STUIFMAIL

Raymund dacht dat hij een springende kever zag, maar het is iets anders

Vandaag om 08:30 • Aangepast vandaag om 13:03
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur. Iedereen kan vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt Frans onder meer aandacht aan twee zeer kleine springende beestjes. Deel een van deze Stuifmail is zaterdagochtend gepubliceerd.

Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:

Wachten op privacy instellingen...

Wat is de naam van dit onbekende beestje op de crambe?

Het vrouwtje van de bruinrode heidelibel (foto: Margriet van Nistelrooij).
Het vrouwtje van de bruinrode heidelibel (foto: Margriet van Nistelrooij).

Margriet van Nistelrooij zag een beestje op haar crambe - in gewoon Nederlands: bolletjeskool - zitten. Ze vraagt zich af wat het is. Dit beestje is lid van de libellenfamilie, thuishorend bij de groep van de heidelibellen. In dit geval de bruinrode heidelibel, een vrouwtje. Vrouwtjes van de bruinrode heidelibellen zijn geel, terwijl de mannetjes juist die typische (bruin)rode kleur hebben op het achterlijf en het bruine zie je op de kop en het borststuk.

Een mannetje van de bruinrode heidelibel (Saxifraga/Peter Meininger).
Een mannetje van de bruinrode heidelibel (Saxifraga/Peter Meininger).

Deze libellensoort behoort tot de familie van de korenbouten en is een echte pionier. Dit wel zeggen dat deze soort het liefst voorkomt bij nieuwe, maar ook ondiepe poelen met weinig vegetatie. Ze zetten hun eitjes net zoals andere korenbouten af in het water. Na een jaar komen deze eitjes in het voorjaar uit. Dan leven de larven tussen de waterplanten. Vanaf eind mei komen de larven uit het water en worden dan zo'n mooie bruinrode of gele heidelibel.

Een insect op een arm

De groene bladsnuitkever (foto: Jan Hamers).
De groene bladsnuitkever (foto: Jan Hamers).

Jan Hamer (88) kreeg een insect op zijn arm. Hij wil graag weten welk insect het was. Als je goed kijkt naar het insect, zie je dat het om een keversoort gaat en dat het diertje in verhouding tot de rest van het lichaam een behoorlijke snuit heeft. Op Jans hand zat een snuitkever. Helaas is de foto een beetje wazig, maar ik denk toch te zien dat het om een groene bladsnuitkever gaat. Groot wordt deze slanke langwerpige en groene bladsnuitkever niet: maximaal negen millimeter lang. De kleuren van dit insect kunnen erg variëren, van goudgroen (de meest voorkomende kleur), tot blauw. Maar ook van groen tot koperrood. De volwassen kevers kun je van april tot juni overal tegenkomen. Van parken tot in tuinen en van braakliggende terreinen tot in diverse soorten bossen, maar ook aan rivieroevers. De larve is bijna net zo groot als het volwassen insect: acht millimeter. Ze vallen goed op met hun crème-witte lichamen en hun donkere koppen. Deze larven kun je vooral vinden op de grote brandnetel, maar ook op moerasspirea.

Een onwaarschijnlijk goed springend 'kevertje'

Een klimopkevercicade (foto: Raymund Duif).
Een klimopkevercicade (foto: Raymund Duif).

Raymund Duif trof in en bij zijn huis een soort kevertje aan dat enorm goed kan springen. Hij vroeg zich af welk beestje het is en stuurde een foto. Op de foto zie je inderdaad een beestje dat op een kevertje lijkt, maar het niet is. Het is namelijk een cicadesoort. Maar Raymund heeft wel een beetje gelijk, want zijn cicade heet klimopkevercicade. Het woord kever zit daar niet voor niets in. Klein zijn ze inderdaad, ze halen een maximale lengte van zeven millimeter. Je kunt deze klimopkevercicaden ook nog eens treffen in allerlei kleuren: van lichtbruin en olijfgroen tot bijna zwart. Wat het meest opvalt bij deze cicaden zijn de voorvleugels. Die voorvleugels zien eruit als een netwerk van heel fijne adertjes. Extra opvallend zijn de donkerbruine nerven van die voorvleugels. Verder heeft de klimopkevercicade een hoofd met grote ogen. Je kunt deze insecten bijna overal tegenkomen: op bomen in bosverband, op geïsoleerde bomen, in struiken, maar ook op lianen zoals kamperfoelie. Je vindt ze in zowel vochtige als droge gebieden en zelfs in parken en op begraafplaatsen. De klimopkevercicade voedt zich met plantensappen van houtige planten. Ze hebben een voorkeur voor klimop, vandaar de naam. Toch zuigen ze ook plantensappen op bij lindebomen, eikenbomen, esdoorns, berkenbomen en iepen. Als je op zoek wil gaan naar deze prachtige insecten moet je dat doen in de periode van juni tot half oktober. Overwinteren doen de klimopkevercicaden als larven. Vooral op klimop, maar ook op liguster, jeneverbes, taxus en in bladafval.

Rubriek mooie foto’s

Parend vuurwantsen (foto: Margot Reijnders).
Parend vuurwantsen (foto: Margot Reijnders).

In de rubriek mooie foto's dit keer een foto die gemaakt is door Margot Reijnders. Zij legde parende vuurwanten vast. Vuurwantsen komen steeds meer in ons land voor.

Natuurtip
Zondag 24 augustus kun je van tien uur 's ochtends tot twaalf uur 's middags meedoen aan een wandeling door landgoed Tongelaar.

Kasteel Tongelaar Brabants landschap Bas Driessen
Kasteel Tongelaar Brabants landschap Bas Driessen

Samen met biologische boer Bram en een gids van het landgoed ga je op pad. Je zult diverse soorten teelt zien. De opeenvolgende teelten versterken elkaar. Zo zaait men het ene jaar een gras-klavermengsel, het daaropvolgende jaar pompoenen en het jaar daarna granen. De gewassen die in het voorjaar zijn ingezaaid, zijn nu bijna oogstklaar en de gewassen die vorig jaar herfst zijn ingezaaid zijn al geoogst of oogstrijp. Deze percelen zijn alweer opnieuw ingezaaid met een groenbemester of een gewas dat volgend jaar geoogst kan worden. Het lijkt ingewikkeld, maar tijdens de wandeling laat Bram zien dat het toch logisch in elkaar steekt.

Vijf kilometer
De rondleiding van ruim vijf kilometer loopt langs de landerijen, maar ook langs het Peelkanaal en de Lage Raam waar aandacht zal zijn voor de flora en fauna die we op ons pad zullen tegenkomen. Verder komen we langs nieuw aangeplante percelen die klaar worden gemaakt om de diversiteit van het landgoed te verhogen en in stand te houden.

Na de wandeling kun je het informatiecentrum van stichting Brabants Landschap bezoeken in het kasteel. Of geniet van een Goei Levenlunch: soep van het seizoen, zuurdesembrood en koffie of thee voor 8,50 euro. Kasteel Tongelaar en stichting Brabants Landschap zijn trots ambassadeur van Een Goei Leven Land van Cuijk dat eerlijk en heerlijk eten met producten uit de regio centraal stelt.

Meer informatie:
• Deelname gratis, inschrijven is verplicht en dat kan via deze link.

• De start is bij de poort van kasteel Tongelaar.

• De parkeerplaats vind je aan de Hoogedijk in Mill, vanaf hier is het ongeveer acht minuten wandelen naar het kasteel.

• Het infopunt en het kasteel zijn geopend van tien uur 's ochtends tot twaalf uur 's middags.

• Meer informatie over kasteel Tongelaar vind je via deze link.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!