STUIFMAIL

Van deze kever op Nicoles deur worden veel mensen niet blij volgens Frans

Vandaag om 08:30 • Aangepast vandaag om 09:33

Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur. Iedereen kan vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt Frans onder meer aandacht aan een zeldzame nachtvlinder in Drunen, een kleine vogelspin en een goudvliesbundelzwam. Deel twee van deze Stuifmail wordt zondagochtend gepubliceerd.

Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:

Welke kever op mijn deur?

Een zuidelijke groene schildwants (foto: Nicole van Amstel).
Een zuidelijke groene schildwants (foto: Nicole van Amstel).

Nicole van Amstel zag op 5 oktober een insect op haar deur. Ze vraagt zich af om welke kever het gaat. Op de foto staat geen kever, maar een wants. Het is de zuidelijke groene schildwants. Deze wants was nog niet helemaal op kleur en heeft nog wat nimfachtige kleuren. Als ze eenmaal volwassen zijn, zijn ze egaal lichtgroenig van kleur. De zuidelijke groene schildwants is helaas een invasieve soort. Oorspronkelijk leefde deze alleen in Ethiopië. Helaas komt deze soort tegenwoordig ook voor in ons land - veelal in kassen - en alle tropische en subtropische gebieden. De soort behoort tot de grote familie van de stinkwantsen (zo worden ze tegenwoordig genoemd), omdat ze een sterke geur verspreiden bij verstoring. In de Nederlandse groente- en fruitkassen is het een echte plaagsoort geworden.

Mooie en zeldzame nachtvlinder

Een zwarte witvleugeluil (foto: Andre van Drunen).
Een zwarte witvleugeluil (foto: Andre van Drunen).

André van Drunen zag op 4 oktober een bijzondere vlinder in een natuurgebied bij Giersbergen in Drunen en determineerde de vlinder. Hij kwam tot de ontdekking dat het best een zeldzame soort is: de zwarte witvleugeluil. Op de site van de Vlinderstichting kun je inderdaad lezen dat de zwarte witvleugeluil zeldzaam is. Deze nachtvlinder komt vooral verspreid en lokaal voor in het zuiden van het land. De zwarte witvleugeluilen behoren, net zoals de andere drie soorten witvleugeluilen, tot de familie van de uilen. Zwarte witvleugeluilen kun je tegenkomen van september tot eind oktober. Ze foerageren vooral op de bloemen van klimop en op overrijpe bramen. Daarnaast komen ze af op smeer en op licht. De rupsen kom je overdag niet of nauwelijks tegen, omdat ze zich verbergen in dichte vegetatie vlakbij de grond. Voedsel zoeken deze rupsen in de nacht. Overwintering vindt plaats als jonge rups. Later vindt de verpopping plaats in de grond.

Een zwarte spin met een vreemde kop

Een gewone mijnspin (foto: Rinus Notenboom).
Een gewone mijnspin (foto: Rinus Notenboom).

Tijdens het uitlaten van zijn hondje op 4 oktober zag Rinus Notenboom een zwarte spin. Hij vond het een beetje een rare spin. Wat hij tegenkwam, was een gewone mijnspin. Wat het diertje zo vreemd maakt, zijn de grote naar voren gerichte kaken met gifklauwen die parallel naast elkaar bewegen. Ze zien er op zo’n moment uit als kleine vogelspinnen. Dit klopt ook enigszins, want ze zijn verwant aan de vogelspin. In rust worden deze kaken en klauwen ingeklapt in de lengterichting van het lichaam. Kortom: het diertje dat Rinus zag stond in de aanvalshouding, zie ook de onderstaande foto.

Een gewone mijnspin (foto: Saxifraga/Tom Heijnen).
Een gewone mijnspin (foto: Saxifraga/Tom Heijnen).

Gewone mijnspinnen zijn donkerbruine of zwarte spinnen die thuishoren bij de familie van de mijnspinnen. Ze verbergen zich in zelfgemaakte ondergrondse schuilplaatsen. Overigens zijn het heel kleine spinnen, want het mannetje is maar negen millimeter groot en het vrouwtje vijftien millimeter. Vrouwtjes van de gewone mijnspin wonen in woonbuisjes. Na de paring legt ze daar ook haar eitjes in. Als de eitjes uitkomen, verlaten de jonkies de woonbuis en gaan ze ergens ander hun eigen woonbuisjes maken.

Wat ben ik tegengekomen in de tuin?

Een bastaarsrups helmkruidbladwesp (foto: Koos Verheijden).
Een bastaarsrups helmkruidbladwesp (foto: Koos Verheijden).

Koos Verheijden kwam op 30 september een diertje in zijn tuin tegen en hij wil graag weten wat het is. Wat hij gezien heeft lijkt op een rups, maar is het niet. Het diertje in zijn tuin is een bastaardrups van de helmkruidbladwesp. Bladwespen, ook wel zaagwespen genoemd, zijn een onderorde van de vliesvleugeligen. De orde van de vliesvleugeligen is een grote orde waartoe zo ongeveer 150.000 soorten behoren. Ze danken hun naam aan hun dunne en doorzichtige vleugels. Bekende vliesvleugeligen zijn mieren, wespachtigen, bijen en hommels. Wil je er meer over lezen, zie deze link.

