Woonwagenbewoners niet gediscrimineerd: 'Omdat we geen kleurtje hebben'
De teleurstelling is groot bij de woonwagenbewoners uit Breda. Ze snappen niet dat de aangifte tegen de burgemeester en wethouders van hun stad geen stand houdt. De reizigers voelen zich namelijk ernstig benadeeld en gediscrimineerd bij de bestemming van een stukje grond naast hun kampje in de Haagse Beemden. De woonwagenbewoners mochten daar geen extra standplaatsen bouwen, maar Breda wijzigde wel het bestemmingsplan zodat wooncorporatie Alwel er 24 sociale huurappartementen neer kan zetten.
"Dit is gewoon kut en ik snap er werkelijk niets van", zegt een boze Bart Hülters. "In de gemeenteraad en door de wethouder is gewoon toegegeven dat we hierbij jarenlang gediscrimineerd en onjuist behandeld zijn. Maar de officier van justitie heeft het over vermoedens en vindt verder onderzoek niet nodig. Dat slaat echt helemaal nergens op."
"Omdat we geen kleurtje hebben, mogen we blijkbaar gediscrimineerd worden."
Uit de brief van de officier van justitie, waarin een wetsartikel wordt aangehaald, blijkt dat de uitleg van discriminatie niet voor iedere subgroep geldt en dat er daarom geen verder onderzoek of strafzaak komt.
Men stelt: '...anders dan bij de Roma en Sinti zijn er (...) onvoldoende aanwijzingen dat bij woonwagenbewoners sprake is van zodanige gemeenschappelijk kenmerken als huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming dat zij daarom tot een bepaald ras gerekend kunnen worden. (...)Het hof acht het beklag dan ook ongegrond.'
"Omdat we geen kleurtje hebben, mogen we gediscrimineerd worden", zegt Hülters nijdig. "Discriminatie geldt blijkbaar alleen als je een andere huidskleur hebt en dat hebben wij dus niet. Ik vind het allemaal maar raar en het lijkt wel vriendjespolitiek."
Ook de bekende advocaat Peter Schouten uit Breda, die de woonwagenbewoners bijstaat, heeft geen goed woord over voor de beslissing van justitie. "Wat je heel duidelijk kunt zien, is dat de officier van justitie er met de pet naar heeft gegooid. In de inleiding van de brief zie ik al dat hij er zich met een Jantje van Leiden vanaf wil maken."
"Dat is juridisch een heel technisch verhaal", vervolgt de advocaat. "Maar het belangrijkste punt is dat hij inzet op het feit dat er volgens artikel 137G niet gediscrimineerd wordt omdat woonwagenbewoners geen ras zouden zijn. Maar hij heeft niet gekeken naar jurisprudentie of bepaalde aanpassingen. Want ook levensovertuiging speelt een rol bij discriminatie. Dat is genegeerd en de officier heeft naar een bepaalde uitkomst toe geredeneerd."
"Als we dit soort dingen niet meer onderzoeken, kom je nooit ergens meer achter."
"Een aangifte moet wel zorgvuldig worden behandeld", vindt Schouten. "En discriminatie kan naast een misdrijf ook een overtreding zijn. Dat heeft de officier van justitie volledig buiten beschouwing gelaten en dat is verwerpelijk. Het strafrecht moet juist kwetsbare burgers beschermen. Tegen criminelen, maar ook tegen mensen die zich op deze manier gedragen in ambt en bedrijf."
En dus laat Schouten het er niet bij zitten en gaat hij de officier van justitie alsnog bewegen om onderzoek te doen. Desnoods via het gerechtshof. "Wat de woonwagenbewoners zelf boven water hebben gekregen met een Woo-verzoek (Wet open overheid) is al verbazingwekkend. Het was naargeestig om te lezen hoe de gemeente intern over deze kwestie met elkaar sprak. En ook de gemeenteraad én ook de wethouder zelf erkennen dat deze mensen zijn gediscrimineerd. Als we dit soort dingen in Nederland niet meer onderzoeken, kom je nooit ergens meer achter. En dat is tragisch."
Woonwagenbewoners geven niet op
Naast de aangifte bij de politie hebben de woonwagenbewoners ook aangifte wegens discriminatie gedaan bij het College van de Rechten van de Mens. Daar wordt hun zaak wel verder onderzocht.
Ook is de stichting Woonwagenbelangen Breda naar de Raad van State, de hoogste bestuursrechter, gestapt. Ze wil bij de rechter de wijzing van het bestemmingsplan van het perceel naast het kampje terug laten draaien, zodat er toch extra standplaatsen voor woonwagens komen.
"Ik verwacht dat wij deze zaak gaan winnen, want het is gewoon niet eerlijk gegaan", zegt Bart Hülters hierover.