Superfan Jef (75) heeft een compleet NAC-museum in zijn kelder
“Ik kom al bij NAC sinds mijn twaalfde,” vertelt Jef trots. “Alles wat je hier ziet heb ik in zo’n veertig, vijfenveertig jaar verzameld. Alles zelf gekocht of geknipt uit de krant. Van de club zelf heb ik nooit iets gekregen.”
Het bijzondere aan Jefs museum is ook dat een groot deel van zijn expositie in een gezamenlijke ruimte van de flat staat. Niet alleen zijn eigen kelderbox is omgetoverd tot NAC-heiligdom, ook de hele gang van de kelderflat hangt inmiddels vol. En dat mag gewoon van de buren. "Dit is toch mooi", zegt buurvrouw Daisy. "Laat hem maar lekker zijn gang gaan."
Jef is er blij mee. “Ze zeiden: hang maar op, Jef, wij vinden het prachtig. Zo kan ik alles laten zien in plaats van dat het in koffers blijft liggen. Alleen op de deuren mag ik niks plakken, dat is de afspraak", vertelt hij.
De superfan van NAC begon ooit heel klein, in de slaapkamer. Daar hing hij zijn eerste foto’s op, onder andere van zijn kleinkind Mick in en NAC-shirt. “Maar al snel was die kamer te klein en ben ik in het souterrain begonnen. Iedere keer wat erbij, tot de muren helemaal vol zaten.”
Jef laat trots zijn NAC-museum zien:
Wie door de kelder loopt, ziet tientallen dassen, jassen, trainingspakken en shirtjes. Sommige kledingstukken zijn al dertig jaar oud en worden om de zes weken gewassen door zijn vrouw Sjan. Daarnaast bewaart Jef complete plakboeken vol krantenknipsels en heeft hij een verzameling cd’s met NAC-liedjes. “Die draai ik hier regelmatig. Soms samen met mijn vrouw, maar meestal alleen. Dan zing ik gewoon mee.”
Jef is heel trots op de verzameling. Zijn favoriet is een NAC-beer. “Als NAC promoveert, zet ik die altijd op het balkon, samen met wat vlaggen. Dan weet de hele buurt dat er iets te vieren valt.”
De buurt blijft sowieso goed op de hoogte van het reilen en zeilen van de Bredase voetbalclub. Op een groot bord op zijn balkon kondigt Jef de komende wedstrijden van de Parel van het Zuiden aan en exposeert hij ook steeds nieuwe foto's uit zijn museum.
Voor Jef is NAC dan ook veel meer dan zomaar een voetbalclub. “NAC is mijn leven. Er is maar één club en dat is NAC. Mijn mooiste herinnering blijft de promotie naar de Eredivisie. Toen sprongen we allemaal omhoog, schreeuwden we van geluk en had ik tranen in mijn ogen.”
"Misschien moet ik ooit nog verhuizen, want het is zoveel dat ik het bijna niet meer kwijt kan."
Hoewel het museum inmiddels aardig uitpuilt, denkt Jef er niet aan om te stoppen. Regelmatig wisselt hij spullen om en voegt hij nieuwe vondsten toe. Inmiddels kan Jef zijn spullen nauwelijks meer kwijt. “Misschien moet ik ooit nog verhuizen, want het is zoveel dat ik het bijna niet meer kwijt kan. Maar ik ben er trots op. Als ik niet trots was, had ik het niet gedaan.”
En bezoekers? Die zijn welkom. “Mensen uit de straat komen wel eens kijken. Ze vinden het prachtig. Nee hoor, ik vraag geen entree. Straks komt de belasting nog langs, haha!”