Chirurg Ron is terug uit Gaza: 'Kijk, dit vind je dan in mensen'
“M’n vrouw slaapt toch wat rustiger sinds ik weer thuis ben”, vertelt Ron vanuit zijn tuin. Het is nog een stralende zomerdag en we zitten onder de boom. Het is stil, tot er een chinook door de blauwe lucht van Dongen dreunt. Ron moet een beetje lachen. “Dat is wel heel toepasselijk achtergrondgeluid voor een onderwerp als dit.”
"Tijdens een rondje langs de patiënten, zakte een orthopeed in elkaar."
Zaterdag is hij thuisgekomen, na zeven weken in Gaza. Hij werkt al tien jaar lang als chirurg in conflictgebieden, maar toch voelt het daar anders. Op werkdagen ziet hij collega's op hun laatste benen lopen. Iedereen is mager. "Tijdens een rondje langs de patiënten, zakte een orthopeed in elkaar. Hij was uitgeput, maar wilde blijven werken om mensen te helpen."
Precies dat vat voor Ron samen hoe veerkrachtig de mensen zijn. Ze blijven helpen, opdagen en werken. Op de compound en daarbuiten. De chirurg voelt compassie voor ze. Hij is er om mensen te helpen. Ook al is het roeien met de riemen die je hebt.
Het is improviseren. "Maar daar hou ik wel van", zegt hij. Op een foto laat hij de 'operatiekamer' zien. "Kijk, dat is tentzeil. En daar liggen dan de spullen", wijst hij zijn instrumenten aan. Steriel? Daar gelden in een oorlogsgebied wat andere regels voor, kunnen we uit zijn glimlach opmaken. "Die vliegen in de tent zijn steriele vliegen", lacht hij.
Als we vragen om meer anekdotes uit de operatiekamer, loopt hij naar binnen toe. Met zijn laptop en een klein, rond doosje komt hij vervolgens de tuin weer in gelopen, op zijn camelkleurige schoenen met 'dokterssokken' erin. "Kijk, dit vind je dan in mensen. Hier zit zelfs nog een stuk kleding aan."
In zijn handen houdt Ron een doosje waar ooit mintjes in zaten, maar dat nu gevuld is met stukken metaal en ijzer. "Deze komen uit Mosul, maar die hadden net zo goed uit Gaza kunnen komen", legt hij uit. Stuk voor stuk zijn de scherven vlijmscherp. Genoeg om je darmen mee te perforeren.
"Ik vind het vooral belangrijk dat mensen doorhebben wat daar gebeurt."
Hij legt een scherf in onze handen. Erg onder de indruk is hij er zelf niet meer van, maar hij snapt wel dat dat niet voor iedereen geldt. "Dat zou ook niet goed zijn, ik moet een bepaalde afstand bewaren", vertelt hij. "Maar ik vind het vooral belangrijk dat mensen doorhebben wat daar gebeurt."
Daarom laat hij nog een foto zien, van een hoogzwangere vrouw op zijn operatietafel. Aan beide benen is ze gewond, er ligt een doek over haar kruis en in de zijkant van haar buik zit een klein wondje. "Zo'n scherf, als uit dit doosje, is door haar darmen heen gegaan. Door de placenta heen. Dus we moesten de baby halen, met 35 weken."
In Nederland is dat een minder grote opgave, maar op een plek als Gaza is dat toch spannend. Twee foto's later zien we een wolkje van een baby, gewikkeld in roze doeken.
Daar komt het samen. De zinloosheid, het doel, maar ook het gebrek aan perspectief. "De onschuld van zo'n baby, om moeder en kind dan te helpen, maar met de wetenschap dat zij erna weer naar hun tent en de honger in Gaza moeten. Ik heb makkelijk praten, want ik weet dat ik weer weg kan. Voor hen is het hopen op een wapenstilstand. En daarom is hulp zo ontzettend belangrijk."