Slang valt uit het niets op de auto van Hans, Frans legt uit hoe dat zit
Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Tijdens een vakantie viel een slang uit het niets op Hans zijn auto
Hans Oerlemans was op 25 augustus op vakantie in Italië toen plotseling een slang uit het niets op zijn auto viel. Hij vroeg of ik aan de hand van zijn foto's kan zien welke slang het is. Buitenlandse slangen zijn helaas niet mijn kennisgebied. Gelukkig ken ik wel best veel experts en die ben ik gaan raadplegen.
De reactie die ik kreeg, was dat dit wellicht een geelgroene toornslang zou kunnen zijn. Honderd procent zeker was men niet, omdat je op de foto te weinig details kan zien. De geelgroene boomslang behoort tot de familie van de toornslangachtigen, meer bepaald bij de onderfamilie colubrinae. Bij die onderfamilie hoort ook een Nederlandse slang: de gladde slang. Dit is een niet-giftige slang, een beschermde soort, die vooral te vinden is op droge heideterreinen. Je kan ze ook tegenkomen in hoogveengebieden, open bossen en bij jonge aanplant op zandgrond.
De geelgroene toornslang is overdag actief, maar kan ook heerlijk genieten van een zonnebad. Ze kunnen maximaal 1,8 meter lang worden. Op het menu van deze slang staat een breed scala aan voedsel van vooral kleine zoogdieren, maar ook hagedissen, vogels en hun jongen. Daarnaast amfibieën (kikkers) en ook wel ongewervelden zoals kevers en (naakt)slakken.
Na de paring zetten de vrouwtjes hun eitjes af onder boomstronken of grote stenen. Na ongeveer zes tot acht weken komen de jonge slangen uit. Ze zijn dan maximaal 25 centimeter. Je komt deze soort vooral tegen in Italië en zuidelijk Frankrijk.
Vlinder gefotografeerd in Montafon in Oostenrijk
Bert Vervoort had op 25 augustus in het Oostenrijkse Montafon een vlinder gefotografeerd die hij nog nooit eerder gezien had. Zijn vraag is dan ook, welke is het? Volgens mij is het de nachtvlinder met de mooie naam grote beer. Deze nachtvlinder behoort tot de grote familie van de spinneruilen, en dan de onderfamilie van de beervlinders. Tot die onderfamilie behoort ook de ons bekende Sint-Jakobsvlinder.
De volwassen grote beer kun je vanaf begin juni al tegenkomen. Het zijn echte nachtvlinders, die laat in de nacht gaan vliegen en dan op zoek gaan naar nectar. De rupsen daarentegen eten van alles. Om te beginnen brandnetel, maar ook paardenbloemen, weegbreesoorten, ossentong, en zuringsoorten.
In vochtige gebieden is dat dan waterzuring. Maar als al die genoemde planten niet voldoende aanwezig zijn, eten ze de bladeren van allerlei soorten planten en struiken. Worden de rupsen verstoord, dan rollen ze zich vaak als een spiraal op. Het zijn erg behaarde rupsen - vandaar de naam beervlinders - die zich vrij snel bewegen en vaak giftig zijn. Heel bijzonder is het gedrag van de grote beer-nachtvlinder.
Bij verstoring laten ze hun fel gekleurde achtervleugels zien, zie bovenstaande foto. Daarnaast spuiten ze bij een grootsere verstoring een heldere gele vloeistof uit twee klieren vlak achter de kop.
Is dit een zeldzame houtwesp?
Leon Smolders kwam op 26 augustus een sluipwesp tegen. Hij dacht aan een bijzondere sluipwesp met de naam tremex fuscicornis. Aan mij de vraag of dit klopt. Ik ben het inderdaad met hem eens. Daarnaast wil hij weten of deze bijzondere sluipwesp/houtwesp een Nederlandse naam heeft.
Volgens heeft deze tremex fuscicornis nog niet echt een Nederlandse naam, maar in een artikel kwam ik de naam grote houtwesp tegen en ook de naam berkenzwaardwesp.
We noemen deze wespensoort officieel houtwespen, dat verdient uitleg. Houtwespen noemen we zo, omdat de vrouwtjes van dit speciale type sluipwespen een lange boor (legbuis) hebben waarmee ze een gat in het hout boren om hun eitjes in prooilarven te deponeren. Na het uitkomen van de eitjes van die houtwespen, eten ze de larven van die prooidieren van binnenuit op.
