Lees hier de getuigenverklaring van vader Erwin in Stintzaak
Op 20 september 2018 werd een Stint, een elektrische bolderkar, geschept door een trein op een spoorwegovergang in Oss. Vier kinderen kwamen om het leven; een begeleidster en een vijfde kind raakten zwaargewond maar overleefden het Stint-ongeluk. In dit dossier bundelen we alle artikelen over het spoordrama in Oss, de nasleep en de daaropvolgende onderzoeken en rechtszaken.
In dit bericht lees je de onbewerkte getuigenverklaring van Erwin van Hees. Zijn twee dochters Dana (8) en Liva (4) zijn overleden door het Stint-ongeluk. Zijn dochter Indy (11) raakte zwaargewond.
''Mijn naam is Erwin van Hees.
Vandaag wil ik jullie meennemen over wat het Stint ongeval met
ons heeft gedaan en wil ik mijn gevoel uitleggen over de Stint
producenten.
20 september 2018
Een dag die begon zoals elke werkdag.
Opstaan, ontbijten, mijn lunch klaarmaken.
Daarna mijn collega ophalen en op weg naar de bouw.
Rond half negen in de ochtend kreeg ik een pop-up van Omroep
Brabant.
Er was een ongeluk gebeurd met een bakfiets in Oss, waarbij vier
kinderen waren overleden.
Op dat moment schonk ik er verder geen aandacht aan .
Raar genoeg stond ik er niet bij stil dat Indy, Dana en Liva bij dit
ongeluk betrokken konden zijn.
Totdat rond negen uur een collega naar me toe kwam en zei: “Heb je
het gelezen van dat ongeluk met die bakfiets in Oss?”
Ik las toen het nieuwsbericht en werd er misselijk van.
Ik zei nog: “Als het maar niet iemand is die ik ken.”
Toen ging mijn telefoon…
Mijn vrouw Wendy belde me.
Ze huilde en zei: “Het is heel erg.”
Ik antwoordde: “Het heeft toch niet met dat ongeluk te maken?”
Ze zei: “Jawel, maar ik weet niet wat er precies is gebeurd.”
Ik vroeg: “Is het een moeder met kinderen die wij kennen?”
Toen zei ze: “Nee, het is van Okido.”
Op dat moment zakte ik door mijn benen heen.
Wendy vervolgde: “De politie wil weten waar je bent, zodat ze je
kunnen ophalen.”
Ik zei: “We rijden zelf.”
Ik stapte in de bus en mijn collega reed naar Oss, op weg naar de
Hille.
Onderweg belde ik Wendy. Tijdens dat gesprek zat zij bij de politie in
de auto.
Ze vroeg aan de agenten wat er precies was gebeurd.
De agent antwoordde: “Er is een ongeluk gebeurd met de Stint. Er
zaten vijf kinderen in, waarvan er vier zijn overleden. Verder kunnen
we niets zeggen.”
Toen zei ik tegen Wendy: “Dan zijn we altijd twee kinderen kwijt,
misschien wel drie.”
De paniek sloeg bij ons in als een bom.
De autorit duurde ongelooflijk lang. Er gingen veel gedachten en
emoties door mijn hoofd heen.
We kwamen aan in Oss en namen een overgang verder vanaf station
West.
Ik zag al dat het goed mis was: alles was afgezet met tenten.
Ik voelde me erg angstig.
Toen kwamen we aan bij de Hille.
Ik had nog altijd hoop dat alle ouders daarheen moesten komen en
dat ze uitleg zouden geven over wat er was gebeurd.
Maar bij aankomst kwam een hulpverlener naar me toe.
“Bent u de heer Van Hees?”
“Ja, dat ben ik.”
“Komt u maar met mij mee.”
We liepen de Hille binnen. Ik zag allemaal mensen in de centrale
ruimte.
Ook de kleine ruimtes waren gevuld met mensen.
Helemaal achterin kwamen we bij een ruimte…
Daar zag ik Wendy zitten met twee hulpverleners.
Ik dacht: dit is goed fout.
Ik besefte dat we slecht nieuws zouden krijgen.
Ik ging bij Wendy zitten en we hielden elkaar stevig vast.
Toen kwamen er twee politieagenten binnen, een man en een vrouw.
De man viel meteen met de deur in huis en vertelde het volgende:
“Helaas moeten we jullie vertellen dat jullie dochters Dana en Liva
het ongeluk niet hebben overleefd. Jullie dochter Indy ligt
zwaargewond in het ziekenhuis.”
Op dat moment raakte Wendy buiten bewustzijn.
Ik heb dat achteraf pas meegekregen.
Ik vroeg: “Hoe zwaargewond is Indy?”
“Ze wordt nu geopereerd. De artsen hebben gevraagd of jullie zo snel
mogelijk naar het ziekenhuis willen komen. Wij brengen jullie.”
