Nertsenfokkers krijgen gelijk: compensatie voor ruimen te laag vastgesteld
De meeste nertsenfokkerijen zaten in de omgeving Gemert-Bakel, Laarbeek, Deurne en Sint Anthonis.
Volgens de wet uit 2013 moest de nertsenhouderij in Nederland uiterlijk op 1 januari 2024 stoppen. Daar kregen de houders compensatie voor. Maar vanwege het coronavirus dat in 2020 oversloeg op nertsen werd die einddatum met drie jaar vervroegd. Veel bedrijven werden toen verplicht geruimd. Ook daar kregen pelshouders compensatie voor.
Maar in maar liefst 54 gevallen bleek de vergoeding voor het vroegtijdig beëindigen van het bedrijf onjuist vastgesteld, oordeelt het CBb. Toenmalig landbouwminister Carola Schouten vond dat een deel van het verlies, namelijk vijftien procent, onder het 'normale ondernemingsrisico' viel. Dat standpunt wordt nu verworpen.
Minister Femke Wiersma van Landbouw moet binnen zestien weken een nieuwe compensatie vaststellen voor deze pelsdierhouders.
'Te uitzonderlijk'
“Het volledig wegvallen van het inkomen door het vervroegde beëindigen van de pelsdierhouderij, in verband met een pandemie onder mensen, is te uitzonderlijk om te kunnen aanmerken als een normale maatschappelijke ontwikkeling", stelt het hoogste bestuursrechtelijk college in Nederland.
Het kabinet stelde destijds 150 miljoen euro beschikbaar voor de regeling. Fokkers kregen compensatie voor drie jaar inkomstenverlies, waardeverlies van hun fokdieren, ontslagvergoedingen voor personeel en hulp bij het zoeken naar nieuw werk.
Toch vond de Nederlandse Federatie van Edelpersdierenhouders (NFE) dit bedrag veel te laag. Directeur Wim Verhagen schatte eerder dat er tussen de 250 en 300 miljoen euro nodig was.