Deze vogel is bezig aan een invasie in Brabant, Frans vertelt
Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Jonge dode vogel gevonden
Tegen het raam van het huis van Frederik Meyer vloog een jonge appelvink. Helaas met de dood tot gevolg. Hij had deze vogel nog nooit, in de 35 jaar dat hij woont in Bosschenhoofd, gezien. Naast die dode jonge appelvink had hij nog een exemplaar op de voedertafel gezien. Zijn vraag is of er nu meer appelvinken voorkomen vanwege klimaatverandering of vanwege meer voedsel in de bebouwde kom.
Het klopt inderdaad dat er de laatste jaren meer appelvinken worden gezien. Sommige mensen gebruiken zelfs het woord invasie als het om het aantal appelvinken gaat, met als topjaar 2017. Overigens niet alleen in ons land, ook in de ons omringende landen worden veel meer appelvinken waargenomen. Dit onder meer vanwege de klimaatverandering waardoor meer appelvinken hier komen broeden en noordelijke soorten ook naar onze regio’s trekken. Daarnaast neemt het aantal oudere bossen toe waardoor er meer voedselaanbod (meidoornvruchten) is voor deze mooie vinkensoort. De naam is trouwens verwarrend, want de appelvink eet geen appels. Men denkt dat het woord appel slaat op haagappels. Zo werden vroeger de vruchten van de meidoorn - die lijken een beetje op sterappels - bedoeld.
Vier zachte dingen gevonden in de tuin
Tiny Vertogen kwam vier 'dingen' in haar tuin tegen en stuurde mij een foto met de vraag wat is dit? Volgens mij zijn het al wat oudere vruchtlichamen van de grote oranje bekerzwam. De vruchtlichamen van grote oranje bekerzwammen groeien vooral op zonnige, open plekken.
Deze zwammen behoren tot de zakjeszwammen zoals ook de morieljes en kluifzwammen. De vruchtlichamen lijken bij een vluchtige blik op weggeworpen sinaasappelschillen, vandaar dat sommige mensen ze niet altijd opmerken. Ze groeien meestal in groepen van de zomer tot de herfst. De vruchtlichamen hebben geen steel. In de binnenste gladde laag worden de sporen gevormd. De buitenkant voelt fluweelachtig aan. De kleur kan variëren van wittig tot lichtbruingeel.
Leeg omhulsel gevonden in het water
Marijke Derks zag onderaan de stengel van een iris/gele lis een groot insect. Daarna vond ze de lege huid. Ze vraagt aan mij of dat wat op de foto staat de cocon is van een libel. Wat op de grond ligt, noemen wij een lege nimfenhuid van in dit geval een grote libellensoort. Waarschijnlijk heeft ze daarvoor een uitsluiping gezien of enkel de nimf op de stengel. Allereerst leggen vrouwtjes van libellen hun eitjes in het water of aan planten. Uit die eitjes komen larven gekropen, die al heel veel lijken op de volwassen dieren. We noemen dit een onvolledige metamorfose. Deze larven leven lang of kort in het water. Op een bepaald moment komen die larven uit het water en dan noemen wij hen nimfen. Deze nimfen klimmen tegen een stengel of blad omhoog en klemmen zich daar vervolgens aan vast. Dan breekt de huid achter de kop open en komt er een volwassen libel uit.
Eenmaal uit de nimfhuid zoeken ze in de buurt een plek om hun vleugels op te pompen, zodat ze kunnen vliegen. Dit oppompen is mooi te zien op de bovenstaande foto van Norma Rijswijk.
Twee insecten gezien, wat zijn het?
Els Peters zag twee insecten op elkaar. Ze vraagt zich af wat voor insecten het waren daar bij Bosch en Duin. Wat ze gezien heeft zijn twee geringelde smalboktorren die aan het paren waren. Bij de paring van kevers - boktorren behoren tot de orde van de kevers - zit het kleinere mannetje altijd op het grotere vrouwtje. Dit is op de foto van Els goed te zien.
De geringelde smalboktor doet, net zoals de kleine wespenboktor, aan mimicry. Maar als je goed naar de dekschilden van beide boktorren kijkt, zijn de gele en zwarte kleuren anders getekend. Zie de foto hierboven van de kleine wespenboktor.
De geringelde smalboktor heeft op het menu bloemdelen staan van vooral schermbloemige planten. De larve van deze smalboktor, die de naam te danken heeft aan het smaller worden van het achterlijf, eet vooral vermolmd hout van diverse loofbomen zoals populier, wilg maar ook beuk.
Een vrijwel wit kauwtje gezien, wat is ermee aan de hand?
Frans van Loon zag een vreemde vrijwel witte vogel. Hij dacht dat het een kauw was. De vogel is inderdaad een kauw, maar dan een met leucisme. Leucisme komt bij alle dieren voor. Bij vogels wordt de kleuring van de veren veroorzaakt door de stof melanine, een natuurlijk pigment in het lichaam. Bij vogels met leucisme wordt de stof melanine wel aangemaakt, maar komt die niet tot uiting in de veren. De oorzaak daarvan is dat een gemis is aan bepaalde eiwitten. Dit eiwittekort ontstaat vaak door een te eenzijdig voedingspatroon of een tekort aan voedsel, waardoor de vogel een slechte conditie krijgt. Overigens besteed Vogelbescherming Nederland op een leuke pagina op hun website aandacht aan allerlei kleurafwijkingen bij vogels.
Paring van grote wespenboktor - Het Wildepad
In dit bovenstaande Engels filmpje zie je hoe kevers paren. In dit geval twee grote wespenboktorren (het mannetje boven) op de stam van een eik in het voorjaar. De grote wespenboktor is een zeldzame verschijning in ons land. Deze boktor is maximaal twintig millimeter groot en heeft een geelzwarte wespentekening. De kop is zwart met gele beharing, de sprieten en poten zijn oranje. Het halsschild met smalle gele voorband en een - meestal breed onderbroken - middenband. Dekschilden met een variabel patroon van gele banden en vlekken maar zonder een omgekeerd V-vormige band. De grote wespenboktor onderscheidt zich door de afwezigheid van deze band van de andere wespenboktorren. Dit insect komt verspreid voor in Nederland met uitzondering van de Waddeneilanden.