Als atleet moest Joep stoppen om zijn knieën, als coach haalt hij de top
Toen Joep 33 jaar geleden werd geboren, was zijn vader voorzitter van Sportclub Prins Hendrik in Vught. Zijn moeder was atlete en werd daarna trainster. “Vanaf het moment dat ik kon lopen, ging ik al mee naar de baan.”
Hij koos als kind voor turnen en atletiek. “Op een gegeven moment moest ik kiezen en ik vond atletiek net wat leuker. Ik richtte me op de meerkamp, maar een groot talent was ik niet. Het gaf me wel veel plezier. Helaas begaven mijn knieën het door chronische ontstekingen. Daar had ik al eerder last van, maar van eigenwijs zijn ben ik niet vies. Het was een harde les.”
Joep gaf binnen Prins Hendrik al les aan pupillen en door zijn blessure besloot hij meer trainingen te geven. “Ook al kon ik zelf niet zoveel meer, ik vond het leuk om op de baan te zijn. Ik begon bij de pupillen, maar stap voor stap werd het steeds serieuzer. Ik heb mezelf de tijd gegeven om te bouwen als trainer.”
Hij kreeg onder andere een eigen trainingsgroep bij Prins Hendrik en was talentencoach, maar rolde in 2020 het wereldje van de para-atletiek in. Hardloopster Kimberly Alkemade vroeg hem om haar te helpen richting de Paralympische Spelen in Parijs.
Daar bleef het niet bij, want op 1 januari 2023 startte hij als bondscoach van het para-team. “Ze overvielen me met hun vraag, zeker omdat het anderhalf jaar voor de Spelen was. Als iemand vijf jaar geleden tegen me had gezegd dat ik bondscoach zou worden, had ik dat niet geloofd.”
Omdat zijn trainerscarrière in de lift zat, besloot hij te stoppen met zijn werk als gymdocent in het basisonderwijs. “Dat deed ik elf jaar en ik werd steeds minder enthousiast. Aan de ene kant mocht ik met atleten werken die zich telkens wilden verbeteren, aan de andere kant moest ik soms drie keer op een dag aan een dood paard trekken. Ik zag twee verschillende werelden.”
"Het uitdagende is dat iedereen een andere beperking heeft."
In zijn werk met para-atleten wordt veel creativiteit gevraagd. “Qua gedrevenheid kun je ze vergelijken met valide atleten. Het uitdagende is dat iedereen een andere beperking heeft. Bij een slechtziende atleet moet je bijvoorbeeld rekening houden met de zon en een atleet met blades mag daar niet te lang op lopen. Samen met de talentencoach leggen we voor ieder individu een aparte puzzel voor. We proberen dat de rode lijn voor iedereen hetzelfde is.”
Op het WK in India van 27 september tot en met 5 oktober hoopt hij op een mooie medailleoogst. Maar daarnaast kijkt hij naar de lange termijn. “Er staat nu een hele mooie groep, maar we maken ook een plan tot en met 2032 waarin we para-atletiek beter op de kaart willen zetten. Daarbij beginnen we onderaan. We willen ervoor zorgen dat meer jonge sporters met een beperking aan atletiek gaan doen. Als we ze enthousiast krijgen en houden, dan gaan we daar in de toekomst profijt van hebben.”
Brabanders op WK
TeamNL bestaat uit zeven vrouwelijke en zes mannelijke atleten. Brabantse deelnemers aan het WK zijn Marlène van Gansewinkel uit Hilvarenbeek (100 en 200 meter sprint), Kiki Hendriks uit Roosendaal (100 meter en verspringen), Levi Vloet uit Linden (100 en 200 meter) en Vughtenaar Stijn van Bergen (universal relay).