Brabantse gemeentes hebben amper zicht op duizenden arbeidsmigranten
Dat blijkt uit een vragenlijst die door de regionale omroepen is verstuurd naar alle gemeenten in Nederland. 39 van de 56 Brabantse gemeenten deden mee aan het onderzoek. Het algemene beeld is dat gemeenten geen zicht hebben op arbeidsmigranten die wel in hun gebied wonen of werken, maar niet staan ingeschreven in de registers van de overheid.
Het kabinet kreeg donderdag het advies van de Sociaal Economische Raad (SER) om zich actiever bezig te houden met arbeidsmigratie. Zo moet de overheid gericht sturen op arbeidsmigranten die nodig zijn voor de Nederlandse economie in de toekomst.
In Brabant wonen naar schatting ongeveer 120.000 arbeidsmigranten, maar het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger, omdat gemeenten vaak niet goed weten waar ze verblijven of werken. “Het kan leiden tot uitbuiting, ongezonde werksituaties, ziekte en het afdanken van mensen zodra ze niet meer productief zijn. Dat is op allerlei manieren ongewenst”, vertelt Bram Klouwen van onderzoeksbureau Companen in Arnhem.
Misbruik
Klouwen deed voor ongeveer tachtig gemeenten in Nederland onderzoek naar arbeidsmigranten. Hij herkent het beeld dat gemeenten nauwelijks zicht hebben op arbeidsmigranten. Volgens Klouwen ligt misbruik op de loer. “Als mensen niet goed in beeld zijn bij gemeenten, kunnen anderen daar misbruik van maken. Er is dan geen controle op hun huisvesting of werksituatie. De Arbeidsinspectie kijkt er wel naar en de gemeenten doen aan toezicht en handhaving, maar veel mensen staan niet geregistreerd waardoor ze grotendeels onder de radar blijven.”
Als een arbeidsmigrant naar Nederland komt, is het de bedoeling dat die zich direct inschrijft in het zogeheten Register Niet-Ingezetenen. Als na vier maanden het besluit is genomen om langer te blijven, is het de bedoeling om in te schrijven in de gemeentelijke basisregistratie.
"Mensen schrijven zich wel in bij het Register Niet-Ingezetenen, maar staan vaak niet op een woonadres ingeschreven. Dus we weten dat iemand werkt, maar niet waar deze persoon verblijft. Daar begint het probleem al: de werkplek en woonplek zijn niet goed in beeld", vertelt Klouwen.
Malafide tussenpersonen
Malafide tussenpersonen zijn volgens Klouwen het volgende probleem. “Die halen mensen naar Nederland, maar hebben er geen belang bij om ze te laten registreren en ook belasting te laten betalen. Zwart werk loont voor de tussenpersonen, en die arbeidsmigranten zijn daardoor ook niet in beeld.”
“Dat speelt vooral in sectoren met seizoensarbeid met tijdelijke inzet van arbeidskrachten. De inschatting is dat veertig tot vijftig procent van de arbeidsmigranten in die categorie valt. Dat is een grote groep”, aldus Klouwen. Seizoenarbeiders komen bijvoorbeeld naar Brabant voor de aardbeienoogst of het steken van asperges.
Op locatie inschrijven
De verwachting is dat het aantal arbeidsmigranten in de komende jaren gaat toenemen. Volgens Klouwen is het belangrijk dat gemeenten deze mensen beter in beeld krijgen. “Dat kan bijvoorbeeld door gemeentemedewerkers naar locaties te sturen waar arbeidsmigranten wonen en werken. Dan kunnen zij ze ter plekke zorgen dat zij zich inschrijven," geeft Klouwen mee als advies.
Ook ligt er een rol voor andere overheden, schrijft de SER in het rapport dat afgelopen donderdag is verschenen. Volgens het adviesorgaan moeten overheidsorganisaties zoals gemeenten, de Arbeidsinspectie en de Belastingdienst beter informatie uitwisselen zodat er sneller gereageerd kan worden na meldingen over misstanden.