Jan en Gisela zijn fanatieke touwtrekkers: 'Gaat niet alleen om kracht'
Er klinken regelmatig oerkreten en zweetdruppels vallen van de voorhoofden. Maar hoe vermoeid ze ook zijn, het touw loslaten en opgeven, is geen optie. Als Gisela en Jan hun handen laten zien tijdens een zware training, blijkt wel dat je bij touwtrekken tegen een stootje moet kunnen. Handschoenen dragen mag niet, een beetje hars op de handpalmen is wel toegestaan.
"Lichamelijk gaat het om het complete plaatje. Je moet bijvoorbeeld sterke been-, buik- en rugspieren hebben", zegt Jan. "Je handen krijgen het ook zwaar te verduren, je moet lang genoeg een touw vast kunnen houden. Mijn handen zijn het inmiddels gewend, daar groeit een laag eelt op. Soms moet ik zelfs wat weg laten halen.”
De regels van het touwtrekken zijn streng. Zo mogen de sporters bijvoorbeeld niet gaan zitten, het touw niet overpakken met hun handen en je mag het touw niet om je lichaam binden. Gisela: “Het is best een zware sport. Er zijn regelmatig wedstrijden die een kwartier of twintig minuten duren. Ja, dan ben je aardig vermoeid, kan ik zeggen. Maar wij kunnen er geen genoeg van krijgen.”
"Fanatieke sportschoolmannen zie je hier niet."
Jan maakt deel uit van het Nederlands team dat meedoet aan The World Games, een wereldwijd evenement met 34 niet-Olympische sporten. Bartels deed al twee keer eerder mee, in Colombia (2013) en vier jaar later in Polen. De ploeg bestaat uit acht mannen die bij elkaar maximaal 640 kilo mogen wegen. Met zijn 60 jaar is hij de oudste en met zijn ruim 90 kilo een zwaargewicht.
“Fanatieke sportschoolmannen zie je hier niet. Die zijn wel heel sterk, maar touwtrekken houden ze niet lang vol. Het is een tactisch spelletje en zonder goede training ben je al snel leeg. Het gaat niet alleen om kracht, maar vooral om duurvermogen. Het duurt een paar jaar voordat je zo diep kunt gaan.”
De beste touwtrekkers in Nederland trainen zowel in Woudenberg (provincie Utrecht) als in de Achterhoek in het stadje Borculo. Jan stapt samen met Gisela drie keer per week in de auto voor een zware training en daarnaast trainen ze regelmatig bij een kleine vereniging in de buurt van Zegge.
Jan: “Vroeger trainde ik niet, het was alleen voor de gezelligheid op de kermis. Daarna ben ik lid geworden van een touwtrekvereniging in de buurt en deed ik de sport tientallen jaren op lokaal niveau. Totdat ze me vroegen op nationaal niveau, toen ben ik er echt voor gaan trainen.”
"Het is jammer dat de sport niet zo bekend is."
Gisela gaat naar The World Games als onderdeel van de mixed groep tot 580 kilo. Ze werd ooit al eens wereldkampioen en hoopt in China opnieuw op goud. Met haar 57 jaar (en 57 kilo) is ze de meest ervaren touwtrekster. “Ik doe dit al 33 jaar, en blijf de sport ontzettend leuk vinden. Het is een teamsport. We trainen heel fanatiek, zijn lekker bezig in de buitenlucht en na afloop drinken we gezellig wat. Het is jammer dat de sport niet zo bekend is.”
Touwtrekken
Een wedstrijd op gras duurt minimaal twee trekbeurten. Na iedere beurt wordt van kant gewisseld. Bij twee overwinningen is er een winnaar, anders komt er een derde beurt. Jan: “Ieder team heeft een coach, maar er gebeurt in een team ook veel op ervaring. Je tast een tegenstander af en door wat steekjes uit te delen probeer je de andere partij langzaam uit te schakelen. Je voelt het wel hoe een wedstrijd verloopt. Al is geen duel hetzelfde en ben je afhankelijk van de ondergrond.”