'Appartementje is geen leven': Wim dolblij met uitbreiding woonwagenkamp
Op zijn badslippers stapt Wim uit een woonwagen aan de Tuinbouwweg in Made. Een aantal honden scharrelt vrolijk rond over het kamp, terwijl hij trots het terrein laat zien waar hij is geboren en getogen. Wim wil er dolgraag wonen met zijn vrouw en drie kinderen, maar dat vergt een hoop geduld. Er staan slechts vijf woonwagens op het kamp, waardoor er momenteel onvoldoende plek is.
“Een appartementje in een woonwijk is niet het leven dat ik wil.”
Lange tijd mocht het woonwagenkamp namelijk niet uitgebreid worden. Noodgedwongen verhuist Wim daarom naar een appartementje in Made. “Net een duiventil”, beschrijft hij. “We zaten allemaal op het balkon te roekoeën. Dit is niet het leven dat ik wil.”
Middenin de Madese woonwijk mist hij zijn familie en de vrijheid van het kamp enorm. Na drie maanden verhuist hij daarom terug naar het kamp, om vervolgens twee jaar lang bij zijn schoonmoeder te bivakkeren. “Dat was helemaal niks.” Momenteel woont hij met drie gezinnen in één woonwagen.
“Ik heb recht op een woonwagenplaats. Het staat zwart op wit.”
Gezellig, maar Wim verlangt naar zijn eigen plekje op het kamp. Al ruim acht jaar strijdt hij voor uitbreiding van het aantal woonwagens. In 2018 gloort er hoop aan de horizon. De Woonwagenwet wordt namelijk ingevoerd en het uitsterfbeleid verdwijnt. Voorheen mochten er geen nieuwe woonwagens worden gezet op vrijgekomen plaatsen door overlijden of verhuizing, maar vanaf dan zijn gemeenten verplicht om woonwagenkampen te beschermen en te behouden.
“Ik heb recht op een woonwagenplaats. Het staat zwart op wit”, vertelt Wim. Samen met de gemeente Drimmelen en woningcorporatie Woonvizier worden er plannen gemaakt voor uitbreiding van het kamp op een hoger gelegen perceel, maar helaas staat de provincie woningbouw in het buitengebied niet toe.
“Wij hebben toch ook recht om onze cultuur voort te zetten?”
In 2021 is de maat vol en komen de Florackjes met spandoeken langs de weg in opstand. Ze voelen zich gediscrimineerd. Doordat er te weinig standplaatsen zijn, vrezen ze dat de woonwagencultuur uitsterft. "Wij hebben toch ook recht om onze cultuur voort te zetten? Wij willen als familie bij elkaar blijven. Dat is altijd zo geweest."
Na veel stress, woede-uitbarstingen en slapeloze nachten bij Wim, gaat de provincie in 2022 eindelijk akkoord. Toch wordt er sinds dit jaar pas gebouwd. De afgelopen drie jaar zijn er namelijk inspecties en grondboringen uitgevoerd. Dit omdat het woonwagenkamp 36 jaar geleden op een voormalige vuilnisbelt is gebouwd.
“Het ging voornamelijk om steenpuin en niet om asbest, teer of chemische rotzooi. Voor de gezondheid ben ik dus niet bang”, zegt Wim. Inmiddels is de grond gefilterd en opgehoogd.
"Aan het einde van het jaar valt er een hele last van mijn schouders."
“Ik kom hier mooi op de hoek te staan. Dat mag ook wel, als je hier bijna acht jaar voor hebt geknokt”, vertelt Wim op de bouwplaats. Her en der liggen tegels en bouwmaterialen opgestapeld. “Ik heb zicht naar het dorp toe en ik heb contact met mijn ouders, die links van me staan.”
Aan het einde van het jaar moeten Wim en zijn vijf nieuwe buren, allemaal familieleden, hun sleutels overhandigd krijgen. “Dan zal er een hele last van mijn schouders afvallen. Eindelijk een plekje voor mezelf!”