Danny blikt 25 jaar later terug op Graafsewijkrellen: ‘Het was heftig’
Het is 25 jaar geleden dat de dood van FC Den Bosch-supporter Pierre Bouleij uitliep op drie dagen van rellen in Den Bosch. Vooral in de Graafsewijk liep het volledig uit de hand. Van brandstichting en vernielingen tot harde confrontaties met de politie. Voor bewoners en ondernemers waren het angstige dagen. Eén van hen was Danny Princen (60), die toen met zijn gezin boven zijn winkel aan de Graafseweg woonde.
“Ik zag hoe de Mobiele Eenheid (ME) met busjes aan de ene kant van de straat stonden en hoe relschoppers aan de andere kant stoeptegels uit de grond gehaald en richting de ME gooiden,” vertelt Danny bij het pand waar 25 jaar geleden zijn winkel zat. “Een oorlogsgebied is misschien een beetje overdreven, maar het was echt heftig.”
Op 16 december 2000 ontstonden de rellen nadat FC Den Bosch-supporter Pierre Bouleij door de politie werd doodgeschoten. Familie en supporters wilden hem die avond herdenken bij de wedstrijd van FC Den Bosch, maar burgemeester Ton Rombouts verbood de wedstrijd uit angst voor rellen.
Dat leidde juist tot woede. Zo'n twintig Bossche supporters vertrokken vanuit het stamcafé aan de Graafseweg naar het stadhuis, vernielden ruiten en zochten de confrontatie met de politie. De groep van inmiddels honderd relschoppers ging later terug naar de Graafsewijk, waar de confrontatie met de politie uit de hand liep.
"Iedereen zei: de schietpartij is in de Hambaken gebeurd, dus vecht het dan ook daar uit. Maar dan heb je ook rellen in een woonwijk, dus dat slaat nergens op", zegt de 60-jarige Danny. Uiteindelijk stichtten zo'n driehonderd relschoppers brand in een café en school en bushokjes en telefooncellen werden vernield.
"Er was net een vriend van ze doodgeschoten door de politie. Ik snap dat je boos bent. Maar het is niet nodig om dat op die manier uit te vechten. Bovendien waren het al lang niet meer alleen vrienden van Bouleij."
“Het geweld was tegen de politie, niet tegen bewoners.”
Danny was tijdens de eerste rellen niet thuis. Zijn vrouw met hun pasgeboren baby wel. "In die tijd had je nog niet zo'n contact via je mobiel als nu. Ik maakte me zorgen door de geruchten wat er afspeelde in de wijk", vertelt hij. Toen hij later die avond thuiskwam, was het rustig. Maar een dag later braken er 's avonds opnieuw rellen uit.
Vanuit zijn huis boven de winkel kon Danny alles wat er in de straat gebeurde goed volgen. "Ik zag hoe een vrouw met een klein kind stond te kijken en moest vluchten voor een waterkanon. Dat maakte een behoorlijke indruk op mij", vertelt Danny als hij wijst naar de plek waar het gebeurde.
Ondanks de chaos heeft Danny zich geen moment onveilig gevoeld. "Het geweld was tegen de politie, niet tegen bewoners. Natuurlijk zaten we wel in spanning vanwege onze winkel. Ik dacht zelfs na over het dichttimmeren van het pand, maar dat was te gevaarlijk vanwege brand. Gelukkig is er nooit iets gebeurd." Na drie dagen rellen, op dinsdagavond, was er veel politie-inzet in de wijk en bleef het rustig. “Die avond konden we voor de eerste keer echt goed slapen.”
“Als ik hier nu door de wijk loop, zie ik een veilige, rustige buurt.”
25 jaar later woont Danny niet meer in de wijk, maar hij heeft nog steeds twee winkels aan de Graafseweg. “Als ik hier nu door de wijk loop, zie ik een veilige, rustige buurt,” zegt hij. "Iedereen kent elkaar, het voelt vertrouwd. Maar het imago van de wijk heeft altijd iets meegedragen van die dagen."
Danny praat er makkelijk over, maar veel buurtbewoners doen dat niet. "Ondanks het feit dat de meeste buurtbewoners zelf niet meededen aan de rellen zijn ze boos of niet trots op wat er is gebeurd in hun wijk. Wie het nog heeft meegemaakt, wil het vergeten of ziet het als een afgesloten hoofdstuk. Dat kan ik begrijpen, maar het blijft wel een deel van de geschiedenis."
