Marjon ontmoet hulpverlener die haar zoon reanimeerde na dodelijk ongeluk
Toen de hulpverleners arriveerden en de reanimatie werd overgenomen, voelde Ralf zich machteloos. “Ik had gedaan wat ik kon en vond het tijd om te gaan.” Terwijl hij wegliep, werd hij aangesproken door een politieagent die hem vroeg of hij behoefte had aan slachtofferhulp. Kort daarna stopte de reanimatie. “Ik zei nog: wat fijn, het is gelukt!” Maar de agent vertelde Ralf het nieuws dat insloeg als een bom: Rick had het niet overleefd.
Ralf vervolgde zijn wandeling naar huis: “Ik hoorde de vriendin van Rick achter mij nog schreeuwen: ‘Dat is mijn vriend!’ Dat geluid vergeet ik nooit meer.”
De weken na het ongeluk probeerde Ralf contact te zoeken met de familie van Rick. Maar hij besloot het los te laten: “Ik dacht: die mensen hebben al genoeg te verwerken.” Tot hij ruim anderhalf jaar later een artikel las waarin Marjon vertelde over het motorongeluk en gemis van haar zoon Rick. Ralf herkende het verhaal direct en nam contact op met de redactie van Omroep Brabant. Zo kwam hij uiteindelijk in contact met Marjon.
De twee ontmoeten elkaar bij Marjon thuis in Tilburg. “Ik vond het heel bijzonder dat Ralf contact met ons heeft gezocht. Ik was wel heel zenuwachtig voor onze afspraak. Wij hadden geen idee dat er naast Ricks vrienden en de man van de ANWB nog meer mensen bij betrokken waren”, vertelt Marjon Herber.
Ook voor Ralf was de ontmoeting spannend: “Ik hoopte dat ik geen verkeerde dingen zou zeggen en dat ik alle antwoorden had die ze zocht.”
Helaas kon Ralf niet alle antwoorden geven waar Marjon naar zocht: “Ik had gehoopt dat Rick nog zo bij kennis was toen Ralf aankwam, dat hij nog iets had gezegd. Je heb zelf nog zoveel vragen, over zijn laatste momenten”, vertelt Marjon met tranen in haar ogen. Ralf: “Voor mij was dat ook heel moeilijk. Je hoopt iets te kunnen brengen wat zij graag wilt weten, maar Rick was al niet meer aanspreekbaar.”
Marjon en Ralf kwamen pas twee jaar na het ongeluk met elkaar in contact. “Ik wilde de familie ook de ruimte geven in hun rouw,” zegt hij. “Misschien was het juist goed dat het contact nu pas kwam.”
Ook Marjon probeerde destijds omstanders te bereiken. “Op de plek van het ongeluk lag een kaart aan mij gericht, met een adres. Ik heb er een kaart naartoe gestuurd, maar nooit iets terug gehoord.” Via slachtofferhulp kreeg ze geen informatie over burgerhulpverleners. “Misschien zou het helpen als iemand, zoals de familierecherche, daarin iets meer zou mogen delen. De verklaringen die we lazen, waren anoniem.”
Hoe komen burgerhulpverleners en nabestaanden met elkaar in contact?
Bij de politie bestaat geen vast protocol voor het in contact brengen van hulpverleners of omstanders met nabestaanden na een ernstig ongeval. Bij letselongevallen zet de politie vaak een familieagent in die kan bemiddelen als er vanuit beide partijen behoefte is aan contact. Of gegevens kunnen worden uitgewisseld, hangt af van de specifieke situatie en of iemand officieel als getuige is geregistreerd.
Ambulancediensten werken soms met Hart4All-armbandjes. Bij een reanimatie of ernstig ongeval ontvangen de burgerhulpverlener en de patiënt of diens familie elk een polsbandje met een unieke code. Via de Hart4All-website kunnen zij aangeven of ze contact wensen. Als beiden dat doen, worden ze gekoppeld.
Wanneer het uitdelen van bandjes niet mogelijk is, kunnen betrokkenen later alsnog contact opnemen met de ambulancedienst. Die kan – binnen de grenzen van privacywetgeving en het beroepsgeheim van ambulancepersoneel – proberen tegemoet te komen aan vragen of behoefte aan afronding.
De impact van het ongeluk voelen beiden nog iedere dag. “Als mijn vriendin te laat thuiskomt, schiet ik meteen in de stress”, vertelt Ralf. “Daar hebben we nu duidelijke afspraken over thuis.” Marjon knikt: “Ik zet mijn telefoon ’s nachts niet meer op stil. Als iemand laat thuiskomt of niet meteen reageert, slaat de onrust toe. Je leeft alerter, angstiger.”
Voor Ralf bracht het contact verlichting: “Ik dacht lang dat ik dit alleen moest dragen. Maar met Marjon voelde ik: we delen dit. Die angst, die alertheid. Dat herkennen we van elkaar. Dat is fijn.”
Ook Marjon kijkt met een goed gevoel terug op de ontmoeting met Ralf. “Je grijpt alles aan wat nog met Ricks laatste momenten te maken heeft. Ralf maakt daar nu ook deel vanuit, net als vrienden en familie. Sommige vragen blijven onbeantwoord. Maar het feit dat Ralf contact heeft gezocht en zo begaan is, geeft wel troost.”