De naam klinkt veelbelovend maar eet deze zwam niet, waarschuwt Frans
Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Gevonden in de Mierlose bossen, welke schimmel is dit?
Fran Linnenbank kwam op 24 augustus een schimmel tegen in de Mierlose bossen. Zee vraagt zich af om welke schimmel het gaat. Volgens mij is dit het vruchtlichaam van de spekzwoerdzwam, maar dan in een vroeg stadium. Vaak mis je deze zwam, omdat de vruchtlichamen heel vaak voorkomen op sterk verrotte stronken en dan vooral aan de onderkant van liggende stammen van loofbomen. Al zie je ze heel soms ook op die van naaldbomen. Spekzwoerdzwammen tasten soms het riet op rietendaken aan. Het zijn duidelijk saprofyten, die spekzwoerdzwammen. Als er een vruchtlichaam is gevormd gaat worden dan zie je in het begin een soort korst op het hout, zoals op de foto van Fran.
Later vouwt het vruchtlichaam de bovenkant om waardoor er hoedenachtige richels gevormd worden. Je ziet dan doorschijnende bleekroze tot oranjeachtige hoedjes, die ook nog voorzien zijn van diepe vouwen en rimpels. Met een beetje fantasie doet dit denken aan spek. Maar ondanks die naam, zijn de vruchtlichamen van de spekzwoerdzwam niet eetbaar.
Welke wesp kwam er regelmatig onder de overkapping vandaan?
Marc zag een soort wesp op 24 augustus in zijn tuin en onder de overkapping. Hij wil graag weten wat het is. Volgens mij is dit een blokhoofdwesp. Maar welke het precies is, weet ik niet. Het zijn in ieder geval geen gewone wesp, maar een graafwesp. Die zijn heel herkenbaar aan hun grote, blokvormige kop. Als je daarnaast de voorzijde van de kop kan zien, zie je een opvallende glanzende streep. Die wordt aangeduid met 'snor'. Overigens graven deze graafwespen geen gat in de grond voor hun nest, maar in dood of vermolmd hout. Vrouwtjes van de blokhoofdwespen gaan op zoek naar dode bomen, oude dikke takken, omgevallen bomen en boomstronken, maar ook versleten hout, bijvoorbeeld in overkappingen. In hun nest bevinden zich uiteindelijk maximaal tien nakomelingen samen met het gevangen voedsel voor die dieren.
Dit gevangen voedsel bestaat uit allerlei soorten insecten, vooral zweefvliegen en andere vliegen. Die prooien worden met een steek verlamd. Vooral zweefvliegen worden bejaagd. Het schijnt zo te zijn dat blokhoofdwespen op de geur van de zweefvliegen afgaan.
Welke onopvallende rups heeft zich verstopt tussen de snoeptomaten?
Jan Baartmans zag op 26 augustus op zijn snoeptomatenplant een rups. Hij vraagt zich af welke goed gecamoufleerde rups dit is. Volgens mij is dit de rups van een oranjetipje. Vrouwtjes van het oranjetipje hebben een voorkeur voor waardplanten die op zonnige beschutte plaatsen groeien zoals in greppels of in hooilanden bij struweel of bosranden. Vooral grote, opvallende planten met veel bloemhoofdjes die niet of nauwelijks bloeien worden gebruikt. De vrouwtjes landen op geschikte bloemknoppen, steken de antennes recht naar voren en krommen hun achterlijven. Daarna wordt één eitje vlak onder de knop op de bloemsteel afgezet. Hierna vliegen ze meestal naar een plant in de buurt om te rusten of nectar te drinken.
De eitjes scheiden een stof af die andere vrouwtjes ervan weerhouden nog een eitje op die plant af te zetten. De reden is dat bijvoorbeeld één pinksterbloem doorgaans onvoldoende voedsel levert voor meer dan één rups. Bovendien zijn de rupsen kannibalistisch. Eitjes die later op een bezette plant worden afgezet, hebben daarom nauwelijks overlevingskansen.
De rups die uit zo’n eitje komt, eet in de vroege ochtend eerst de eischaal op. Daarna voedt de rups zich met de hauwtjes. Zijn de hauwtjes op, dan gaan de bloemsteeltjes en blaadjes eraan. Soms is dat niet voldoende, dan zoekt de rups een nieuwe plant. Als de rupsen voldoende gegeten hebben en vervellen, gaan ze zich verpoppen. Ze verlaten dan hun waardplanten. Ze klimmen dan langs allerlei planten omhoog en verplaatsen zich al zwiepend van de ene naar de volgende plant. Uiteindelijk vinden ze dan een plekje op een boom, struik of stengel en maken daar met spinsel hun eigen cocon/pop.
Rubriek mooie foto’s
In de rubriek mooie foto's dit keer een foto die gemaakt is door Rinus Mesman. Hij trof deze prachtige nachtvlinder aan bij zijn dochter. De naam van de nachtvlinder is agaatvlinder.
Natuurtip
Zaterdag 1 november kun je deelnemen aan de landelijke Natuurwerkdag op landpark Assisië in Biezenmortel. Deelnemers gaan daar aan de slag met het vrijmaken van bomen. Meehelpen kan tussen negen uur 's ochtends en halftwee 's middags.
Boompjes weg
Vooral zwarte elzenboompjes hebben zich op een plek, die landpark Assisië graag als open natuurgebied wil behouden, enorm uitgezaaid. Het maaien van deze boompjes is doodzonde, dus wordt hen een nieuwe bestemming gegeven. Na een kort welkom gaan de deelnemers aan de slag in dit grote gebied. Daar zijn vooral heel veel elzenboompjes gaan groeien, naast ook jonge wilgen, populieren en berken. Deze moeten met wortel en al worden uitgetrokken of voorzichtig worden uitgestoken met een spade.
Boompjes krijgen een goed tehuis
Via de bomenplanner komen ze terecht bij voedselbossen, schoolpleinen, achtertuinen, boeren en andere plekken waar meer groen gewenst is. Deze jonge boompjes worden later op de dag gratis opgehaald door geïnteresseerden. Wat er dan nog overblijft, wordt meegenomen naar de bomenhub en worden op een ander moment uitgedeeld.
Locatie en aanmelden
Deelnemers verzamelen om negen uur 's ochtends op parkeerplaats 1 aan het Hazenpad. Daar staan vrijwilligers van Meer Bomen Nu en IVN voor klaar. Vanaf dat punt wordt wandelend vertrokken naar het waterretentiegebied.
Aanmelden kan het beste op de site van Meer Bomen Nu. Zoek daar naar de datum en het gebied. Je kunt ook deze link gebruiken van Elzen oogsten Landpark Assisië als je dit digitaal leest.

