De Haringvlietbrug (A29), net buiten het westen van onze provincie, is 'technisch gezien aan het einde van z’n levensduur' en wordt daarom met spoed extra versterkt. Dat meldt demissionair minister Robert Tieman van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer.

De werkzaamheden zijn al gestart en zijn vóór de winter van 2027 klaar. Het wegverkeer heeft daar geen hinder van, zegt Tieman.

Problemen
De brug wordt al langere tijd in de gaten gehouden door Rijkswaterstaat. Door de belasting van (zwaar vracht)verkeer is er al een aantal jaar sprake van vermoeiing van het staal van de brug. Die problemen blijken nu groter dan gedacht en daarom wordt de brug met spoed verstevigd.

Het gaat om lassen tussen de ondersteuningsbalk en de dwarsverbinding onder de rechterrijstrook richting Bergen op Zoom waarop veel vrachtverkeer rijdt. Bij deze lassen kunnen kleine scheurtjes plotseling doorscheuren. Dat kan leiden tot een lokale breuk, die gevolgen heeft voor het gebruik van de brug.

Onder dat gedeelte worden duizend lasverbindingen versterkt door staalplaten. Die zogenoemde overkluizingen kunnen de kracht van de lassen overnemen. 

Het lasmateriaal gedraagt zich volgens minister Tieman 'grillig'. Daarom blijft er ook een risico ondanks extra inspecties, die iedere twee weken plaatsvinden tijdens de werkzaamheden. Rijkswaterstaat bereidt daarom alvast maatregelen voor, zoals het afsluiten van een rijstrook. Als er te erge scheuren ontstaan, is het mogelijk dat de hele brug dicht moet.

De versterkingen en extra inspecties kosten naar schatting 15 miljoen euro. Het kabinet heeft al vaker gezegd dat meer geld nodig is voor infrastructuur. Bij Prinsjesdag heeft het kabinet daar juist op bezuinigd.

Problemen voor scheepvaart
De Haringvlietbrug bestaat uit een beweegbaar en vast deel. In 2023 is het beweegbare deel van de brug vervangen. Het vaste deel wordt over een aantal jaren vernieuwd. De voorbereiding daarvan is inmiddels gestart.

Hoewel verkeer op de brug geen hinder ondervindt, moet scheepvaart onder de vaste brug  'rekening houden met beperkte doorvaartruimte'. "Ze kunnen niet onder het brugdeel varen waarboven gewerkt wordt. Het beweegbare deel van de brug wordt gewoon geopend voor de hoge scheepvaart", besluit Rijkswaterstaat.