Sta je bij de bushalte, stopt de bus van PSV voor je neus: zo zit dat
De bussen zijn eigendom van de firma Kupers uit Weert en worden ingehuurd door busvervoerder Arriva. En dan vooral als het druk is: "Onze vaste dienstregeling rijden we met onze eigen bussen. In de spits hebben we soms extra lijnen, bijvoorbeeld tussen Uden en Eindhoven, om mensen naar hun werk of het station te brengen. Daar kun je ze tegenkomen", legt een woordvoerder van Arriva uit.
Wat sommige mensen misschien niet weten, is dat de bussen niet van de clubs zelf zijn. De spelersbussen van PSV, RKC Waalwijk, Willem II, FC Eindhoven en Fortuna Sittard zijn bijvoorbeeld eigendom van Kupers uit Weert. Dat bedrijf brengt de eerste elftallen, vrouwenteams en jeugdteams iedere week naar hun wedstrijden.
Maar wat merk je als reiziger wanneer je bijvoorbeeld in de PSV-bus zit? Verwacht geen extreme luxe. De bus heeft 41 lederen verstelbare stoelen, airco en een toilet. Verder zijn er aansluitingen voor laptops, is er WIFI, een geluidsinstallatie met diverse schermen en een microfoon. Ook is er een keuken met apparatuur.
Daarnaast zijn de bussen ook te huur voor bijvoorbeeld een schoolreisje of vrijgezellenfeest. Voor evenementen wordt vaak om neutrale bussen gevraagd. "Je kunt je voorstellen dat een fan van Ajax niet graag in de bus van PSV stapt", vertelt commercieel manager Peter Tonnaer van het Limburgse touringcarbedrijf.
"We sturen de bus van PSV niet naar Amsterdam "
In theorie kan een NAC-fan dus de spelersbus van Willem II huren. Toch kijkt Kupers kritisch naar de bestemming. "We sturen de bus van PSV niet naar Amsterdam, buiten wedstrijden om. Maar we vragen niet aan mensen voor welke club ze zijn. Dat gaat op goed vertrouwen en eigenlijk hebben we daar nooit problemen mee gehad", zegt Tonnaer.
En wat kost dat nou, een ritje met de bus van de landskampioen? "Wij rekenen met uren en kilometers. Als iemand de bus acht uur wil gebruiken en tweehonderd kilometer aflegt, betaal je rond de duizend euro", berekent Tonnaer. Wel kan het zijn dat de clubs hun bussen opeens toch nodig hebben, bijvoorbeeld voor een ingelaste training. Dan hebben de clubs altijd voorrang.