Grootste sokkenfabriek van West-Europa komt terug, maar dan in het theater
Een oude machine, tientallen sokken en kousen en een heleboel foto's krijgen een plek in cultureel centrum Spectrum in Schijndel. Vrijwilligers laten daar herinneringen van een ooit grootste werkgever van de wijde omgeving tot leven komen. "We zijn al langer bezig om een theaterstuk te maken over Jansen de Wit", vertelt de productieleider van theatergroep Wildeman.
Naast het fictieve stuk, dat gaat over arbeidersgezinnen van de sokken- en kousenfabriek, is er ook een tentoonstelling. "Omdat het nog steeds heel erg leeft in Schijndel en omgeving. We hebben een oproep gedaan aan mensen of zij spullen en foto’s hadden. Daar is goed op gereageerd."
Sjan en Tiny Russens zijn oud-medewerkers van De Sok, zoals de fabriek in de volksmond heette. Voor hen zijn de spullen heel herkenbaar. "Ik ben er begonnen toen ik 16 was, dat was in 1961. Ik heb er zo'n acht jaar gewerkt, want daarna ben ik getrouwd en kreeg ik kinderen", vertelt Sjan.
"De eerste drie à vier jaar heb ik als sorteerder gewerkt op de afdeling van de panty's en maillots", herinnert ze zich. "Ik sorteerde op fouten en gaten. Later ben ik naar de vormerij gegaan. Daar zorgde ik dat ze vorm kregen door ze om een vorm te doen."
Het was flink doorwerken in de warme fabriek. "Die stoommachine staat op een hoog tempo te draaien en gaf veel warmte. Ik deed het werk, omdat je er een toeslag voor kreeg vanwege het zware werk. Die paar extra centen mocht ik dan houden."
Haar man, Tiny Russens, begon in 1969 met werken in de fabriek. "Ik kwam van Philips af en vanuit daar kon ik bij Jansen de Wit beginnen. Ik kwam eerst op een brei-afdeling en maakte daar onderdelen voor de machines."
"Op een gegeven moment had ik genoeg geleerd en werd ik monteur", vertelt hij. "Uiteindelijk was ik omsteller. Dat wil zeggen dat ik machines ging aanpassen voor nieuwe modellen van sokken. Ik maakte de machine zo dat de sokken er goed uitkwamen."
"Het was hard werken, maar ook gezellig."
Op hoogtijdagen werkten er in de sokkenfabriek zo'n tweeduizend mensen. "De Sok was een begrip in Schijndel en verre omstreken. Veel mensen uit het dorp werkten er, maar zelfs ook uit Spanje."
"Het was hard werken, maar ook gezellig", vult zijn vrouw aan. "De samenwerking met collega's onderling was fantastisch. We moesten een bepaald aantal afhebben. Als er iemand klaar was met zijn of haar aantal, dan ging je doorwerken voor de ander. Je hielp elkaar."
Jansen de Wit ging in 1985 failliet. Een jaar later werd de fabriek gesloopt. Slechts een park en wat standbeelden herdenken aan die belangrijke periode voor het dorp. "Als ik langs de plek van De Sok fiets, dan denk ik nog steeds terug aan die tijd."
"Daarom vind ik het leuk dat ze het nu weer tot leven brengen. Leuk om terug te zien waar je vroeger veel geweest bent", vult Sjan aan. "Het is nu het goede moment. We moeten niet langer wachten. Nu zijn de mensen er nog die er werkten", sluit productieleider Marijke Habraken af.
Voor wie een kijkje wil nemen bij de tentoonstelling kan vanaf zondag 28 september terecht in het Spectrum in Schijndel.
Sokken- en kousenfabriek Jansen de Wit
Alles begon in 1830 in Tongelre. Martinus Jansen begint daar een kleine kousenbreierij.
Tientallen jaren later groeit het bedrijf flink. Door de komst van Philips in Eindhoven wordt het echter steeds moeilijker om aan personeel te komen. Er wordt gezocht naar een andere locatie, die in 1914 is gevonden in Schijndel.
De fabriek wordt gebouwd en al snel neemt het werknemersaantal flink toe. In 1953 werken er in de fabriek ruim de helft van de werkende bevolking van het dorp. In hoogtijdagen zijn er bij Jansen de Wit zo'n 2000 mensen aan het werk.