Conny had deze vlinder nog niet eerder gezien, Frans vertelt er meer over
Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Vlinder op pompoenplant
Conny van der Vloet trof een mooie vlinder op haar pompoenplant. Ze had deze nog niet eerder gezien dus wil ze graag weten welke vlinder het is. De prachtige, opvallende, lichtgekleurde en best wel grote vlinder behoort tot de familie van de spanners en de naam is vliervlinder. Deze in Nederland voorkomende nachtvlinder zie je vooral in loofbossen met vlierstruiken, in parken en tuinen. Vliervlinders houden van een vochtige omgeving. Je ziet de volwassen vliervlinder vooral van juni tot en met augustus. Vliervlinders vliegen dus in de avond en nacht en rusten overdag uit op schaduwrijke locaties. Na de paring zet het vrouwtje de eitjes af in groepen, meestal aan de onderkant van bladeren. Ook de rups is in de nacht actief. Deze eet vooral de bladeren van de klimop. Overdag hebben de rupsen van de vliervlinder een mooie camouflage. Dan gaan ze helemaal in het blad van de klimop op en lijken ze op een tak.
Een vreemde paddenstoel of zwam
Francine van den Broek kwam op een veld in Bergen op Zoom een paddenstoel of zwam tegen die ze nooit eerder zag. Ze wil graag weten wat het is en stuurde mij een foto. Op die foto zie ik volgens mij het vruchtlichaam van de plooivoetstuifzwam. Als je goed kijkt naar et vruchtlichaam zie je een soort van steel (erg klein op de foto) en aan de top van die steel een soort bolvormig geheel. Je ziet de plooivoetstuifzwamvooral op zandige bodems, in de strooisellaag. Je komt ze onder meer tegen in naald- en loofbossen, in wegbermen (zie foto), in parken en op schrale graslanden. Binnenin de bolvormige kop bevinden zich de sporen. Als die sporenmassa rijp is, komen ze naar buiten door een opening in die bol, net als bij aardappelbovisten. Na het wegstuiven van de sporen is de bovenkant van het vruchtlichaam verdwenen. Wat dan overblijft van de paddenstoel lijkt een beetje op een drinkbeker.
Gifsumak?
Ron Molenbroek zag een plant in een parkje achter zijn huis en dacht dat het weleens de gifsumak of poison ivy zou kunnen zijn. Dat is het niet, het is een plant met de naam zevenblad. Sommige mensen vinden het zevenblad een plaagplant. Vaak vragen mensen aan mij hoe je die plant weg krijgt. Het zevenblad, dat in dat parkje staat, is inderdaad een kruid dat soms heel lastig is weg te krijgen. Toch lukt het, als je maar volhoudt. Bij mij is het zevenblad na vijf jaar bijna helemaal verdwenen. Wat vooral helpt, is een gezonde bodem ofwel een bodem die in balans is. Zevenblad houdt van verdichte grond. Door de grond wat losser te maken, diverse kruiden te plaatsen en het zevenblad consequent met wortel en al eruit te trekken, gaat het wel weg.
Zevenblad is overigens een nuttige plant, deze is eetbaar. Je kan zevenblad op verschillende manieren gebruiken bij maaltijden. De jonge bladeren smaken fris en kunnen rauw in salades of gekookt als spinazie worden gegeten. Daarnaast kun je van zevenblad ook thee trekken of de plant gedroogd gebruiken als vervanger voor peterselie.
De gifsumak komt in ons land wel voor, maar op slechts één plaats. Dat is een dijkje in Friesland. In 1919 is de gifsumak door waterbeheerders daar destijds aangeplant en deze is nog steeds aanwezig. De plant doet het hier goed en krijgt ook elk jaar vruchten. Of de zaden zich verspreiden en zo ook nieuwe plaatsen worden bereikt, is niet bekend.
Dit juffertje vliegt gezellig rond een vijver, wat is de naam?
Hetty Uijtdewilligen-van Hest vindt het leuk om mij af en toe wat natuurfoto's toe te sturen. Ik ben daar blij mee. Dit keer stuurde ze mij een prachtige foto van een heel mooi juffertje. De naam van dit juffertje is azuurwaterjuffer. Zij legde een mannetje vast. het vrouwtje ziet er namelijk anders uit, zie de onderstaande foto van een paringswiel.
De azuurwaterjuffer komt vrij veel voor in Brabant en wordt maximaal 35 millimeter groot. Na de paring zetten de vrouwtjes en de mannetjes, als een soort tandem, de eitjes af in het water bij waterplanten. Die tandem is belangrijk, want zo verhindert het mannetje dat het vrouwtje door concurrenten bevrucht wordt. Uit de eitjes komen larven tevoorschijn, die overwinteren in het water. Daarna kruipen ze via een stengel omhoog en sluipen ze uit de larvehuid. Dit gebeurt meestal tussen mei en augustus. De volwassen azuurwaterjuffers leven daarna ongeveer vier weken en intussen begint het proces opnieuw.
Soort kleine vlieg van twee centimeter
Tom en Nellie van den Heuvel, die trouw mooie foto’s sturen, zagen een soort vlieg maar wisten niet welke het was. Nou, we hebben hier te maken met de muurrouwzwever. Dit zijn delta-achtige vliegen - zie de foto hieronder - met grotendeels zwarte vleugels en een zwart achterlijf met witte stippen.
Muurrouwzwevers zijn typische zomersoorten. Vooral in juni komen deze bijzondere vliegen tevoorschijn uit de nesten van vorig jaar. Aan de foto van Tom en Nellie te zien is het volgens mij een vrouwtje dat ze vastgelegd hebben en heeft ze net een eitje weggeschoten of is ze bezig zich te oriënteren om een eitje weg te schieten. Prachtige foto! Uit het eitje komt dan een larve, die zich voedt met de larve van de gastheer. Muurrouwzwevers zijn insecten die behoren tot de familie van de wolzwevers. Deze wolzwevers zijn warmteminnende vliegen. Dan heb je misschien ook meteen de verklaring waarom deze soort veel te vinden is in een stedelijke omgeving.
Het zijn dus parasitaire insecten, die hun eitjes leggen op eitjes of larven van andere insecten, onder meer van metselwespen en metselbijen zoals de rosse metselbij, zie bovenstaande foto.
Muurrouwzwever, eieren werpen in bijenhotel - Roy Kleukers
De muurrouwzwever is een vliegensoort uit de familie van de wolzwevers. Het zijn opvallende soorten met verdonkerde vleugels en een compleet zwart lichaam met, alleen bij verse exemplaren, helderwitte vlekjes. Deze dieren zitten meestal op muren met de vleugels half gespreid, als een deltavlieger. Alle soorten uit de familie van de wolzwevers zijn parasieten op eieren of larven van andere insecten, uiteenlopend van sprinkhanen en vlinderrupsen tot bijen en wespen. Verreweg de meeste soorten parasiteren op deze laatste groepen, zo ook de muurrouwzwever. Deze parasiteert op metselbijen en metselwespen die in gaatjes in muren, houten palen en schuttingen nestelen. Het vrouwtje deponeert een eitje in het nest van deze bijen en wespen voordat het nest afgesloten wordt. Zie het filmpje, gemaakt in de Heemtuin Leiderdorp.