Nico dacht een hoornaar te zien, maar legde iets vast dat veel boeiender is
Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Tijdens het uitlaten van de hond kwam Nico dit insect tegen
Nico Aanraad kwam bij het uitlaten van zijn hond een insect tegen en fotografeerde dit. Hij stuurde mij de prachtige foto toe met de vraag of dit een hoornaar is. Het antwoord is nee. Nico is iets veel mooiers en interessanters tegengekomen, een hoornaarvlinder. Deze nachtvlinder heeft een mooi zwartgeel gebandeerd achterlichaam en daarnaast een zwartgele kop, bruine vleugels en zwarte wespachtige voelsprieten.
Dat Nico dacht aan een Europese hoornaar is heel logisch, want de hoornaarvlinders hebben de kleuren aangenomen van hoornaars. Dit is een manier om zich te verdedigen. Dit heet mimicry, nabootsing. Vooral de vleugels van de hoornaarvlinders zijn perfect nagebootst. Want de meeste schubben, behalve de bruine aan de rand, ontbreken. Dit in tegenstelling tot de meeste vlinders, behalve bijvoorbeeld bij de glasvleugelpijlstaart. Hierdoor is het grootste deel van het vleugeloppervlak bij de hoornaarvlinders doorzichtig, net als bij wespachtigen.
De Europese hoornaar heeft een meer oranje kleur, is minder behaard en heeft een duidelijke wespentaille. Maar die wespentaille wordt door de hoornaarvlinder prachtig nagebootst door de bruine driehoekige vlek achter het borststuk. Tevens ontbreekt de sterke adering, zoals bij de Europese hoornaars gebruikelijk is, niet. Het paren bij hoornaarvlinders gebeurt zoals bij alle andere vlinders, zie de bovenstaande foto. Na het paren leggen de vrouwtjes hun eitjes in populieren of wilgen, want deze rupsen eten alleen van deze bomen.
Prachtige kever
Carla Vermeeren dacht dat ze een zwartkopvuurkever had gefotografeerd. Ze is benieuwd of dat klopt. Volgens mij is dit niet de zwartkopvuurkever maar een leliehaantje. Ik kan me trouwens heel goed voorstellen dat Carla zich vergist heeft, want dat is mij ook eens overkomen. Dit omdat beide kevers rode dekschilden, zwarte poten en een zwarte kop hebben. Het leliehaantje en de zwartkopvuurkever lijken dus enorm op elkaar, maar er is verschil. Sowieso verschillen ze in grootte.
De zwartkopvuurkever kan maximaal twintig millimeter groot worden en het leliehaantje maar elf millimeter. Daarnaast zijn de dekschilden van het leliehaantje glanzend en heeft de zwartkopvuurkever geen glanzende dekschilden. Beide kevers hebben een zwarte kop, maar de voelsprieten zijn duidelijk anders. De zwartkopvuurkever heeft heel duidelijk gezaagde antennes en dat heeft het leliehaantje niet. Leliehaantjes horen thuis bij de familie van de bladkevers en de zwartkopvuurkevers bij de familie van de vuurkevers. Tot slot komen zwartkopvuurkevers van oorsprong voor in ons land. De leliehaantjes zijn invasieve kevers, die van oorsprong voorkwamen in Eurazië, maar via de export en teelt van lelies zich naar hier verspreid hebben.
Wat is de naam van deze langpoot?
Jeanne Meijer heeft in de vorige Stuifmail het verhaal over de driebandtijger, zie de foto hieronder, gelezen en vroeg zich af welke langpootmug zij gefotografeerd heeft. Ze stuurde me bovenstaande foto.
