Van winnen op de atletiekbaan tot winnen op de fiets: 'Droom die uitkomt'
Knijnenburg (23) kende ooit haar grootste successen op de atletiekbaan. Begin 2022 werd ze Nederlands kampioene op de 800 meter, maar later dat jaar maakte blessureleed een einde aan haar loopcarrière. “Ik dacht: ik stap gewoon voor de lol op een veldrijfiets,” vertelt ze. “Dat beviel zo goed dat ik na de winter besloot me op de weg te richten.”
Met succes, Knijnenburg sloot zich aan bij Wielervereniging Schijndel en verraste in haar eerste seizoen meteen met de Nederlandse titel bij de elite zonder contract. Inmiddels rijdt ze voor het professionele VolkerWessels Cycling Team. “Het wielrennen is veel professioneler,” zegt ze. “De dagen zijn langer, je reist meer en er komt veel meer tactiek bij kijken. Dat maakt het lastiger om te winnen.”
De renster staat bekend om haar aanvallende koersstijl. “Dat komt nog uit het hardlopen,” legt ze uit. “Ik ben niet bang om af te zien. In een massasprint heb ik niets te zoeken, dus probeer ik het met een aanval. Soms lukt dat, soms niet.”
“Dat ik met één seconde verschil won, voelde bizar."
In China kwam die tactiek deze week eindelijk uit. “Iedereen verwachtte een sprint in de laatste etappe, maar door mijn aanval ontstond een kopgroep,” zegt Knijnenburg. “Dat ik de koers met één seconde verschil won, voelde bizar. Ik heb er superhard voor gestreden.”
De overwinning is een beloning na een seizoen vol tegenslag. Door een knieblessure miste Knijnenburg de Tour de France Femmes. Komende zondag rijdt ze nog één wedstrijd in China, waarna haar seizoen erop zit. “Daarna ga ik kort op vakantie, trainen in Spanje en wat crossen rijden,” vertelt ze. “Ik wil me goed voorbereiden op het voorjaar.”
Voor het nieuwe seizoen legt Knijnenburg de lat hoog. “Het is lastig om in het wielrennen concrete doelen te stellen, maar ik wil me verder ontwikkelen en meedoen om de uitslagen,” zegt ze. “Deze winst smaakt naar meer. Het belangrijkste is dat ik fit blijf.”