Eerste zittingsdag Stint-ongeluk: mocht dit voertuig wel de weg op?
Op de eerste dag van het strafproces over het Stint-drama in Oss ging het vooral over hoe de Stint werkte. Dat klinkt ingewikkeld, maar het is cruciaal. Alleen door te begrijpen hoe het voertuig functioneerde en of het aan de eisen voldeed, kan worden bepaald of de twee bedrijven en leidinggevenden verantwoordelijk zijn voor het ongeluk in Oss op 20 september 2018.
De voorzitter van de rechtbank waarschuwde bij aanvang van de zitting al dat deze dag niet zou draaien om emoties en dat er veel technische details zouden kunnen worden besproken. Het doel is te onderzoeken of de leidinggevenden, Edwin Renzen en Peter Noorlander, gevaarlijke producten hebben verkocht en wisten van de risico’s, maar dat hebben verzwegen.
Zeven jaar geleden kwamen vier kinderen om het leven toen een Stint op een spoorwegovergang in botsing kwam met een trein. Het ongeluk liet diepe sporen achter bij de betrokken gezinnen. Volgens het Openbaar Ministerie zijn twee bedrijven die de Stint produceerden en verkochten, verantwoordelijk voor het ongeluk in Oss.
Het vervoeren van kinderen over de openbare weg is ook geen machine-aangelegenheid.
Een groot deel van de zitting ging over de vraag welke regels voor de Stint gelden. Omdat er geen soortgelijk voertuig bekend was, wisten de makers niet hoe ze het voertuig officieel op de weg konden krijgen.
Volgens de ontwerpers viel hun product onder de regels voor 'bijzondere bromfiets', een categorie voor voertuigen die niet in de categorieën passagiers vallen, zoals gewone bromfietsen of scootmobielen.
De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) heeft twee keer een aanvraag afgekeurd, omdat de Stint volgens hen 'geen voertuig' was. Na het ongeluk concludeerde de RDW dat de Stint niet voldeed aan de Europese Machinerichtlijn.
Maar volgens Noorlander hadden ze eerder te horen gekregen dat die niet van toepassing op de Stint was. "Het vervoeren van kinderen over de openbare weg is ook geen machine-aangelegenheid", beweert Renzen. "Dus daar hoefden we ook niet aan te voldoen."
We wilden alleen aangeven dat we naar de richtlijn keken en voldoen aan veiligheidseisen.
In oude handleidingen staat echter dat de Stint aan 'onderdelen van de machinerichtlijn voldoet'. Dat is misleidend, vindt de rechtbank. Noorlander: "We wilden alleen aangeven dat we naar die richtlijn keken en voldoen aan veiligheidseisen. Het was onhandig geformuleerd."
Maanden na het spoordrama blijken uit onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) en de politie dat er geen sprake was van een technisch mankement. Toch verwijten justitie de twee bedrijven dat de voertuigen niet voldeden aan de veiligheidseisen.
Het verhaal is heel technisch en gaat onder meer over technische onderdelen en de remweg. Opvallend is dat vooral Edwin Renzen de vragen van de officieren en rechtbank beantwoordde. Terwijl Peter Noorlander de technicus van de twee is. Dat leidt tot lichte irritatie bij de officier van justitie.
Voor de zaak zijn zes dagen gepland. Woensdag gaat de zaak verder.
Hier lees je alle verhalen over het ongeluk met de Stint in Oss.
