'Dat is schrikken': 320 dak- en thuisloze kinderen in regio Eindhoven
Bij de zogenoemde ETHOS-telling hielpen 84 organisaties en instellingen mee. Ook huisartsen werkten mee. Van de 2400 mensen zijn 320 kinderen in de regio Eindhoven dak- of thuisloos, maar ze leven niet letterlijk op straat. “We schrikken wel echt van het aantal. Ze wonen vaak bij familie en vrienden, op vakantieparken, in een stacaravan of in een instelling.”
Ook al slapen ze niet onder een brug, volgens de wethouder is de impact groot op deze kinderen. “Je wil gewoon dat kinderen fijn opgroeien. Je moet toch naar school als je op een vakantiepark zit of bij familie of vrienden thuis. Hoe kom je daar dan? Of spelen met andere kinderen. Ik kan me zomaar voorstellen dat je ze niet per se uitnodigt bij een instelling.”
Daarnaast zijn 879 kinderen tot 18 jaar indirect betrokken bij de situatie van een dak- of thuisloze ouder. Dit betekent dat het kind zelf niet dak- of thuisloos is, maar een of beide ouders wel.
In april werd in Eindhoven en omgeving twee dagen geteld. Het doel is om erachter te komen hoeveel dak- en thuisloze mensen er in vijftien plaatsen in de regio Eindhoven zijn, ook de verborgen dakloosheid moest aan het licht komen. “Dat zijn bijvoorbeeld mensen die bij anderen op de bank slapen. Die melden zich niet bij een inloopvoorziening. Ze zijn in principe ook dak- en thuisloos.”
19 procent van de totale groep getelde dakloze personen is een jongere tussen de 18 en 27 jaar. “Dat kunnen studenten zijn, maar dat zijn ook jongeren of jongvolwassenen die uit jeugdzorginstellingen komen, onderweg hun baan zijn verloren of geen woning hebben en thuis niet kunnen verblijven.”
De vijftien gemeenten waar geteld is, hebben samen het Regionaal Actieplan Dakloosheid 2024–2030 vastgesteld. Met de cijfers van deze telling in handen willen ze kijken naar een verdere aanpak van de dak- en thuisloosheid in de regio. “We moeten er ook voor zorgen dat mensen die een woning hebben er niet uitgezet worden. En dat ze voldoende inkomen hebben en het leven kunnen betalen,” zegt wethouder Toub.
Een opvallende bevinding is het grote aantal vrouwen dat dak- of thuisloos is: 29 procent van de getelde personen in de regio is vrouw. Dat is hoger dan eerdere landelijke schattingen. “Het gaat ook over alleenstaande moeders. Vaak komen ze bij familie of vrienden terecht en minder snel bij een opvang. Het beeld dat mensen soms hebben, is niet de dak- en thuisloze van nu. De groep is heel divers.”
"Je ziet dat er te weinig plekken zijn."
Slechts twaalf procent van de dak- en thuislozen in de regio Eindhoven leeft in de openbare ruimte en overnacht bijvoorbeeld in een parkeergarage of winkelcentrum. De andere dak- en thuislozen slapen in een instelling, auto, busje of schuur.
Lang niet elke dak- en thuisloze zit overigens zonder werk. “Iemand kan door een scheiding geen woning meer hebben en dus op zoek moeten naar een nieuw huis. Dat is in deze tijden heel moeilijk, en daardoor kunnen ze ook op straat terechtkomen.”
Wethouder Toub benadrukt dat het enorme woningtekort terug te zien is in deze cijfers. “Als je het over de woningnood hebt, raak je wel de kern. Je ziet dat er te weinig plekken zijn. We moeten zorgen voor voldoende betaalbare huizen.”
De bedoeling is om de ETHOS-telling elke vier jaar te herhalen. Dan wordt duidelijk of nieuwe maatregelen effect hebben en of de dakloosheid afneemt.
ETHOS-telling
Het is de derde ETHOS-telling van Nederland. Dit keer deden 57 gemeenten mee. Voor het eerst werd er ook in Eindhoven, Amsterdam en Den Haag geteld.
Ter vergelijking: Amsterdam-Amstelland: 13.070 dak- en thuislozen, waaronder 1718 kinderen. Regio Eindhoven: 2.441 dak- en thuislozen, waaronder 320 kinderen.
In Eindhoven heeft 13 procent van de dak- en thuislozen geen geldige verblijfsstatus. “Die mensen verdwijnen uiteindelijk veelal in de grote steden, dus ook in Eindhoven”, zegt wethouder Toub.