Annelies werd bijna achtergelaten op vliegveld: 'Een grote fout'
Wat een ontspannen terugreis naar huis moest worden, eindigde voor de Waalwijkse Annelies Lens in een emotionele achtbaan. De vrouw, die vanwege een achillespeesontsteking in een rolstoel zit, werd maandagavond op het vliegveld van Gran Canaria simpelweg vergeten door het grondpersoneel.
Terwijl haar vlucht naar Amsterdam al klaarstond om te vertrekken, zat zij nog altijd met haar man bij de gate te wachten op assistentie. Alleen doordat haar vrienden alarm sloegen, kon het toestel op tijd worden tegengehouden.
"We moesten blijven staan. En wachten. En nog eens wachten.”
Het probleem begon al bij het inchecken. “We kwamen rond vijf over vier aan en moesten direct aan de zijkant wachten," vertelt Annelies. Haar vlucht stond gepland voor vertrek om tien voor vijf. "Omdat ik in een rolstoel zat, moesten de anderen eerst geholpen worden. Daarna werden onze papieren ingenomen, ingecheckt en meteen weer teruggegeven."
Nadat ze haar vrienden gedag had gezegd, begon het lange wachten. "We moesten blijven staan. En wachten. En nog eens wachten.”
Vijf minuten voor de geplande vertrektijd vraagt ze aan het personeel hoeveel mensen er nog ontbreken voor de vlucht. “'Twee', zeiden ze. Wij vonden dat vreemd, maar dachten dat deze mensen nog ergens wat aan het drinken waren. Niemand leek door te hebben dat wij dat waren.”
"Dat was echt een raar gezicht.”
Pas rond vijf uur ging er bij het vliegveldpersoneel een belletje rinkelen. “Toen werd ik met de rolstoel naar beneden gebracht en in het busje gezet. Maar er moesten nog twee vliegtuigen taxiën, dus we waren al veel te laat. Toen we aankwamen bij het toestel, stond iemand te zwaaien dat het vliegtuig al kon vertrekken. Dat was echt een raar gezicht.”
Ondertussen was er sprake van verwarring in het vliegtuig van TUI. Haar vrienden, die al eerder waren ingestapt, merkten dat de stoelen voor hen leeg bleven. “Mijn vriendin zei tegen een stewardess: ‘Hier klopt iets niet, mijn vriendin is er niet.’ Maar aan boord dachten ze dat iedereen al was ingestapt, terwijl ik nog buiten stond te wachten op de taxi.”
Toen Annelies bij het toestel arriveerde, leek het al te laat. “Alle deuren waren dicht, de trap was weg. Het was net alsof ze elk moment wilden vertrekken.” Dankzij het alarm dat haar vrienden sloegen, werd de purser gealarmeerd. Hij liet de trap opnieuw aankoppelen en haalde Annelies persoonlijk naar binnen. “Hij zei meteen dat het niet mijn schuld was, maar dat er beneden iets fout was gegaan. Dat vond ik heel fijn.”
"Ik dacht steeds: het ligt aan mij."
Hoewel ze niets verkeerd had gedaan, voelde Annelies zich bezwaard. “Ik dacht steeds: het ligt aan mij, iedereen moet wachten door mijn rolstoel. Maar dat was natuurlijk niet zo." In het toestel zelf werd de sfeer daarna langzaam luchtiger. “Op een gegeven moment zakt de spanning wel. En ik vergeet dingen ook snel. Maar dit had ik natuurlijk nog nooit meegemaakt.”
Als ze terugkijkt, is Annelies duidelijk: “Het is een grote fout dat je mensen incheckt, ziet wachten, en dan niet doorhebt dat diezelfde mensen degene zijn die je mist in het vliegtuig. Dat kan eigenlijk niet.”
Toch overheerst opluchting. “Dankzij mijn vrienden ben ik niet achtergelaten. Als zij niks hadden gezegd, was het vliegtuig zonder ons vertrokken. En dat zou heel pijnlijk geweest zijn.”
