Kinderartsen slaan alarm: 'Aantal kinderen met obesitas neemt toe'
Kinderartsen uit het hele land slaan alarm, omdat het aantal kinderen met obesitas flink toeneemt. Ook in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) in Den Bosch ziet kinderarts Edgar van Mil dit dagelijks terug. "Ik zie steeds meer kinderen die naast overgewicht ook diabetes type 2 hebben. Vijf jaar geleden was dat bijzonder, nu is het bijna normaal. Dat is geen goed teken."
In Nederland kampen bijna 400.000 kinderen met overgewicht en ongeveer 100.000 van hen hebben obesitas, ernstig overgewicht. Vooral kinderen in die laatste groep hebben vaak serieuze gezondheidsproblemen, zoals diabetes type 2 en klachten aan gewrichten.
Eerst dacht Van Mil dat dit vooral een probleem was rondom het ziekenhuis in Den Bosch, waar kinderen uit heel Nederland met zowel obesitas als diabetes type 2 werden behandeld. Na navraag bij collega’s in andere ziekenhuizen bleek het JBZ niet alleen te zijn.
Daar schrikt de kinderarts-endocrinoloog en hoogleraar aan de Universiteit Maastricht van. Een paar jaar geleden waren de kinderen met diabetes type 2 volgens hem nog uitzonderingen. "De meeste kinderen met diabetes hebben type 1, een heel andere vorm van diabetes waarvan het ontstaan niets met leefstijl te maken heeft. Vandaag de dag heeft 2 à 3 procent van kinderen met overgewicht diabetes type 2. Bij deze vorm van diabetes is de leefstijl wel onderdeel van de oorzaak. Dat is een enorme toename."
Daarom doet Van Mil samen met de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) een oproep aan het kabinet: "Versoepel de regels van de wet over kindermarketing niet, maar scherp ze juist aan."
Zo hopen de artsen dat kinderen minder in de verleiding zullen worden gebracht door allerlei reclames over ongezond eten.
Hoe kan het aantal kinderen met obesitas toenemen?
Volgens de kinderarts zijn hier meerdere redenen voor, maar er is een ding dat er met kop en schouders bovenuit steek: onze omgeving. "We eten steeds meer tussendoortjes en er is meer verleiding dan ooit."
Uit onderzoek is volgens hem gebleken dat 'hoe meer keuze er is, hoe groter de verleiding en de kans dat je ongezonde dingen koop'. Een vol chips-schap in de supermarkt verkoopt dus beter dan een halfgevuld schap.
Daarbij komt kijken dat de commercie steeds slimmer is geworden. "Ze proberen een relatie op te bouwen met jou als klant en ze weten waar we van houden. Dat is gevaarlijk."
Wat kan je als ouder doen?
Dat is een lastige, want 60 procent van ons gewicht is erfelijk bepaald. Het kan dus zomaar zijn dat je gewoon net die genen hebt overgenomen en precies daar zit de crux. "Dat betekent dus dat iets wat voor het ene kind goed kan zijn, niet hoeft te werken bij de ander."
Van Mil komt regelmatig ouders tegen die dit niet begrijpen. "Sommige mensen hebben helaas de pech dat ze drie keer zoveel hun best moeten doen om een bepaald resultaat te behalen. In ons expertisecentrum proberen we de gezinnen hierin zo goed mogelijk te helpen."