Een helmkruidbladwesp (foto: Saxifraga/Gerard de Jong).
Een helmkruidbladwesp (foto: Saxifraga/Gerard de Jong).

De helmkruidbladwesp is een insect van maximaal 14 millimeter groot en deze vliesvleugelige lijkt erg veel op andere vliesvleugeligen namelijk op plooivleugelwespen, zoals de gewone wesp. Je kunt dus stellen dat de helmkruidbladwesp aan mimicry doet. Na de paring zetten de vrouwtjes helmkruidbladwespen hun eitjes af op bladeren van helmkruidachtige planten, zoals helmkruiden, toortsen en de buddleja. Daar overwintert deze soort als eitje en uit de eitjes komen larven, die op rupsen lijken, maar het niet zijn, vandaar de naam bastaardrups. Deze wit gekleurde bastaardrupsen met kleine zwarte stippen eten de bladeren op van de planten waarop ze zijn afgezet. Na de verpopping komen er vliegende helmkruidbladwespen tevoorschijn, die op andere kleine dieren / insecten jagen.

Een heel mooie zwam

Hoeden goudvliesbundelzwam (foto: Sophia Gosling).
Hoeden goudvliesbundelzwam (foto: Sophia Gosling).

Sophia Gosling kwam op 5 oktober een prachtige zwam tegen in de Oisterwijkse bossen. Ze dacht dat het mogelijk de oranjedruppelzwam zou kunnen zijn, maar ze twijfelde. Die twijfel was terecht, want het zijn niet de hoeden/vruchtlichamen van de oranjedruppelzwam maar van de goudvliesbundelzwam. Ook wel slijmsteelbundelzwam genoemd. Deze zwam groeit zowel op loofbomen als op naaldbomen. Van augustus tot oktober kun je de vruchtlichamen van deze zwam tegenkomen op zowel levend als dood hout. De zwam heeft wel een voorkeur voor beuken (zoals op de foto van Sophia), esdoorns, sparren, kastanjebomen en wilgen. Meestal groeien de hoeden/vruchtlichamen in bundels in de buurt van de holte van dode takken en dan vaak op grote hoogte.

Hoeden van de goudvliesbundelzwam (foto: Saxifraga/Jan Nijendijk).
Hoeden van de goudvliesbundelzwam (foto: Saxifraga/Jan Nijendijk).

Ondanks dat deze zwam zo hoog groeit, staat deze zwam bekend als culinaire zwam/paddenstoel. De smaak is nootachtig en de hoeden hebben een stevige textuur. Vaak gebruiken de liefhebbers deze zwam in roerbakgerechten, soepen en omeletten. Gelukkig halen de echte liefhebbers ze niet uit de natuur, maar hebben ze thuis goudvliesbundelzwam-kweeksets, zie deze link.

Rectificatie

Dit zijn geen kleverige knolamanieten, maar champignonparasollen (foto: Jack).
Dit zijn geen kleverige knolamanieten, maar champignonparasollen (foto: Jack).

In een tekst bij de Stuifmail van zaterdag 4 oktober ontdekte een paddenstoelenkenner een fout. Tussen de kuipplanten van Jack blijken geen gevaarlijke paddenstoelen te staan. Zelf twijfelde ik in oktober ook al aan de soortnaam, maar bij een check met een van de beeldherkennigsapp kwam de naam kleverige knolamanieten tevoorschijn.

Later stuurde een paddenstoelenkenner mij een bericht waarin hij aangaf, dat het niet kleverige knolamanieten zijn, maar champignonparasollen. Welke soort champignonparasol precies, kon hij niet aangeven. Dit kan ik me voorstellen, want de hoed is aan de onderkant gesloten dus zie je de lamellen niet. Daarnaast zijn de champignonparasollen erg jong en zie je ook geen andere kenmerken. Wel kon hij aangeven waarom het niet een amaniet kan zijn, en stom genoeg ben ik daaraan voorbijgegaan. Heel belangrijk bij amanieten zijn de resten van een beurs die aan de voet (volvaresten) te zien zijn en die waren hier inderdaad niet te zien. Daarnaast waren er nog enkele kenmerken die mij en de beeldherkennigsapp niet waren opgevallen.

Overigens is de naam champignonparasol ontstaan omdat deze paddenstoelen de kenmerken hebben van die beide soorten. De paddenstoel heeft namelijk een champignonachtig uiterlijk maar heeft daarnaast, als 'ie volgroeid is, een opvallende, brede, rafelige hoed die lijkt op een parasol.

Gewone mijnspin - Christian Olivier Vogelspinnen in Nederland? Dat kan toch helemaal niet?! Dit klopt, maar er leeft wel een neefje van de vogelspin in Nederland: de gewone mijnspin. De gewone mijnspin is een van de twee soorten van de mijnspinnenfamilie die in Nederland voorkomen. De gewone mijnspin wordt ook wel de vogelspin van Nederland genoemd en kom voor in heidegebieden in Gelderland, Utrecht en Noord-Brabant. Een soort waar de mijnspin makkelijk verward mee kan worden, is de kalkmijnspin. Maar die komt alleen in Zuid-Limburg voor. In de bovenstaande video meer uitleg hierover.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.