Iedereen dacht dat Bart na zijn ongeluk niet gewond was, dat zat anders
Bart ging samen met dertien vrienden een weekend motorrijden in België, Duitsland en Luxemburg. Een mooie tocht van ruim 950 kilometer. “Het ging allemaal prima. In Eindhoven zwaaiden we elkaar rustig uit. Maar ja, nondeju: 1300 meter van mijn huis gaat het dan alsnog fout.”
"Onvoorstelbaar", noemt Bart de botsing. Op de Sonseweg in Lieshout botst hij tegen een bestelbus met zijn motor. De bus draaide net de weg op vanaf een oprit. “Opeens stond die bus voor mijn neus. Ik kon geen kant meer op. Ik wist meteen dat ik ging botsen.”
"Dan hadden we het nu misschien wel over een crematie gehad.”
Bart schoot door richting een boom. “Ik kon op het laatste moment naar links sturen. Mijn motor raakte de boom. Maar zelf werd ik van de motor gelanceerd en vloog ik dus langs de boom af. Dat is mijn redding geweest. Als ik zelf tegen die boom was geknald, hadden we het nu misschien wel over een crematie gehad.”
Wonder boven wonder leek Bart niet gewond. Hij werd nagekeken in een ambulance en door de politie naar huis gebracht. Na het ongeluk meldde een agent zelfs aan een 112-verslaggever van Omroep Brabant dat Bart een engeltje op zijn schouder had omdat hij niet gewond was. Maar het lag toch anders.
Een foto vanuit de ambulance, toen Bart nog dacht dat hij weinig mankeerde:
Eenmaal thuis deed Bart samen met zijn vrouw zijn motorbroek uit. “Toen zagen we mijn knie. Die was zo groot als een basketbal. Ik verloor meteen mijn bewustzijn. Toen wisten wij: dit is helemaal niet goed. Die ambulance mocht weer terugkomen.”
Eenmaal in het ziekenhuis bleek Bart een gebroken knieschijf en een gebroken ruggenwervel te hebben. Zijn bovenbeenspier is deels gescheurd en zijn schaamstreek is bont en blauw. Bart moet maanden herstellen en kan op dit moment nog amper bewegen. Hij praat moeilijk omdat hij heel veel pijnstilling krijgt.
Zelf kan hij het allemaal nog amper geloven. “Knieschijf doormidden, ruggenwervel gebroken: ik merkte er na het ongeluk niets van. Niemand om mij heen dus eigenlijk, maar ik neem de hulpdiensten niets kwalijk. Ik leek gewoon oké, maar ja, je staat op zo'n moment helemaal strak van de adrenaline. Dat zorgt ervoor dat je niets voelt. Dat heb ik nu wel ervaren.”
Volgens Bart heeft hij geen 'engeltje', maar ‘een heel peloton aan engeltjes’ op zijn schouder gehad. “Ik had dood kunnen zijn. Die agent die bij het ongeluk was, heeft mij gister nog teruggebeld. Hij kon niet geloven dat ik niets mankeerde, dus dat wilde hij toch nog even checken. Nou, dat vermoeden klopte dus.”
Bart heeft een bedrijf in beveiligingscamera’s en alarmsystemen. De verwachting is dat hij maandenlang niet kan werken. In de tussentijd ligt hij plat in zijn ziekenhuisbed en moet een MRI-scan uitsluitsel bieden over de schade aan zijn lichaam. "Het is gewoon kut", vat hij zijn ellende met een kleine lach samen. "Ik hoop maar dat het meevalt."