Echtpaar eert Armand met archief: 'Persoon trok me niet, zijn teksten wel'
‘De eeuwige wietvelden’ zijn alweer tien jaar bewoond door de Eindhovense protestzanger Armand. Nog altijd zit de overleden zanger (69), die in de Top 40 belandde met ‘Ben ik te min’ en 'Blommenkinders', in de harten van Herman en Hanny van der Pluijm uit Raamsdonk. Het echtpaar heeft een heus Armand-archief in huis staan. Mét zijn karakteristieke rode haren.
Al meedeinend luisteren Herman (75) en Hanny (68) aan de keukentafel naar een LP van Armand. "Als er iemand om je geeft, weet je waarvoor je leeft", klinkt het uit de platenspeler. Liefkozend pakken ze elkaars handen vast, waarna de twee vrolijk meezingen. "Ha da da dum, da da dum."
Het echtpaar is tien jaar na zijn overlijden nog volop fan van Herman George van Loenhout, zoals Armand eigenlijk heette. Dat is goed te zien in de oude slaapkamers van hun twee zoons en een schuurtje in de tuin, die inmiddels zijn omgedoopt tot Armand-archief. Foto’s, platen en krantenknipsels van de protestzanger vullen de muren.
"De persoon Armand trok me niet aan, maar zijn teksten wel."
De verzameling start als Herman vijftien jaar oud is. Dan hoort hij Armand voor het eerst op de radio. “Potverdorie, dacht ik bij mijn eigen.” Hij is op slag verkocht. Van zijn broer krijgt hij bierviltjes met Armands teksten cadeau. De teksten, over love, peace and happiness, raken hem. “De persoon Armand trok me niet aan, maar zijn teksten wel.”
“Pluk het moment, want de hele dag lukt je toch niet", is een van die teksten. Armand vertelt zijn motto in 2011 aan Omroep Brabant. Het is dan zijn grootste wens om 124 jaar oud te worden. Zoveel kaarsjes blaast hij uiteindelijk nooit uit. In 2015 overlijdt de hippie-artiest namelijk op 69-jarige leeftijd aan een longontsteking.
"Armand kon hele anekdotes vertellen over zijn wiet."
“We verloren echt een vriend”, blikt Hanny tien jaar later terug op zijn overlijden. Zij raakt na een optreden aan de praat met de zanger, over zijn maatschappijkritische teksten. Het persoonlijke contact groeit gaandeweg uit tot een dierbare vriendschap. “Hij had hele menselijke verhalen. Hij kon hele anekdotes vertellen over zijn wiet”, vertelt ze lachend.
De zanger schenkt hen zelfs zijn persoonlijke eigendommen, zoals speelgoed uit zijn jeugd en kinderfoto's. “Dat is van lieverlee uitgegroeid tot, nou ja, een hele grote verzameling”, zegt Herman lachend tussen alle prullaria. Zijn verzameling is niet te min. Zelfs een boodschappenlijstje van Armand voor een kip kerrie-recept met koriander bewaart hij in een plastic hoesje.
Artiestenkleding redt hij na de dood van Armand uit de kringloopwinkel in Eindhoven. “Daar zaten zijn rode haren nog op”, glundert Herman. Zorgvuldig haalt Hanny ze eraf met een pincet. “Die bewaren we nu in een luciferdoosje.”
Niet alleen een straatnaam in zijn geboorteplaats Eindhoven, ook de verzameling van de twee Raamsdonkers houdt de herinnering aan Armand en zijn standvastigheid levend. "Hij zei altijd: ‘Ik ben een rambam.’ Hij stond heel erg achter zijn idealen”, herinnert Herman zich de zanger.
"Armands boodschap is de basis van het leven. Die probeer ik door te geven."
“Voor hem was iedereen gelijk, van welke cultuur, rang of stand je ook was”, vervolgt hij. “We zijn allemaal maar mensen en niet meer. Zijn boodschap is de basis van het leven en die probeer ik door te geven.”