Antwoorde de agent.
We werden meegenomen. In de centrale ruimte van de Hille stond de
burgemeester van Oss.
Ze wenste ons sterkte.
Ook was daar de directeur van de Korenear.
We gaven elkaar een knuffel.
Daarna stapten we in de politieauto.
Met loeiende sirenes en hoge snelheid reden we naar Nijmegen.
We hielden elkaar vast en waren in shock van wat we net hadden
gehoord.
De autorit duurde veel te lang. Ik kreeg een angstig gevoel over Indy.
Ik was bang haar ook te verliezen. Hoe ernstig was ze gewond?
Uiteindelijk kwamen we aan bij de spoedeisende hulp.
Een heel team van artsen stond klaar om ons te ontvangen.
Lopend naar een soort ontvangstruimte begonnen ze te vertellen:
“Gelukkig is er met haar hoofd niets aan de hand.
Ze heeft wel twee gekneusde longen.
Haar rechterpols is gebroken.
Haar heupkop is afgebroken en verbrijzeld.
Haar knie is gebroken en haar enkel is verbrijzeld.
Onze grootste zorg is dat ze veel bloed verliest.
Als we dat niet kunnen stoppen, zal ze het niet overleven.
We hebben haar in een kunstmatige coma gebracht zodat haar
lichaam hard kan werken.”
Ik zei toen: “Willen jullie alsjeblieft je best doen? We zijn al twee
dochters verloren bij dit ongeluk.”
Er viel een stilte. Het bleek dat de artsen hier nog niet van op de
hoogte waren.
Na een paar uur mochten we naar Indy toe.
Het was verschrikkelijk om Indy daar zo te zien liggen.
Ze lag daar, met het zand nog in haar haar, haar ogen gesloten,
aangesloten op talloze medicijnpompen en andere apparaten.
We zijn niet lang bij Indy geweest want Indy moest opnieuw
geopereerd worden, anders zou ze haar been kwijtraken.
Deze operatie zou vijf uur duren.
Op een gegeven moment ging de telefoon van Wendy.
Het was de politie. Ze wilden weten wie de tandarts was, in verband
met de identificatie van Dana en Liva.
Op dat moment dachten we dat we Dana en Liva nooit meer zouden
terugzien.
Maar rond negen uur ’s avonds belde een familierechercheur.
We mochten naar Dana en Liva toe.
Bij aankomst bij het mortuarium stonden de familierechercheurs en
medewerkers van het mortuarium ons al op te wachten.
Op dat moment werd ik gebeld door het ziekenhuis:
“De operatie is gelukt, maar we weten niet of Indy haar been kan
behouden.”
Er was geen tijd om dit nieuws te verwerken, want we stonden op het
punt Dana en Liva te gaan zien.
Het eerste wat ik vroeg was: “Wat kunnen we verwachten? Wat
krijgen we te zien?”
Een medewerkster van het mortuarium zei: Het zijn twee mooie
meiden.” Vooral Liva het is net een poppetje met haar mooie rode
krullen. We hebben ze hand in hand gelegd.
Ik besloot samen met Wendy’s stiefvader als eerste naar Dana en Liva
te gaan.
Het was een verschrikkelijk moeilijk moment.
Daar lagen ze… zwaar beschadigd.
Ik voelde direct machteloosheid en oneerlijkheid. Ze hadden geen
kans gehad.
Ik voelde me teruggeduwd, alsof de wereld even stil stond.
Na een paar tellen ben ik dichterbij gegaan. Ik heb gehuild.
Het besef kwam: dit is echt. Dit is definitief. Onomkeerbaar.
Toen heb ik Wendy erbij gehaald. Samen hebben we naar Dana en
Liva gekeken. Dit was een intens moment.
We waren intens verdrietig en smeekten dat ze terug konden komen.
Daarna zijn we teruggegaan naar het ziekenhuis, naar Indy.
Uiteindelijk zijn we naar het Ronald McDonald Huis gegaan.
20 september was voorbij, maar we zaten in een nachtmerrie waar
we nooit meer uit zouden komen.
De dagen daarna zaten we de hele dag aan Indy’s bed.
We spraken met artsen. Het was nog onzeker of ze het zou overleven.
Ondertussen hadden we ook contact met de uitvaartorganisatie om
de uitvaart voor te berijden.
Ik heb toen niet 1 maar 2 overlijdens aktes moeten tekenen.
De 1e handtekening ging al moeilijk maar bij de 2e dacht ik dit klopt
niet dit hoort een vader niet te doen. Dit kwam erg hard binnen.
Dana en Liva werden overgebracht naar het mortuarium van het
Radboud ziekenhuis, zodat we ook bij hen konden zijn.
