STUIFMAIL

Deze fel oranje paddenstoel aan een boom viel Franja op, Frans vertelt meer

Vandaag om 07:30
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur. Iedereen kan vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt Frans onder meer aandacht aan dwarsbandkakkerlakken, een prachtige fel oranje zwam en een Noorse nachtvlinder. Deel een van deze Stuifmail is zaterdagochtend gepubliceerd.

Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:

Wachten op privacy instellingen...

Is dit een kakkerlak en legt ze een eitje?

Eem dwarsbandkakkerlak met eipakket (foto: Anne Douwes).
Eem dwarsbandkakkerlak met eipakket (foto: Anne Douwes).

Anne Douwes zag op 11 september een insect in een zak schuimpjes. Later trof ze er nog een op de tuindeur. Dat laatste insect leek een ei te leggen. klopt dit en zijn het kakkerlakken, wil ze weten. Om met de laatste vraag te beginnen: ja dit zijn kakkerlakken. Om precies te zijn dwarsbandkakkerlakken. Daarnaast is het vrouwtje van de dwarsbandkakkerlak op de foto inderdaad bezig een eipakket af te zetten op de tuindeur. In principe dragen de vrouwtjes zo’n pakket een aantal weken op hun achterlijf. Dit doen ze om het pakket te beschermen. Na enkele weken wordt het eipakket afgezet op een warme, donkere en vochtige plek, zoals kieren, spleten en dus ook warme tuindeuren. Het aantal eitjes in zo’n pakket wisselt per soort. Het kan gaan van dertig tot maximaal zestig eitjes. Afhankelijk van de temperatuur, maar ook van het voedsel in het pakket, komen de eitjes ongeveer na vier weken uit. De jonge kakkerlakken, ook wel nimfen genoemd, zijn vleugelloos. Ze doorlopen een aantal vervellingen tot ze gevleugelde volwassenen/imago’s worden. Wil je meer weten over de dwarsbandkakkerlak, zie dan deze link.

Een paddenstoel gevonden, maar welke?

Een vermiljoenhoutzwam (foto: Franja Mulders).
Een vermiljoenhoutzwam (foto: Franja Mulders).

Franja Mulders zag zondagmiddag 21 september tijdens een wandeling een paddenstoel. Ze is er niet achter gekomen welke het is. Aan mij dus het verzoek haar antwoord te geven. Wat zij zag is het fraaie vruchtlichaam van de zwam met de mooie naam vermiljoenhoutzwam. Het mooie van deze zwam is dat zelfs de onderkant (zie de foto hieronder) waar de buisjes zitten, fel oranje is.

Buisjes vermiljoenhoutzwam (foto: Frans Kapteijns).
Buisjes vermiljoenhoutzwam (foto: Frans Kapteijns).

Deze zwammen zijn saprofyte boomzwammen. Ze leven op dode takken en dode stammen van loofbomen. Je ziet ze op berken, diverse kerssoorten en ook op de lijsterbes. Overigens kan de kleur van deze zwammen variëren van intens oranje naar vermiljoenrood. Vermiljoenrood is een kleur die zelfs te zien is als heldere rode baan van de Nederlandse vlag. De vruchtlichamen van de boomzwam worden gebruikt als schuilplaats, maar worden ook gegeten door vele soorten kevers. Het schijnt dat men in Nepal vermiljoenhoutzwammen gebruikt als bloedstelpend geneesmiddel.

Twee gallen, welke zijn het?

Plaatjesgallen ook wel eikennapjesgallen genoemd (foto: Yvonne Rommelaars).
Plaatjesgallen ook wel eikennapjesgallen genoemd (foto: Yvonne Rommelaars).

Yvonne Rommelaars fotografeerde op 3 oktober tijdens een mooie herfstwandeling in het Leijpark in Tilburg twee gallen. Ze wil graag weten om welke gallen het gaat. Volgens mij zijn de gallen op foto 1 plaatjesgallen en de gallen op foto 2 lensgallen. De plaatjesgallen worden ook wel eikennapjesgallen of kortweg napjesgal, genoemd. Ze komen voor op de bladeren van de zomereik. Bevruchte vrouwelijke galwespen leggen hun eitjes op de nerven van de eikenbladeren. Op de locaties waar die eitjes gelegd zijn, vinden abnormale groeiwijzen plaats en ontstaan dan plaatjesgallen. In die gallen leven larven die voedsel onttrekken aan de bladeren. In oktober komen uit die plaatjesgallen volwassen vrouwelijke wespen (geen mannetjes), die in bloemknoppen onbevruchte eitjes leggen. Deze bloemknoppen groeien in het voorjaar uit tot andere galvormen. Hieruit komen zowel vrouwelijke als mannelijke galwespen. De eitjes van de bevruchte galwesp veroorzaken vervolgens weer plaatjesgallen.

Lensgallen (foto: Yvonne Rommelaars).
Lensgallen (foto: Yvonne Rommelaars).

