Het slavernijverleden bespreken in de klas: 'Maak het persoonlijk'
Voor docent burgerschap Michael Esajas uit Rijen en docentopleider Lucata Linga uit Tilburg staat één vraag centraal: hoe maak je het slavernijverleden betekenisvol voor álle leerlingen? Beiden namen deel aan de onderwijsdag in De Nieuwe Veste in Breda en zagen hoe werkvormen en gesprekken het onderwerp persoonlijk en toegankelijk kunnen maken.
"De dag geeft tools om het gesprek te openen in plaats van te vermijden", zegt Esajas. Linga vult aan: "Als je met leerlingen onderzoekt waar hun families vandaan komen, wordt geschiedenis ineens persoonlijk. Dan gaat het niet alleen over ‘toen’, maar over ‘wij’."
"Docenten willen dit écht goed doen", zegt organisator Zaidan Dollison van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee). "Maar het schoolmateriaal dat ze krijgen vertelt vooral het verhaal van de macht, vanuit Europees perspectief. Daardoor leren leerlingen niet waarom dit verleden ertoe doet in het heden. En dan stokt het gesprek."
Volgens Dollison herkennen sommige leerlingen zich daardoor niet in hun eigen geschiedenis, terwijl hun klasgenoten het onderwerp ervaren als een ‘ver-van-mijn-bedshow’. "Het slavernijverleden is niet afgesloten. Het werkt door in taal, beelden, tradities en in hoe we met elkaar omgaan."
Om dat inzicht tastbaar te maken, ontrolde kunsthistoricus Bart Krieger in zijn workshop een groot Twisterkleed, vol alledaagse voorwerpen met een historische lading. Een simpel doosje hagelslag verwijst naar de cacaoplantages in Suriname en het menselijk leed dat daarachter schuilt. "Ik maak de doorwerking van het slavernijverleden voelbaar", zegt Krieger. "Dan komt de boodschap beter aan en kunnen we de dialoog aangaan."
Onderzoeker Joandi Hartendorp benadrukte in haar lezing hoe vaak het beeld bestaat dat tot slaaf gemaakten drie eeuwen lang passief waren. "Maar er waren opstanden, vluchtgemeenschappen en revoluties", zo vertelt ze. "Vrijheid was geen geschenk van de kolonisator, maar vrijheid werd bevochten."
"Het gaat niet om schuld, maar om erkenning."
Door die verhalen te delen, krijgen leerlingen een completer en menselijker beeld. "Het gaat niet om schuld, maar om erkenning", vervolgt ze. "Als we leerlingen laten zien dat veerkracht, waardigheid en menselijkheid altijd aanwezig waren, voelen zij zich gezien in hun geschiedenis."
In een workshop van Noami Nagtegaal werkten deelnemers met stambomen en wereldkaarten om te laten zien dat geschiedenis niet iets is wat afloopt, maar doorloopt. Het maakt zichtbaar dat iedereen ergens vandaan komt en dat onze verhalen met elkaar verweven zijn.
"Verandering begint bij mensen die bereid zijn hun manier van lesgeven onder de loep te nemen", besluit Dollison. “Je kunt de toekomst niet begrijpen als je het verleden niet kent."
