Deze chirurg opereert midden in de oorlog: 'Voorrecht om hier te zijn'
Ron werkt als zogenaamde life and limb saving-chirurg. Dat betekent dat hij zich in conflictgebieden bezighoudt met acute, levensreddende of ledenmatenbesparende operaties. Zo was hij onder meer in Syrië, Afghanistan, en nu in de Gazastrook. Vanuit de geïmproviseerde operatiekamer (OK) ongeveer tien kilometer boven Rafah, vertelt hij open over wat hij ziet van het conflict, waarom het hem trekt en of hij wel eens vreest voor zijn leven.
In 2018 opereerde Ron ook in de Gazastrook. Hij hield er een bijzondere band met de mensen aan over. “Het is een soort openluchtgevangenis. Mensen hebben geen paspoort, geen vrijheid en geen middelen om op eigen benen te staan."
"Het onrecht dat ik hier met eigen ogen zie raakt me."
Het noodziekenhuis heeft plek voor 75 man en is dicht bij het Nasser Hospital, dat overvol is. Daar liggen zeshonderd mensen, terwijl er eigenlijk maar tweehonderd kunnen liggen. “Mensen nemen hun eigen matras mee, anders liggen ze op de grond.” De OK waar Ron werkt, behandelt vooral schot- en scherfwonden in de borst, buik of ledematen. Dus houdt hij zich vooral bezig met heftige operaties, zoals amputaties en reconstructies.
Dag en nacht staat Ron paraat. “Soms is het uren rustig, dan ineens komen er tientallen mensen binnen met schotwonden, of letsel door explosies."
Veel mensen uit zijn omgeving kunnen zich niet voorstellen wat Ron ziet in het gebied vol gevaar en leed. Hij laat een foto zien van zijn slippers, en zijn met bloed besmeurde voeten en lacht voorzichtig: "Mijn klompen zijn nog onderweg, ik werk nu op geleende slippers. Je kunt je niet voorstellen dat je in Nederland zo staat te werken."
Hij heeft al veel gezien en praat over heftige operaties bij kinderen alsof het niets is, maar hij is niet immuun voor het leed en de verhalen: “Wat hier gebeurt, raakt me. De mensen, de verhalen en het onrecht dat ik met eigen ogen zie, raakt me.” Dat maakte dat hij in actie wilde komen. “Anderen protesteren op stations, ik ben dankbaar dat ik op deze manier kan helpen. Dat is een voorrecht.”
"Mijn omgeving vreest voor mijn leven, maar ik waan me veilig."
Zijn vrouw in Dongen maakt zich zorgen. De kans dat het misgaat is volgens Ron klein, maar bestaat wel: "Een collega werd geraakt door een kogel, dat ging maar net goed." Zelf voelt hij zich veilig. “Ik weet dat Dongen veiliger is, en ik weet dat het schijnveiligheid is, maar het voelt nog goed."
De eerste keer dat hij terugkwam uit een oorlogsgebied kreeg hij een flinke cultuurschok: “Ik had daar niets en nu heb ik alles weer, dacht ik. Hoe oneerlijk! Hoe kan dat nou? Maar ook daar wen je aan.”
Bang dat hij er een trauma aan overhoudt, is hij niet. "In Nederland zien dokters ook heftige dingen, mensen die doodgaan of kanker krijgen. Hier is het extremer, maar alle dokters herkennen dit en leren hiermee om te gaan." En Ron maakt zich geen illusies: "Ik voel me verbonden met deze mensen, maar ze zijn niet mijn familie."
"Als er tekorten zijn, eten de patiënten wel en de medische staf niet."
Wat merkt Ron van de bombardementen en de hongersnood? “Er is een constant gezoem van drones en we horen vaak schoten, soms gevolgd door een vlaag nieuwe patiënten”, zegt hij. Toen hij Gaza binnenreed werd hij overmand door emotie: “Ik was hier eerder geweest, maar er staat geen huis meer overeind, het zijn hoopjes steen. Dat is bizar wat je dan ziet en voelt”, zegt hij.
Ook het tekort aan voedsel merkt hij: "Mensen zijn zwak en na zo'n heftige operatie kunnen ze eigenlijk niet goed aansterken." Het team had militaire overlevingspakketten meegenomen. “We hebben gelukkig een kok die daar altijd nog wel iets van weet te maken”, lacht hij opgelucht. “Vers eten is hier ver te zoeken. We krijgen één maaltijd per dag, en als er tekort is, eet het team niet, en eten alleen de patiënten.”
Na zeven weken moet hij verplicht terug naar huis. Even bijkomen. Maar Ron weet nu al: hij wil terug. “Zodra het kan, ga ik weer. Alleen al om hoe dankbaar de mensen hier zijn. Dat vergeet je nooit meer.”