De lensgallen op foto 2 komen voor op de bladeren van de zomereik. Deze lensgallen ontstaan omdat de bevruchte vrouwtjes van de lensgalwesp hun eitjes aan de onderkant van de eikenbladeren leggen. Die bladeren vormen dan lensgallen en daarin zitten enkel de larven van vrouwelijke lensgalwespen. Ze overwinteren in die lensgallen. Overigens laten die lensgallen eerder los van het blad dan dat het blad van de boom valt. Lensgallen die op het blad blijven zitten en met het blad naar beneden vallen, komen niet uit en verdrogen. De larven in de losse lensgallen ontwikkelen zich verder in de op de grond. In het voorjaar, meestal in mei, leggen de onbevruchte vrouwtjes van de lensgalwesp hun eitjes op de jonge bladeren, maar ook op de bloemsteeltjes van de zomereik. In die zogenaamde besgalletjes (geen foto) kunnen zowel vrouwelijke als mannelijke galwespjes zitten. Vervolgens herhaalt de cyclus zich.

Is dit een zeldzame zwarte slak?

Een zwarte naaktslak (foto: Ad Heesbeen).
Een zwarte naaktslak (foto: Ad Heesbeen).

Ad Heesbeen zag op 2 oktober een zwarte naaktslak. Hij vraagt zich af of dit een bijzondere slak is. In ons land kennen we twee zwarte naaktslakken: de zwarte wegslak en de zwarte aardslak. Een kenmerkend verschil tussen beide slakken is de witte streep, ook wel kiel genoemd, op de rug. De zwarte naaktslak van Ad heeft zo’n witte kiel, dus is dit de zwarte aardslak. Zwarte aardslakken zijn net zoals de zwarte wegslak niet zeldzaam. Het zijn echte inheemse naaktslakken. Je kunt ze gewoon tegenkomen op je wandeling door vochtige gebieden. Zwarte aardslakken behoren tot de allergrootste naaktslakken in ons land. Ze kunnen een lengte bereiken van meer dan twintig centimeter. Ze hebben een relatief slank lichaam en zijn meestal egaal zwart van kleur. De meeste zwarte naaktslakken hebben die mooie witte streep, maar er zijn er ook bij waar de streep nauwelijks of niet te zien is. Het meest zijn deze slakken te vinden in natuurlijke bossen en bij kreupelhout. Daarnaast in pure naaldbossen, ook wel dennen- of sparrenakkers genoemd. Omdat de ooit geplante dennenakkers steeds meer verwilderen, komen deze zwarte aardslakken steeds vaker voor in onze provincie. Ze verbergen zich graag onder rottende boomstronken, omgevallen boomstammen of zelfs onder losse een bast.

Gezien in Noorwegen ,een prachtige vlinder

Een speerpuntspanner (foto: Jack van de Ven).
Een speerpuntspanner (foto: Jack van de Ven).

Jack Ven zag op 28 september in Noorwegen een prachtige vlinder landen op een rieten stoel. Hij denkt dat het een soort nachtvlinder is, maar welke? Volgens mij is de gelande nachtvlinder een speerpuntspanner, die in ons land bekendstaat als vrij zeldzaam. Volgens de Vlinderstichting komen slechts enkel speerpuntspanners voor op de Veluwe en in onze provincie. Deze nachtvlinder is goed herkenbaar aan de witte speerpunten die vanuit de brede buitenste witte dwarsbanden de vleugelzoom insteken. Verder is deze nachtvlinder ook herkenbaar aan zwart-witte tekening op de voor- en achtervleugel die bestaat uit een afwisseling van zwarte en witte dwarsbanden. De rupsen van de speerpuntspanner zijn vooral te vinden op deze volgende waardplanten: berk, wilde gagel en bosbes. Na de verpopping komen de speerpuntspannernachtvlinders tevoorschijn. Deze zijn ook dagactief. Vooral bij zonnig of warm weer. Mannetjes kun je dan overdag zien, omdat ze door middel van geur te verspreiden een vrouwtje proberen te vinden. Vrouwtjes kun je ook overdag tegenkomen, omdat ze dan hun eitjes aan het afzetten zijn.

Rubriek mooie foto’s

Een distelboktor (foto: Yvonne Rommelaars).
Een distelboktor (foto: Yvonne Rommelaars).

In de rubriek mooie foto's dit keer een foto die gemaakt is door Yvonne Rommelaars. Zij legde een gewone distelboktor vast die op een blad aan het genieten was van wat zonnestralen.

Natuurtip

Een grijze zandbijvrouwtje (foto: Saxifraga/Pieter van Breugel).
Een grijze zandbijvrouwtje (foto: Saxifraga/Pieter van Breugel).

Donderdag 20 november vindt om acht uur 's avonds in zaal De Groenhoeve aan de Artillerieweg in Uden een dialezing over wilde bijen plaats.

In ons land komen meer dan driehonderd soorten voor, naast de bekende honingbij. We noemen ze wilde bijen, omdat ze hier inheems zijn dus ‘in het wild’ voorkomen. De ruim twintig soorten hommels rekenen we ook tot onze wilde bijen. Zij vormen volken met vele dieren in één nest. De meeste inheemse bijen doen echter alles alleen en heten daarom solitaire bijen. Omdat ze ons niet steken en dus niet lastig zijn, zijn ze onbekend. Veel van deze soorten focussen zich op bepaalde planten en worden sterk bedreigd door de negatieve invloed van de mens op de flora. De soorten zijn vaak vernoemd naar hun uiterlijk of gedrag. Zo kun je onder meer aantreffen: zandbijen, koekoeksbijen, metselbijen, maskerbijen, behangersbijen, wolbijen, bloedbijen en zijdebijen.

De boeiende lezing wordt verzorgd door Pieter van Breugel. Deelname is gratis, reserveren is niet nodig. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Jan-Willem Hermans, via telefoonnummer 06-51853275.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!