De nieuwe plekken zijn beschikbaar geworden na een noodoproep van het COA. De asielopvangorganisatie vroeg halverwege juli aan acht provincies, waaronder Brabant, om in hun gemeenten met spoed 2600 noodopvangplekken te vinden.

Het COA wist niet zeker of er aan het eind van juli nog wel genoeg plekken beschikbaar zouden zijn. Per provincie zou het gaan om 325 extra plekken.

1800 plekken minder dan gevraagd
Maandagavond laat de asielopvangorganisatie weten dat er in Nederland zicht is op 800 nieuwe opvangplekken. Dit zijn er 1800 minder dan waar om werd gevraagd en geen daarvan is in Brabant.

Onze provincie werd aangeschreven door het COA omdat we, samen met de provincies Gelderland, Limburg, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland, eerder niet hebben voldaan aan de opgave van de spreidingswet.

Brabant had op 1 juli 14.708 opvangplekken moeten hebben, maar heeft dat aantal bij lange na niet gehaald. In onze provincie blijft het totaal op negenduizend plekken steken.

COA maakt nieuwe opvangplekken niet bekend
Waar in Nederland de nieuw gevonden plekken zijn, deelt het COA niet. Een woordvoerder van de provincie Brabant kon maandag 'met 99 procent zekerheid' zeggen dat er in ieder geval geen nieuwe plekken bij Brabantse gemeenten zijn bijgekomen.

De acht provincies verzochten demissionair minister Mona Keijzer (BBB) van Asiel en Migratie eerder om de spreidingswet uit te voeren in plaats van te vragen om noodopvanglocaties. Die tijdelijke plekken zijn namelijk duur in vergelijking met de reguliere plekken. Maar die reguliere plekken kan de demissionaire minister sinds 1 juli gemeenten op grond van die wet dwingen te regelen. Een reactie op het verzoek hebben de provincies nog niet gekregen van Keijzer.