'Wij zijn barkeepers, geen politieagenten', horeca boos over staverbod
Volgens de gemeente draait het allemaal om veiligheid. Staand drinken zou risico’s opleveren in de binnenstad. Zitten op een terrasstoel of op een kruk bij een statafel wordt daarom verplicht. Maar welke risico’s dat precies dan zijn, wil wethouder Arnoud van Vliet nog niet toelichten. "Omdat de zienswijze voor dit nieuwe beleid nog loopt", zo laat een woordvoerder weten.
Maar de bom is in Breda al gebarsten. "We staan volledig in het donker", zegt kroegbaas Sem van Mook van De Heeren van Breda op de Grote Markt. "Als je zegt dat iets onveilig is, leg dan uit wát er onveilig aan is. Nu lijkt het gewoon een willekeurig besluit."
Ad Baelemans van Catch 22, al 35 jaar kastelein, vindt het argument ronduit vreemd. "Ik heb er in al die jaren meer van hun kruk af zien flikkeren dan dat ik ze rond een statafel om heb zien vallen. En tóch zou zitten veiliger zijn? Daar begrijp ik niets van."
"Ik ben barkeeper, geen politieagent."
De ondernemers vrezen dat het voorgenomen nieuwe beleid ze dwingt hun gasten te gaan corrigeren. "Dan moet ik straks weer, net als in de coronatijd, tegen mensen zeggen: zitten of vertrekken," zegt Baelemans. "Maar ik ben barkeeper, geen politieagent.”
Van Mook vult aan: "In Breda draait alles om gastvrijheid. Mensen komen juist om samen te praten, te lachen, even te blijven hangen. Het is een sociale ontmoetingsplaats. Het verplicht beperken tot uitsluitend zitplaatsen doet afbreuk aan deze unieke sociale rol. Als iemand even bij een tafel stopt om te kletsen, moet ik die straks wegsturen. Dat gaat tegen alles in waar wij voor staan."
Naast het verlies aan gezelligheid maken de ondernemers zich grote zorgen over de financiële impact. Veel horecazaken, zeker de kleinere bruine cafés, hebben beperkte ruimte en kunnen simpelweg geen extra tafels met stoelen kwijt op het terras. "Minder stoelen betekent minder gasten en dus minder omzet", vervolgt Van Mook. "Dat is direct voelbaar in de portemonnee. Ik vrees dat het zal leiden tot het verdwijnen van de traditionele bruine kroeg uit het straatbeeld."
"Deze maatregel is dodelijk voor kleinere zaken", denkt Baelemans. "Wat als iemand gewoon even komt roken of kletsen? Moet ik dan boetes riskeren? Dan wordt ondernemen een straf."
"Breda is geen Den Bosch of Tilburg."
Volgens de horecaondernemers heeft de gemeente gekeken naar het terrassenbeleid in Den Bosch (staan verboden) en Tilburg (staan toegestaan). Ook dat schiet bij de Bredase horeca in het verkeerde keelgat. "Breda is een eigen stad met een eigen karakter", vindt Van Mook. "Als we allemaal dezelfde regels krijgen, wordt het één grote eenheidsworst."
"Laat de wethouder eerst maar eens wat doen aan al die scooters, auto's en fatbikes die hier door de straat scheuren", besluit Ad Baelemans van de café Catch 22 aan de Vismarktstraat. Dat is pas gevaarlijk. Gooi dit plan gewoon in de prullenbak. Dan kunnen wij tenminste weer doen waar we goed in zijn: mensen laten genieten, zittend of staand."
De gemeente Breda wilde niet reageren.
Koninklijke Horeca Nederland afdeling Breda
KHN Breda vindt dat de nieuwe terrasregels van de gemeente te snel worden ingevoerd en niet zijn afgestemd op de dagelijkse praktijk van horecaondernemers. De organisatie wil regels die werkbaar zijn en gebaseerd op vertrouwen, niet op wantrouwen.
Vooral het verbod om op terrassen te staan, de beperkingen op afzettingen en beplanting en de strenge geluidseisen stuiten op kritiek. Volgens KHN zijn veel maatregelen onnodig en slecht onderbouwd.
"Waarom ga je iets oplossen als het niet kapot is?", zegt bestuurslid Peter van Belle. De horeca onderschrijft het belang van duidelijke spelregels, maar benadrukt dat deze de gastvrijheid niet mogen aantasten. KHN vraagt de gemeente om meer overleg, ook over de gevolgen voor de buitengebieden, voordat de raad de regels vaststelt.
