Docenten Tilburg University luiden noodklok: 'Verbreek Israëlische banden'
De medewerkers uiten hun diepe bezorgdheid in de brandbrief over de banden tussen Tilburg University en Israëlische universiteiten. Het is voor het eerst dat medewerkers van de universiteit zich zo massaal uitspreken tegen mensenrechtenschendingen tegen het Palestijnse volk in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever.
Eerder besloot het College van Bestuur de banden op te schorten met de Bar-Ilan University in Tel Aviv en de Reichman University in Herzliya op advies van een adviescommissie die onderzoek deed naar de banden van de universiteit in Tilburg met Israël. Deze adviescommissie raadde ook aan om helemaal niet meer samen te werken met universiteiten in Israël, maar daar gaf het college geen gehoor aan.
Het College van Bestuur besloot namelijk om met Hebrew University in dialoog te gaan over de samenwerking. De universiteit voert nog altijd een kritisch gesprek met Hebrew University en hoopt eind oktober met een conclusie te komen over de samenwerking.
"We moeten actie ondernemen."
Voor emeritus-hoogleraar rechtsfilosofie Hans Lindahl is de maat vol. "We kunnen niet meer wegkijken en moeten actie ondernemen", zegt hij. Samen met zo'n tweehonderd collega's ondertekenden hij de brandbrief die donderdag naar het college is verstuurd.
Voor het formuleren van de brief hebben de medewerkers gekeken naar zakelijke analyses van gezaghebbende instanties over de mensenrechtenschendingen in Israël en naar besluiten die andere universiteiten hebben genomen.
Zo heeft de Radboud Universiteit in Nijmegen onlangs de samenwerking met Hebrew University opgeschort. De Erasmus Universiteit in Rotterdam heeft de banden met Bar-Ilan verbroken. "Als deze partneruniversiteiten al hebben gezegd dat ze hun institutionele verbanden opschorten tot nader order, waarom heeft Tilburg University dat dan nog niet gedaan", vraagt Lindahl zich af.
"Een inbreuk op het recht op vrijheid van meningsuiting."
Naast het verbreken van de Israëlische banden luiden de medewerkers in de brandbrief de noodklok over de opening van het academische jaar op 1 september van dit jaar. Op deze dag zouden studenten en medewerkers die eerder bij een demonstratie waren of een keffiyeh sjaal droegen, die veel gedragen wordt als symbool van de Palestijnse identiteit, gecontroleerd zijn door beveiligers.
Volgens Univers, het nieuwsplatform van de universiteit, zouden mensen selectief zijn gefouilleerd en zouden er namen en nummers zijn genoteerd van deze mensen. In sommige gevallen zou hen zelfs toegang tot de universiteitsgebouwen zijn geweigerd.
De docenten die de brief hebben ondertekend stellen, op basis van onderzoek van twee juridische experts, vraagtekens bij deze aanpak van de universiteit. "De manier waarop stafleden en studenten bejegend zijn, is een inbreuk op het recht op vrijheid van meningsuiting", stelt juridisch expert Professor Doctor Jan Brouwer.
Volgens de bezorgde docenten uit de brandbrief moet iedereen zich op de universiteit veilig voelen en ruimte krijgen om te demonstreren en vreedzaam standpunten te ventileren, mits dit binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting gebeurt.
Reactie College van Bestuur
Het College van Bestuur heeft vorige week in een reactie hun excuses aangeboden voor de intimiderende ervaringen die tijdens de Opening van het Academisch Jaar zijn ontstaan door de veiligheidsmaatregelen.
De universiteit laat een onafhankelijke evaluatie uitvoeren om te onderzoeken wat er precies is gebeurd en hiervan te leren voor de toekomst. Het universiteitsbestuur benadrukt in de reactie het belang van demonstratierecht en betreurt dat de gebeurtenissen een andere indruk hebben gewekt dan hun bedoeling was.
Het college nuanceert wel dat de veiligheidsmaatregelen bij de opening van het academische jaar opgeschroefd waren. "Na een eerdere bezetting van het Dantegebouw tijdens Night University zijn we extra alert op mogelijke verstoringen", schrijft het college. Bij deze bezetting van het Dantegebouw door actiegroep Palestine Solidarity Tilburg werden in mei 22 demonstraten opgepakt.
Het College van Bestuur wil gedurende de interne evaluatie niets toevoegen aan reacties die zij eerder gaven. "We wachten de bevindingen van de evaluatie af en gaan de brandbrief bestuderen", laat een woordvoerder weten.