Coldenhoff heeft een aflopend contract bij Fantic Factory Racing MXGP en weet nog niet hoe zijn sportieve toekomst eruit ziet. De motorcrosser met Heesche roots wil het liefst nog niet stoppen, al is dat wel een optie als er geen geschikte match wordt gevonden. “Als ik naar mijn fysiek kijk, dan kan ik zeker een jaar door. Ik ben iedere wedstrijd op en top gemotiveerd en de resultaten zijn goed.”

Een langer verblijf in de MXGP, waarin hij sinds 2015 actief is, is geen zekerheid. “Ik zou best wel MXGP willen rijden, maar bij de meeste goede teams zijn er weinig zitjes over. Er zijn meer rijders die in dezelfde situatie zitten. Ik kan ook bij andere teams terecht, maar ik ben heel ambitieus. De motor moet goed zijn, er moet een goed team om me heen zijn en het moet financieel aantrekkelijk zijn. Die drie dingen zijn moeilijk te vinden in Europa.”

En dus lijkt een stap naar Amerika hoog op zijn wensenlijst te staan. “Er zijn onder andere gesprekken gaande met teams in Amerika. Mocht die kans er zijn, dan zie ik dat als een mooie uitdaging. Het gaat dan niet om supercross, waarbij ze crossen in stadions. Maar wel om het outdoorseizoen, zoals we dat in Europa ook doen. De komende weken verwacht ik meer duidelijkheid. Ik ben er heel relaxed onder: mocht dit mijn laatste jaar zijn, dan is het zo.”

Naast de gesprekken met een nieuw team richt Coldenhoff zich op de komende vijf wedstrijden in de MXGP: in Zweden, Nederland, Turkije, China en Australië. Daarin hoopt hij zijn derde plaats in het klassement vast te houden. “Het is één van mijn beste seizoenen met vijf keer een plek op het podium. Ik ga vol voor brons, alles daarboven is een wel heel moeilijk verhaal. Ik geloof er ook in dat ik nog een GP kan winnen, al is het deelnemersveld gigantisch sterk. Als de kans er is, dan pak ik die.”

Het is voor de motorcrosser vooral zaak om blessurevrij te blijven. "Aan mij de taak om gefocust te blijven en te presteren. Ik praat liever niet over blessures, maar in deze gevaarlijke sport zit een ongeluk in een klein hoekje." Voorzichtig wil hij zich niet noemen, want je moet volgens hem 'gigantisch veel risico’s nemen om in de top mee te draaien'. Als oudste deelnemer op dit niveau weet hij wel wanneer hij iets rustiger aan kan doen of wanneer er iets bij moet. Om topfit te zijn, verzorgt hij zich bovendien goed: "Iedere week heb ik mijn behandelingen en zo lang ik die pak, is er niets aan de hand."