Ondanks ziekte bleef Martin positief: 'Werk en gezin waren alles voor hem'
De in Engeland geboren en getogen Martin Wilcox liet alles achter om bij zijn grote liefde te zijn, de Valkenwaardse Marita. Als expert op het gebied van robotisering in metaalbedrijven, reisde hij Europa door om anderen daarover te leren. “Zo kwam hij ook in een Brabantse fabriek terecht”, vertelt Amy. “Daar zag hij mijn moeder. Ze keken elkaar aan en bam, liefde op het eerste gezicht. Drie weken later woonden ze samen.”
En de liefde bleef. Martin en Marita trouwden en werden de trotse ouders van hun twee dochters, Amy en Casey. “We waren heel close als gezin en hij was ontzettend trots op ons, we waren zijn alles. En we hadden het goed. We gingen ieder jaar op vakantie naar Spanje en met kerst naar de familie in Engeland. Alle verjaardagen werden uitbundig gevierd, met veel mensen over de vloer en met mijn vader als de grote gangmaker. En samen zijn favoriete nummer Bohemian Rhapsody meezingen.”
Martin was een man van weinig woorden. Maar de woorden die hij gebruikte, zorgden regelmatig voor grote hilariteit, vertelt Amy. “Hij had het Nederlands goed onder de knie door trouw naar Nederlandse les te gaan en naar ‘Het rad van fortuin’ met Leontien te kijken, dat vond hij leuk. Maar hij had ook zo zijn eigen interpretaties van het Brabants. Zelfs na twintig jaar dacht hij nog steeds dat wij ‘rood wit’ zeiden in plaats van het Brabantse ‘God wit’. Als mijn vader iets niet wist, riep hij dus heel serieus ‘rood wit’.”
"Hij zei geen vuilniszak, maar 'unne gemintezak'."
“En ik zal nooit vergeten dat mijn moeder op een gegeven moment een telefoontje kreeg van zijn docent Nederlands. Of ze wat meer ABN met hem wilde praten. Omdat hij allerlei Brabantse woorden gebruikte tijdens de les en het niet over een vuilniszak maar ‘unne gemintezak’ had. Waarop mijn moeder antwoordde dat ze best mochten horen waar hij vandaan kwam.”
“Of die keer dat ik net mijn rijbewijs had gehaald en hem vertelde dat mijn auto alle kanten op ging door de wind, vooral bij de weilanden. Hij keek me heel droog aan en zei: ‘Ja Amy, het heet ook niet voor niets een waailand?’. Zo kan ik nog wel even doorgaan. We hebben echt ontzettend veel lol gehad om zijn Brabantse accent en Engelse tongval.”
Toch stond hun leven regelmatig op z’n kop door Martin’s broze gezondheid. ”Er waren eigenlijk altijd wel zorgen om de gezondheid van mijn vader. Hij had natuurlijk darmkanker gehad. En daarvoor zes omleidingen naar zijn hart. En hij lag een jaar in het ziekenhuis vanwege een MRSA-bacterie. Hij was positief ingesteld en absoluut een optimist, maar als je lichaam je in de steek laat, zoek je naar houvast. Ook daarom was zijn werk zo belangrijk voor hem.”
"Zelfs tijdens chemo’s of kort na een operatie ging hij aan de slag."
Zijn werk bleef samen met zijn gezin met stip op nummer één staan. “Je kunt wel zeggen dat werk zijn grootste hobby was. Hij was er goed in, een echte vakman. Hij vond het heerlijk. Zelfs tijdens chemo’s of kort na een operatie ging hij aan de slag. Zodra hij zich een beetje beter voelde, stond hij weer tussen het metaal en de robots. Hij had een enorme drive.”
In april 2017 werd een tumor ter grootte van een sinaasappel ontdekt. Alleen een groot wonder zou Martin kunnen redden. Dat wonder leek even te bestaan in de persoon van een professor in Maastricht. “Door speciale bestraling was er een kans van drie procent dat mijn vader het zou overleven. Drie procent is natuurlijk niets, maar omdat het nog de enige optie was, is hij daar voor gegaan. Dat was eind juli 2017. Een maand later is hij overleden.”
Amy: “Hij was mijn veilige haven. Ik wist hoeveel hij van ons hield. Het voelt echt oneerlijk dat hij zoveel mooie, belangrijke momenten heeft gemist. Het besef dat hij mijn man nooit heeft gekend, er niet was toen we trouwden en zijn kleinkinderen nooit zal zien, doet nog steeds pijn.”
“Papa had een favoriete uitspraak als hij iets heel mooi, leuk, gezellig of lief vond: ‘Echt hè’, zei hij dan. Als ik zeg dat wij een fantastisch, heel gelukkig gezin waren, weet ik zeker dat hij dat zou zeggen: echt hè.”