle aanwezigen in de kerk weten het zeker, dit kan niet anders dan een wonder zijn.
En daar moet flink bij stil worden gestaan. De inwoners lopen vanaf dat moment in optocht door de straten van het dorp. En dragen het doek met het Heilige Bloed van Jezus met grote verering met zich mee. In het begin van de zomer, de eerste vijf eeuwen zelfs acht keer per jaar, zo staat in een uitgebreide omschrijving van de traditie te lezen in het Boxmeers Weekblad uit 1884.
Het wonder dringt door in andere delen van Nederland. Mensen uit het hele land willen deze bloedprocessie, die de Boxmeerse Vaart wordt genoemd, meemaken. In 1430 is de kerk te klein geworden en wordt die uitgebreid met liefst vijf extra altaren. Een geestelijke uit Zutphen, ene Gerardus van Meer, vindt het in 1482 tijd dat de Boxmeerders het wat professioneler aanpakken. Hij schenkt ze een kist waarin het linnen wordt gestopt en kan worden meegedragen in de stoet.
Een paar eeuwen later doet graaf Albert van den Bergh uit Boxmeer er nog een schepje bovenop. Hij geeft in 1656 een grote, verzilverde draagkist cadeau waarin de kleinere kist een plekje krijgt. Dat het heilige doek dan nog überhaupt aanwezig is, mag een Godswonder heten. In 1583 werd de kerk geplunderd en verdwenen nagenoeg alle documenten over het relikwie, dat zelf gespaard bleef.
De meest donkere periode is echter eind 18e eeuw als de Fransen Nederland binnentrekken. Uit angst dat die ermee gaan lopen, metselen ze de kist tussen 1794 en 1800 iedere jaar in om hem te verbergen en weer tevoorschijn te toveren bij de volgende processie. In 2012 volgt de ultieme bekroning en krijgt de Boxmeerse Vaart een plekje op de lijst van Nationaal Immaterieel Cultureel Erfgoed.
Wie de bloedprocessie zelf wil meemaken kan volgende week zondag een kijkje nemen, dan wordt de tocht voor de 625e keer gehouden.
Kijk hieronder naar hoe de Boxmeerse Vaart eruit ziet
Vervlogen Verleden
Vervlogen Verleden is een wekelijkse rubriek over leuke, opmerkelijke of grappige weetjes uit het rijke Brabantse verleden. Heb je een tip, mail dan naar: [email protected].