Op die mooie foto van Jeanne, die ik helaas moest verkleinen, zie je dat het gefotografeerde insect twee vleugels heeft. Tevens zijn de lange poten heel duidelijk aanwezig. Het insect hoort thuis in de orde van vliegen en muggen. Jeanne heeft helemaal gelijk, dit is duidelijk een langpootmug. Wederom een met een mooie naam, namelijk de zigzagtijger. Dit is een typische tijgerlangpootmug. Deze soort langpootmuggen is herkenbaar aan de zwart met gele tijgertekening bij de mannetjes op het borststuk. De zigzagtijger is een soort die gewoon voorkomt in ons land, maar ook bijvoorbeeld in Iran en in het grootste deel van het Europese continent. De naam heeft deze tijgerlangpootmug te danken aan de donkere zigzaglijn op de vleugels. Daarnaast heeft dit insect een donker gekleurd uiteinde van het achterlijf. De mannetjes hebben aan de bovenkant van het achterlijf een gele kleur met een zwarte middenlijn en zwarte zijranden. Vrouwtjes hebben een middenstreep, die gevormd wordt door brede zwarte driehoeken. De zigzagtijger is samen met de hoefijzertijger de meest talrijke tijgerlangpootmug in ons land.
Vleermuis gevonden onder de vensterbank
Nicole van Kuringen zag een mooie vleermuis onder haar vensterbank en vroeg zich af om welke soort het gaat. Volgens mij is de naam van deze prachtige vleermuis laatvlieger. Laatvliegers zijn in ons land een van de grootste vleermuizen. Ze hebben een spanwijdte van maximaal 38 centimeter en een lichaamslengte van acht centimeter. Laatvliegers komen verspreid voor in ons land, maar vooral bij steden en dorpen. Jagen doen ze het liefst in open en halfopen landschappen waar vooral heggen, lanen en bosranden zijn. Vaak vliegen ze daar dan op een hoogte van vijf tot tien meter, maar soms ook tussen de boomtoppen. Op het menu van laatvliegers staan grotere insectensoorten en dan vooral grote nachtvlinders en kevers. Maar ook muggen laten ze niet links 'vliegen'. Overdag verblijven laatvliegers het liefst in gebouwen, bijvoorbeeld in spouwmuren of onder dakpannen. In het voorjaar verzamelen de vrouwtjes, net als vrouwtjes van andere in ons land voorkomende vleermuizen, zich in grote kraamgroepen waar ze hun jongen grootbrengen.
Welke vlinder is dit?
Peter Ector stuurde mij een foto met de simpele vraag: welke vlinder is dit? Het antwoord is een heel mooie nachtvlinder met de naam ligusterpijlstaart. Ligusterpijlstaarten komen in ons land redelijk veel voor omdat de planten waarop deze rupsen leven voldoende aanwezig zijn. Je ziet de rupsen natuurlijk op liguster, maar ook op essen, seringen, Gelderse rozen, sneeuwbessen, gewone vlieren en zelfs op moersasspirea’s. Ligusterpijlstaarten zijn grote nachtvlinders, waarbij de voorvleugels een spanwijdte hebben maximaal twaalf centimeter, De volwassen nachtvlinders komen in het donker graag op licht af. Het zijn echte nachtvlinders, die overdag vaak rusten op bomen, aan muren en hekken. Deze mooie soort kun je tegenkomen in Europa en naar het oosten toe tot aan Japan.
Ligusterpijlstaart in onze tuin – De Visdief
Ligusterpijlstaarten hebben een zwartachtige bovenkant van het borststuk en de opvallende donkerbruine strook langs de binnenrand van de voorvleugel - die doorloopt tot in de vleugelpunt - maken deze soort goed herkenbaar. De zwarte banden op het roze achterlijf en op de lichtroze achtervleugel steken krachtig af. Er is enige variatie in de kleurintensiteit: heel zelden is het roze vervangen door wit of zijn de achterlijfbanden geelachtig. Op deze film zie je een ligusterpijlstaart in de tuin van de visdief. Eerst zat hij op de mouw van een blauwe trui. Daarna werd deze voorzichtig met een hortensiablad afgezet op een plank.