Van kantoor tot radio en televisie, steeds vaker hoor je die typische Brabantse tongval. En dat mag wat haar betreft best. “Ik vind het wel z'n charme hebben", zegt Cindy. "Het maakt mensen juist menselijker. Niet iedereen hoeft die standaard Hilversumse G meer te hebben. Vroeger klonk iedere presentator als dertien in een dozijn.”

Cindy begeleidt al jaren mensen met hun stem en uitspraak. Ze merkt een duidelijke verandering in hoe er naar het Brabantse accent wordt gekeken. “Vroeger mocht je geen zachte G hebben, zeker niet als je carrière wilde maken in de media of theaterwereld. Tegenwoordig hoor je die steeds vaker en dat is prima. Goede articulatie en het plaatsen van klinkers zijn vaker een probleem.”

Toch komen er zo nu en dan nog mensen langs die hun zachte G willen afleren. En heel soms om hem juist aan te leren. “Mijn insteek is dat mensen leren begrijpen hoe hun stem werkt. Ik leer ze die G niet af, maar leer ze om bewust te kiezen. Zodat ze weten hoe ze hem aan of uit kunnen zetten.”

Zo werkt ze met oefeningen waarbij mensen het verschil ook echt kunnen voelen. “De Zachte G zit voorin je keel en de harde G achterin bij je huig. Met een soort blazend ganzengeluid laat ik mensen die zachte klank voelen." Het uiteindelijk eigen maken kost volgens Cindy tijd. “Je hebt tien tot twaalf weken nodig, waarbij je één keer per week langskomt en de rest van de week de hele dag door oefent.”

Cindy waarschuwt ook voor het tegenovergestelde: mensen die het aanleren en vervolgens doorslaan. “Dan hoor je ineens zo’n overdreven zachte of harde G. Dat is ook niet de bedoeling. Ik leer mensen juist hoe ze er tussenin kunnen gaan zitten. Dat de G een heel klein beetje schraapt.”