We verzorgden Indy, ook al lag ze in coma.
Na vijf dagen kwam eindelijk het moment: Indy zou ontwaken.
Het was spannend. Hoe zou ze reageren? Zou ze zich iets herinneren?
We zaten naast haar toen de zuurstofslang werd verwijderd.
Indy kwam overeind, ademde diep in alsof ze stikte, en keek angstig.
Daarna ging ze weer rustig liggen.
Langzaam kwam ze bij .
“Waar ben ik? Ben ik op school?”
“Nee, je bent in het ziekenhuis,” antwoordde ik.
“Hoezo?”
“Omdat je een ongeluk hebt gehad.”
“Moet ik hier blijven?”
“Ja.”
“Blijven jullie bij mij?”
“Ja.”
“En waar zijn Dana en Liva?”
Toen viel ze weer in slaap.
Dat kwam voor mij goed uit, want ik was nog niet klaar om het uit te
leggen.
Een uur later werd Indy echt wakker.
“Wat is er gebeurd?” vroeg ze.
“Er is een ongeluk gebeurd met de Stint. Je ligt nu in het ziekenhuis.”
“Waar zijn Dana en Liva?”
Toen moest ik het ergste nieuws brengen:
“Dana en Liva zijn ook bij het ongeluk betrokken. Jou hebben ze
kunnen redden… maar Dana en Liva zijn overleden.”
Indy gaf geen helder antwoord.
Pas na de derde keer uitleggen begon ze te huilen.
“Zijn ze al begraven?” vroeg ze.
“Nee, nog niet.”
We moesten twee weken wachten voordat Indy sterk genoeg was om
mee te gaan naar de uitvaart.
Vlak voor de uitvaart spraken we met de psycholoog over hoe we het
ongeluk moesten uitleggen.
Ik vroeg aan Indy: “Weet je hoe het ongeluk precies is gebeurd?”
Ze antwoordde: “Met de Stint.”
Ik vertelde haar dat de Stint niet kon remmen en was aangereden
door een trein op station West.
Wat Indy toen zei, was een grote schok:
De Stint had eerder die week al eens stilgestaan op het spoor terwijl
ze erin zaten.
Ik vertelde dit aan de familierechercheur, die het doorgaf aan de
politie.
Later volgde een verhoor met ons en de leidster die die dag op de
Stint reed. En werd bevestigd dat dit werkelijk had plaatsgevonden.
Voor mij was het vanaf dat moment geen gewoon ongeluk meer.
Ik had het gevoel dat ook de leidster slachtoffer was geworden.
Ik heb nooit aan haar getwijfeld. We wilden weten hoe het met haar
ging.
In het ziekenhuis ontmoetten we haar voor het eerst.
Het was een emotioneel moment.
We hebben elkaar geknuffeld en samen gehuild.
We zeiden dat we het zo erg voor haar vonden.
Zij zei dat ze het zo erg voor ons vond.
We spraken over hoe het met haar ging, en zij wilde weten hoe het
met ons en Indy ging.
Het was een bijzondere ontmoeting.
Later kwam ze nog op bezoek bij Indy in het ziekenhuis.
We hebben veel steun aan elkaar gehad, en hebben dat nog steeds.
We hebben samen met Indy drie maanden in het ziekenhuis
doorgebracht.
Toen we weer naar huis mochten, kwam de grote klap: de stilte in
huis. Alles lag nog zoals we het hadden achtergelaten.
Het knuffeltje van Dana op de bank .
En het tandenborsteltje van Liva op de salontafel.
Het voelde alsof het weer 20 september was.
Thuis, zijn we langzaam het nieuws terug gaan kijken en pas toen
beseften we hoe Nederland geraakt was door het Stintdrama.
In de media verscheen al snel de producent van de Stint.
In het begin zag ik een man die aangeslagen was door het ongeluk.
Maar ik wist ook uit alle onderzoeken dat de Stint niet veilig was en
dat er veel niet klopte.
Het viel me op dat de producent al snel in een slachtofferrol kroop en
keer op keer in de media verscheen.
Ook in praatprogramma’s op televisie was hij regelmatig tafelgast.
Ik dacht toen: waarom heeft deze man geen enkele poging gedaan
om iets van zich te laten horen?
Okido is in het ziekenhuis geweest, we hebben de leidster gesproken,
en ProRail heeft een kaartje en een bos bloemen gestuurd.
Mensen uit heel Nederland hebben brieven en kaarten geschreven.
Maar niets vanuit de producent van de Stint. Ik had al snel door dat
deze man alleen met zijn bedrijf bezig was, geen empathisch
vermogen heeft en alleen maar bezig was om de Stint weer de weg
op te krijgen.
Ik heb de producent ook op tv horen zeggen dat hij zichzelf niet
verantwoordelijk voelde voor het ongeluk.
