PFAS zit overal, provincie richt zich alleen op ‘meest risicovolle’ plekken
PFAS is een verzamelnaam voor een groep van duizenden chemische stoffen die niet afbreken in de natuur. Ze tasten het immuunsysteem aan en bij langdurige blootstelling zijn sommige soorten kankerverwekkend. De chemicaliën komen in het milieu terecht doordat bedrijven ze lozen of uitstoten. Vorige week was landelijk in het nieuws dat bijna iedereen in Nederland te veel PFAS in het bloed heeft.
Gezondheidsrisico's
De provincie heeft ongeveer 1200 locaties gevonden die mogelijk zijn vervuild met PFAS. Omdat het moeilijk is om alle plekken te onderzoeken, is er in deze eerste fase vooral gekeken naar drie soorten plekken waar de risico's voor de volksgezondheid het grootst zijn:
- Plekken waar nu sport, onderwijs, kinderopvang of volkstuinen zijn;
- Bij huizen die na 1990 zijn gebouwd;
- In de buurt van zwemwater of gebieden waar water wordt gewonnen.
Op basis van deze drie criteria, zijn 900 plekken afgevallen. Daar doet de provincie geen verder onderzoek naar.
Boren op 60 plekken
Bij de 300 plekken die zijn overgebleven, is de provincie nu historisch onderzoek aan het doen. Daaruit zijn tot nu toe zo'n zestig plekken gekomen waar de provincie in de bodem wil gaan boren. Later kunnen er nog meer plekken bijkomen waar de provincie dat ook wil gaan doen.
"Er is helaas in heel Nederland, en dus ook in Brabant, een zekere achtergrondbelasting van PFAS. Het zit overal en blijft ook lang aanwezig. We richten ons op de plekken met de hoogste concentraties, ook vanuit gezondheidskundig oogpunt", zegt gedeputeerde Hagar Roijackers hierover.
Het is niet bekend waar die plekken precies zijn.
Weigeren
Het is ook niet duidelijk of bedrijven in Brabant willen meewerken aan het onderzoek. In andere provincies steken tientallen bedrijven namelijk een stokje voor het nemen van bodemmonsters en weigeren ze toegang tot hun terrein. De bedrijven zijn bang voor de (financiële) gevolgen voor hun bedrijf als ze meewerken aan het onderzoek.
Zo ver is het in Brabant nog niet, vertelt gedeputeerde Roijackers: “We zitten nog in de onderzoeksfase. Pas als we echt richting het bodemonderzoek gaan, weten we hoe het zit met het vragen van toestemmingen en andere juridische zaken.”
Dwingen wordt lastig
Het gaat juridisch lastig worden om bedrijven te dwingen om mee te werken, blijkt uit onderzoek van de regionale omroepen en de NOS. Gerrit van der Veen, tot voor kort hoogleraar Milieurecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, zegt hierover: “Provincies kunnen lang niet altijd afdwingen om monsters te nemen volgens de huidige wet. De toezichthouder heeft pas mogelijkheden als een bedrijf wist of had moeten weten dat het een vervuiling veroorzaakte.”
Daar zit een struikelblok, want het gaat vooral om vervuilingen die in het verleden zijn ontstaan. “Toen was er nog veel minder bekend over PFAS en de gevaren daarvan. Bovendien kan het zo zijn dat de huidige gebruiker van de grond niet de veroorzaker van de vervuiling is. Ook dan kan meewerken niet afgedwongen worden”, zegt de Groninger.
Na de zomer komt er meer duidelijkheid over waar en wanneer er veldonderzoek wordt gedaan.
Wil je reageren op dit verhaal of heb je een tip? Mail de onderzoeksredactie of bereik ons 100 procent anoniem via Publeaks.