Heel mooi tot slot is dat veel van deze nieuwe soorten naar ons land komen vanwege het feit dat we steeds meer echte bossen krijgen en vooral omdat we steeds meer dood hout accepteren. Dood hout hoort bij een echt levend bos. Vijftig procent van de biodiversiteit is te danken aan dood hout. Wil je meer lezen over deze grote houtwesp, kijk dan eens op deze link.
In een vlinderstruik lagen eitjes en ook uitgekomen eitjes
Gwendolyn maakte op 23 augustus een foto in haar tuin. Ze zag daar iets op een vlinderstruik. Ze dacht eerst dat ze eitjes zag. Maar toen ze verder keek, zag ze dat de eitjes uitgekomen waren. Uit de eitjes waren de larven gekropen van de zuidelijke groene schildwants. Aangezien wantsen geen volledige gedaantewisseling kennen, noemen we de uit de eitjes gekropen diertjes geen larven, maar nimfen.
Bij de zuidelijke groene schilwants lijken deze diertjes wel op een wants, maar helemaal niet op de volwassen zuidelijke groene schildwants. De basiskleur daarvan is een groene kleur, zie foto.
Deze wantsen behoren tot de invasieve soorten. Ze horen oorspronkelijk thuis in Afrika. Door de klimaatverandering zijn deze wantsen ook in Nederland en in veel delen van Europa terechtgekomen. De eerste melding van de zuidelijke groene schildwants hier werd gedaan in 2006. Op het menu van deze dieren staan planten, ze voeden zich met plantensappen. Daarbij hebben ze een voorkeur voor jonge plantdelen, de vruchten en de groeipunten.
Ze hebben een steeksnuit en met die snuit prikken ze in de planten en brengen tegelijkertijd giftig speeksel in de plant. De schade die dan ontstaat, heeft tot gevolg dat de plant en verkleuren, ze krijgen dan misvormde vruchten en verwelkte scheuten. Kortom: niet best als je planten hebt staan die je wilt oogsten.
Al meerdere jaren in mijn tuin gezien, wat is het?
Jacqueline van Boven ziet al meerdere jaren een bepaald organisme in haar tuin, ook weer op 21 april dit jaar. Ze wil weten waar ze mee van doen heeft. Op de foto zie je een takje met daarop allemaal oranjeachtige zakjes. We hebben hier te maken met een schimmel met de prachtige naam meidoorn-jeneverbesroest.
Deze specifieke schimmel hoort bij de vele roesten, waarvan er ongeveer zevenduizend soorten bekend zijn. In ons land zijn er honderden bekend en al deze organismen horen thuis bij het rijk van de schimmels. In de naam van de meidoorn-jeneverbesroest komen twee plantennamen voor. Dat komt omdat de schimmel beide waardplanten nodig heeft om de levenscyclus te voltooien.
Op de bladeren van de meidoorn komen de vruchtbare delen van deze schimmel voor. Deze vruchtbare delen bestaan uit twee aparte onderdelen: een deel aan de bovenkant en een deel aan de onderkant van de bladeren. Wil je daar meer over weten, zie deze link
Overigens zijn naast de meidoorn de lijsterbes, het Amerikaans krentenboompje, de appelbes, peer en kweepeer alternatieve waardplanten. Wat doet dan de jeneverbes in dit verhaal? Ook de jeneverbes heeft een belangrijke rol bij deze schimmel, want dat is de winterwaardplant. De sporen die de meidoorn-jeneverbesroestschimmel de lucht in stuurt zweven naar jeneverbesbomen en ze overleven de winter op die bomen. In het voorjaar maakt de schimmel op de jeneverbes sporen aan die vervolgens naar de meidoorn of de andere genoemde bomen hierboven, zweven en voltooien daar de levenscyclus van de meidoorn-jeneverbesroestschimmel.
Waarom regen ons niet van de droogte gaat verlossen - Nieuwsuur
Misschien denk je: is Nederland verdroogd? Nu het herfst is, regent het toch weer volop? Maar het neerslagtekort in ons land is nog altijd enorm. De uitzonderlijk droge zomers van de afgelopen jaren dragen daar natuurlijk aan bij, maar de verdroging in Nederland is vooral een bewuste politieke keuze. Water afvoeren naar de zee is namelijk al tientallen jaren beleid.