Dat vond ik vreemd, omdat hij wist dat er van alles mis was met de
Stint.
Bij Jeroen Pauw aan tafel werd de producent stevig ondervraagd. Bij
de vraag wat een mogelijke oorzaak zou zijn wist hij heel makkelijk
een aantal problemen van de Stint te benoemen. Waaronder het
gasveertje.
Jeroen Pauw vroeg toen: “Als je dit wist, dan zou ik dat niet zo prettig
vinden had je dit dan niet moeten aanpassen?”
Een duidelijk antwoord bleef uit.
Zijn media-optredens hebben ons erg gekwetst.
Zeker de krantenkop: ‘Nieuwe Stint gaat Buszy heten op verzoek van
de nabestaanden van het spoordrama in Oss’.
Dit maakte mij boos, omdat ik in een gesprek bij de OVV tegen Cora
van Nieuwenhuizen mijn gevoel heb uitgesproken over het eerdere
nieuwsbericht dat de nieuwe Stint ‘Stint 2019’ zou gaan heten.
Dat vond ik erg lomp en kwetsend.
De minister heeft de producent hierop aangesproken via een brief.
Toen is ‘Ome Edwin’ pas gaan nadenken.
Ik noem hem nu zo, omdat minister Cora van Nieuwenhuizen destijds
‘tante Cora werd genoemd door de producent.
Ook dat was een kwetsend nieuwsbericht: hij vroeg zich af hoe hij zijn
kinderen moest uitleggen waarom de Stint niet meer de weg op
mocht van ‘tante Cora’.
Dat lijkt mij niet zo moeilijk.
Ik heb Indy moeten vertellen dat Dana en Liva dood zijn dat is vele
malen moeilijker.
Cora van Nieuwenhuizen had tenminste fatsoen en heeft publiekelijk
haar excuses aangeboden voor de fouten die haar ministerie destijds
heeft gemaakt.
Het maakt me boos dat de producent te laf is om ook maar enig
medeleven te tonen naar alle betrokkenen, maar ondertussen deed
alsof hij met ons had geknikkerd en daarom de naam van de Stint
wilde aanpassen. Maar het kwam omdat hij een brief had gekregen
van de Minister zij heeft hem hier op gewezen.
Ook een interview op de radio maakte me boos.
Toen hem werd gevraagd of hij wel eens bezig was met de
nabestaanden, antwoordde hij dat hij daar niet echt mee bezig was,
dat wij ons eigen ding hadden, en dat hij het zakelijk bekeek en zijn
focus op de toekomst richtte.
Dat was voor mij de bevestiging: dit is een egoïstische zakenman die
zich voordoet als iemand die alles goed wil doen.
Maar hoe verklaar je dan die valsheid is geschriften ik heb hier geen
woorden voor je moet jezelf schamen over de rug van onze kinderen.
En waarom heb je de Stint dan niet laten herkeuren bij de RDW?
Als je dat had gedaan, was hij afgekeurd en was het ongeluk nooit
gebeurd.
“Hoe zou het geweest zijn als jij meteen naar ons toe was gekomen (
contact had opgenomen) en had gezegd, wat verschrikkelijk dit, hoe
kon dit gebeuren…ik wil al jullie vragen beantwoorden, voor jullie,
maar ook omdat ik zelf wil weten wat er gebeurd is…want dit mag
nooit meer gebeuren”
Rouw gaat niet over, onze kinderen worden voor altijd gemist, Indy en
de leidster zijn blijvend gewond…dat is al zoveel om mee om te gaan,
zonder dat we steeds hierin getrokken worden….vraagstukken die
open blijven, de OVV die zich erover buigt, en het OM…en nu zitten
we hier…er moet een rechter aan te pas komen om jullie ter
verantwoording te roepen ?
Een ongeluk is een ongeluk….maar hier was sprake van nalatigheid,
en NIET van de bestuurster, hoe kwalijk en pijnlijk is alleen al de
suggestie…..
Het kan nooit meer te niet gedaan worden, maar het had ons
geholpen als jullie naar ons toe waren gekomen, de bereidheid
hadden getoond om antwoorden te vinden, i.p.v. ze te verdoezelen,
daarmee hadden jullie verantwoordelijkheid genomen en
betrokkenheid getoond.
Veder wil ik benoemen dat er hier in de Rechtbank alleen maar
verliezers zitten maar ook 1 Heldin en dat is de bestuurster van de
Stint zij heeft geprobeerd dit ongeluk te voorkomen daarvoor wil ik
jou bedanken
Veel liefs en we wensen jou veel kracht om dit met je mee te dragen
en hopen dat deze woorden de pijn voor jou verzachten.''
Hier lees je alle verhalen over het ongeluk met de Stint in Oss.
